Fase 2, periode 2, les 2 hoofdletters | meervoudsvormen | als/dan STARTER

Fase 2
meervoudsvormen | als/dan | hoofdletters 

gevorderd
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fase 2
meervoudsvormen | als/dan | hoofdletters 

gevorderd

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
  • Uitleg meervoudsvormen met oefeningen
  • Uitleg als/dan met oefeningen
  • Uitleg hoofdletters met oefeningen

Slide 2 - Tekstslide

meervoudsvormen
De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud:
  • één tafel, twee tafels
  • één gebeurtenis, twee gebeurtenissen

Soms niet:
rijst, jeugd, benzine

Slide 3 - Tekstslide

meervoud op -en
voeg -ën toe als je in de knoei komt met uitspraak: 
zeeën, allergieën, kopieën
relikwie- relikwieën 
maar:
alleen een trema bij woorden waarin de klemtoon niet op de -ie ligt: 
bacterie – bacteriën, porie – poriën


Slide 4 - Tekstslide

meervoud op -s
  • -s vast aan het woord schrijven, ook na e, é, eau en ui: 
etalages, logés, bureaus, etuis 
De -s kan eraan vast, geen verwarring met uitspraak!
  • wel verwarring met uitspraak: gebruik de apostrof ’s: 
taxi’s, baby’s, accu’s
  • ook ’s na afkortingen die je ook echt als afkorting uitspreekt:
cd’s, tv’s, bv’s


Slide 5 - Tekstslide

bijzonder
  • ei - eieren, kalf - kalveren
  • monnik- monniken  kievit- kieviten
  • technicus – technici

Twijfel? woordenlijst.org 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?

één bureau, twee ...
A
bureau's
B
bureaus

Slide 7 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?

één etalage, twee ...
A
etalages
B
etalage's

Slide 8 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?

één cd, twee ...
A
cdees
B
cd'en
C
cd-en
D
cd's

Slide 9 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?

één bacterie, twee ...
A
bacterieën
B
bacteriën

Slide 10 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?

één kopie, twee ...
A
kopieën
B
kopiën
C
kopies

Slide 11 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?

één allergie, twee ...
A
allergieën
B
allergiën

Slide 12 - Quizvraag

als - dan
als: gebruik je wanneer je de volgende woorden in de zin ziet
  • zo, even, hetzelfde, dezelfde

dan: gebruik je met een vergrotende of overtreffende trap
  • vergelijking: groter, langer, mooier, viezer, leuker enz.

Slide 13 - Tekstslide

Finland is een stuk groter ....... Nederland.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quizvraag

We waren nauwelijks langer ...... tien minuten binnen!
A
als
B
dan

Slide 15 - Quizvraag

Suriname is toch vier keer zo groot ....... Nederland?
A
als
B
dan

Slide 16 - Quizvraag

Ach, meer ............ je best kan je niet doen.
A
als
B
dan

Slide 17 - Quizvraag

Is die salade vegetarisch? Dan bestel ik dezelfde ....... jij.
A
als
B
dan

Slide 18 - Quizvraag

Mijn cijfer voor gym was twee keer zo hoog ..... dat voor wiskunde.
A
als
B
dan

Slide 19 - Quizvraag

Barry wil veel liever met zijn handen werken ......... met zijn neus in de boeken zitten.
A
als
B
dan

Slide 20 - Quizvraag

hoofdletters
  • mevrouw Van der Meer, meneer K. de Weerd
  • Zwolle - Zwollenaar
  • Nederland - Nederlander
  • de IJssel - het IJsselmeer
  • de Tweede Wereldoorlog
  • Kerst, Pasen
  • ROC Friese Poort (maar niet bij roc of mbo los)namen van scholen dus wel
  • KRO, NAVO, ADHD, VUT

Slide 21 - Tekstslide

geen hoofdletters
  • professor, rabbijn, dominee, burgemeester, koning, koningin 
  • winter, lente - maandag, dinsdag - januari, februari
  • de middeleeuwen, de renaissance(hele lange tijd)
  • islam - islamitisch, christen - christelijk
  • kerstcadeautje, paasei
  • mbo, hbo, vmbo 
  • indianen, latino’s
  • soa, tbc, hiv

Slide 22 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
Meneer De Groot
B
meneer de groot
C
meneer De Groot
D
meneer de Groot

Slide 23 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
winter
B
Winter

Slide 24 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
KRO
B
kro
C
Kro
D
krO

Slide 25 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
de renaissance
B
de Renaissance

Slide 26 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
jugendstil
B
Jugendstil

Slide 27 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
golden retriever
B
Golden retriever

Slide 28 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Gerechtshof
B
gerechtshof

Slide 29 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Burgemeester Snijders
B
burgemeester snijders
C
Burgemeester snijders
D
burgemeester Snijders

Slide 30 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Diana de Boer-Van den Akker
B
Diana de Boer-van den Akker
C
Diana de Boer-Van Den Akker

Slide 31 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
mbo
B
MBO
C
Mbo

Slide 32 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
katholiek
B
Katholiek

Slide 33 - Quizvraag

wel
niet
tbc
islam
pasen
raalte
schiphol
woensdag

Slide 34 - Sleepvraag

StartTaal les 1
Taalverzorging | Instaptoets 3F

Slide 35 - Tekstslide

StartTaal les 2
Taalverzorging | Spelling | Hoofdletters
oefening 1, 2

Taalverzorging | Spelling | Meervoudsvormen
oefening 1, 2

Taalverzorging | Stijlkwesties | Als/dan
oefening 1, 2

Slide 36 - Tekstslide