Tellen t/m 100 & rangtelwoorden

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui, nous allons:
  • Répéter les nombres de '0' à '100'.
    Le but: je kunt tellen t/m 100 in het Frans.

  • Traiter les nombres ordinaux (rangtelwoorden)
    Le but: je kent de rangtelwoorden in het Frans. 

Slide 2 - Tekstslide

D'abord, nous allons .....
  • compter de '0' à '20'
  • compter de '20' à '69'
  • compter de '69' à '100'

Slide 3 - Tekstslide

De '0' à '20'
  • 0, 1, 2, 3, 4, 5
  • 6, 7, 8, 9, 10
  • 11, 12, 13, 14, 15
  • 16, 17, 18, 19, 20


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De '20' à '69'

Slide 6 - Tekstslide

21

Slide 7 - Open vraag

22

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Attention !
  • Eenentwintig = vingt et un 
     dit geldt voor elke 'un'.
  • Tweeëntwintig = vingt-deux (met een streepje ertussen)
       dit geldt voor alle samengestelde getallen zonder 'un'.

Slide 10 - Tekstslide

10

Slide 11 - Open vraag

20

Slide 12 - Open vraag

30

Slide 13 - Open vraag

40

Slide 14 - Open vraag

50

Slide 15 - Open vraag

60

Slide 16 - Open vraag

Tientallen
tien = dix
twintig = vingt
dertig = trente
veertig = quarante
vijftig = cinquante
zestig = soixante

Slide 17 - Tekstslide

Als je tot 29 kunt tellen in het Frans...
  • kun je ook t/m 39 tellen: trente, trente et un, trente-deux, ..., trente-neuf

  • kun je ook t/m 49 tellen: quarante, quarante et un, quarante-deux, ..., quarante-neuf

  • kun je ook t/m 59 tellen: cinquante, cinquante et un, cinquante-deux, ..., cinquante-neuf

  • kun je ook tellen t/m 69 tellen: soixante, soixante et un, soixante-deux, ..., soixante-neuf

Slide 18 - Tekstslide

Soixante-neuf ... et maintenant ?
Fransen hebben geen woorden voor:
zeventig - tachtig - negentig

Slide 19 - Tekstslide

Après soixante-neuf

70 = soixante-dix (60 + 10)
70 = septante
71 = soixante et onze (60 + 11)
71 = septante et un


80 = quatre-vingts (4 X 20)
Let op: 81 = quatre-vingt-un
80 = huitante
      



90 = quatre-vingt-dix (4 X 20 + 10)
90 = nonante
91 = quatre-vingt-onze (4 x 20 + 11)


100 = cent

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Les nombres ordinaux
  • Je maakt een rangtelwoord door achter het hoofdtelwoord 'ième' te zetten.
  • Als een hoofdtelwoord eindigt op een 'e' dan valt deze 'e' weg. Bijvoorbeeld: quatre -> quatrième (en niet quatreième).
  • Uitzonderingen:
    un - premier, première
    cinq -> cinquième
    neuf -> neuvième

Slide 23 - Tekstslide

Le deuxième jour
A
de eerste dag
B
de tweede dag
C
de derde dag
D
de vierde dag

Slide 24 - Quizvraag

pour la quatrième fois.
A
voor de vierde keer
B
voor de veertiende keer
C
voor de vijfde keer
D
voor de derde keer

Slide 25 - Quizvraag

Lundi, notre premier jour à l'ecole.
A
Maandag, onze tweede dag op school
B
Donderdag, onze derde dag op school
C
Maandag, jullie eerste dag op school
D
Maandag, onze eerste dag op school

Slide 26 - Quizvraag

Het rangtelwoord vorm je door achter het hoofdtelwoord .......... te zetten.
A
ème
B
eième
C
ième
D
aime

Slide 27 - Quizvraag

vijfde
A
cinqième
B
quatrième
C
cinquème
D
cinquième

Slide 28 - Quizvraag

derde
A
troisième
B
troizième
C
treizième
D
treizeième

Slide 29 - Quizvraag

negende
A
huitième
B
neuvième
C
neufième
D
neuvème

Slide 30 - Quizvraag

Aujourd'hui, nous avons ...
  • répété les nombres de '0' à '100'.
    Le but: je kunt tellen t/m 100 in het Frans.

  • traité les nombres ordinaux (rangtelwoorden)
    Le but: je kent de rangtelwoorden in het Frans. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide