Les 1 periode 4 exameninfo spreken en gesprekken voeren

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

Welcome back!

today's planning:

Get to know more about your level

Getting insight in the last 2 parts of your exams:

Speaking and making conversations

Speaking:

- De presentatie moet tussen de 3 en 5 minuten duren.

- Je presentatie wordt ondersteund door PowerPoint, prezi, lessonup of een andere presentatietool.

- Zorg dat op de dag van presenteren jij je spullen op orde hebt; Powerpoint staat klaar om te delen in Teams of OO, schoolpas en aantekeningen (steekwoorden) heb je bij de hand.

- Niet voorlezen!

Je wordt beoordeeld op:

- Woordgebruik/woordenschat

- Vloeiendheid

- Uitspraak

- Coherentie

- Grammaticale correctheid

- Inhoud

Voorlezen is niet toegestaan

Hoe ziet het examen eruit?

De volgende punten moeten tijdens de presentatie aan bod komen:

1. Stel jezelf voor.

2. Vertel bij welke instelling of bij welk bedrijf je stage loopt.

3. Noem minimaal twee kenmerken van de instelling of het bedrijf (denk aan: grootte, aantal collega’s).

4. Vertel wat je taken zijn op je stage.

5. Vertel hoelang je stage duurt.

6. Vertel op welke dagen je stage loopt.

7. Je mag uiteraard een leuk verhaal/ ervaring toevoegen zodat jij aan je minimale spreektijd komt

Je beantwoordt ook vragen vanuit het publiek na je presentatie. Dit ho ort niet bij de spreektijd

Gesprekken voeren

Hulpmiddelen

• een woordenboek (alleen bij de voorbereiding)

• aantekeningen in steekwoorden: je mag niet voorlezen

Voor het examen Engels Gesprekken A1 voer je het volgende gesprek:

Gesprek met klant

Voor deze opdracht voer je een gesprek met een Engelstalige klant/cliënt. 

Jullie overleg gaat over de

samenwerking. 

De examenafnemer speelt de klant/cliënt.

Het gesprek moet ongeveer 3 minuten duren

 De volgende punten moeten tijdens het gesprek aan bod

komen:

1. Begroet de klant/cliënt.

2. Vraag hoe het met de klant/cliënt gaat.

3. Vertel hoe het met jezelf gaat.

4. Vraag de klant/cliënt wat hij/zij goed vindt aan jullie bedrijf/instelling.

5. Vraag de klant/cliënt wat hij/zij niet goed vindt aan jullie bedrijf/instelling.

6. Neem afscheid van de klant/cliënt.

TIP!

-Watch BBC 

- Watch Netflix with English subtitles

-Talk English to your family and friends

-Ask for help

-If you don't know a word, try to describe it

Good look with your preparations!!!