1.2 - B - Samenleving en politiek


1.2 - Samenleving
en politiek
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


1.2 - Samenleving
en politiek

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt vier voorbeelden geven van sociale wetten in de 19e eeuw.

  • Je kunt opvattingen van confessionelen en feministen beschrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Sociale wetten
  • Confessionelen
  • Feminisme
  • Video Aletta Jacobs
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Sociale wetten
  • Rond 1850 hadden liberalen door dat de sociale kwestie alleen kon
    worden opgelost met sociale wetten.  Armen waren afhankelijk van 
    liefdadigheid van de kerk.
  • De Armenwet (1854) gaf armen steun via de gemeente.
  • Kinderwetje van van Houten (1874) gaf een verbod op kinderarbeid.
  • De Ongevallenwet (1900) en de Woningwet (1900).
1
2
Leerdoel 1

Slide 4 - Tekstslide

Confessionelen (1)
  • Naast liberalen en socialisten kwam er een andere politieke stroming op, de confessionelen. 

  • Confessie betekent geloof. 

  • Abraham Kuyper richtte de ARP (anti-revolutionaire partij) op in 1879. Zijn aanhangers waren de "kleine luyden" zoals boeren, landarbeiders en winkeliers.  
Leerdoel 2

Slide 5 - Tekstslide


Confessionelen (2)

  • De  confessionelen wilden het christelijk denken terug in de politiek.
  • De ARP was protestants, voor de katholieken richtte Herman Schaepman
    de RKSP (1926) op. 
  • Katholieken en protestanten waren aartsrivalen,
    maar vonden de socialisten en liberalen een veel grotere vijand. 
Leerdoel 2

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel 2

Slide 7 - Tekstslide


Feminisme

  • Feministen streden voor het vrouwenkiesrecht. 
  • Onder leiding van Aletta Jacobs werd de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (1894) opgericht.  In 1919 kregen vrouwen het stemrecht.
  • Wilhelmina Drucker richtte de Vrije Vrouwenverening op die streed voor volledige gelijkheid van de vrouw. 
  • De strijd om vrouwenkiesrecht wordt de Eerste Feministische Golf genoemd. 
Leerdoel 2

Slide 8 - Tekstslide

Verzuiling
De verdeling van de Nederlandse samenleving in vier groepen (zuilen): protestanten, katholieken, liberalen, socialisten
Elke zuil had een eigen levensbeschouwelijke visie. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Politiek in de 19e eeuw
  • In de 19e eeuw steeg de politieke participatie. Het kiesrecht werd uitgebreid dus steeds meer mensen deden mee aan de politiek.  

  • Ook bevolkingsgroepen die vroeger niet meetelden zoals arbeiders en vrouwen wilden emanciperen: gelijke rechten krijgen. 

  • Hierdoor ontstonden politieke partijen. 
Leerdoel 2

Slide 11 - Tekstslide


Politieke stromingen

  • Elke politieke partij had een idee over hoe de samenleving moest worden ingericht (ideologie). 
Stroming
Kernwoord
Kern
      Partij
Liberalisme
Vrijheid
Hogere burgerij. Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien
met mensen en de economie.
Liberale unie
Socialisme
Gelijkheid
Arbeiders. Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen met wetten en regels.
SDAP
Leerdoel 2

Slide 12 - Tekstslide


Sociaaldemocraten

                      

  • De eerste socialisten wilden een revolutie van arbeiders. Maar rond 1890 kwamen de sociaal democraten. Zij richten de SDAP op. 
  • De leider van deze partij was Pieter Jelles Troelstra. 
  • Het doel was om zo snel mogelijk het algemeen kiesrecht in te voeren. Zo konden arbeiders via politiek de leefomstandigheden verbeteren. 

Leerdoel 2

Slide 13 - Tekstslide