ch 2 cours 11 20 01

BONHOUR V3B

BIENVENUE!!

1 / 24

Slide 1: Tekstslide

FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONHOUR V3B

BIENVENUE!!

Slide 1 - Tekstslide

Programme pour aujourd' hui

- correction 27 e, 28, 29

- bloc I - passé composé

Slide 2 - Tekstslide

Passé composé

Slide 3 - Woordweb

passé composé = voltooid tegenwoordige tijd

2 delen

- hulpwerkwoord (avoir of être) + voltooid deelwoord

( j'ai travaillé) anders dan de

imparfait = onvoltooid verleden tijd

1 deel

( je travaill ais)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden: 3 groepen

Uitgangen

er (parler) é = parlé j'ai parlé
ir (finir) i = fini tu as fini
re (vendre) u = vendu il a vendu

Slide 6 - Tekstslide

Onregelmatige ww

Uitgangen

venir = venu (komen) vouloir = voulu (willen)

prendre = pris (nemen) être = été (zijn)

faire = fait (doen maken) pouvoir = pu (kunnen/mogen)

avoir = eu (hebben mourir = mort (sterven)

naître = né ( geboren zijn)

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid verleden tijd

Ik heb gedaan

Wij zijn gearriveerd

Hij heeft gewerkt

J'ai fait

Nous sommes arrivés

Il a travaillé

Slide 8 - Tekstslide

Ik heb gedaan

Wij zijn gearriveerd

J'ai fait

Nous sommes arrivés

Passé composé = twee

Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

(être/avoir)

Slide 9 - Tekstslide

Stap 1

In principe gebruik je het hulpwerkwoord AVOIR

Tenzij het werkwoord staat in

'maison d'être'. Dan gebruik je ÊTRE

Slide 10 - Tekstslide

Deze werkwoorden hebben in de passé composé het hulpwerkwoord

ÊTRE

Slide 11 - Tekstslide

Stap 2

Het voltooid deelwoord

bij regelmatige w.w.

parler -> parlé (gepraat)

vendre -> vendu (verkocht)

choisir -> choisi (gekozen)

Slide 12 - Tekstslide

Stap 2

Het voltooid deelwoord

bij onregelmatige w.w. (selectie)

être -> été (geweest)

avoir -> eu (gehad)

faire -> fait (gedaan/gemaakt)

prendre-> pris (genomen)

venir -> venu (gekomen)

Slide 13 - Tekstslide

Stap 3

e -> v ev s-> m mv es->v mv

Je suis arrivé(e)

Tu es arrivé(e)

Il est arrivé

Elle est arrivée

Nous sommes arrivé(e)s

Vous êtes arrivé(e)(s)

Ils sont arrivés

Elles sont arrivées

Slide 14 - Tekstslide

( je) ............. (finir) ........
(elle) ...........(arriver) .........

Slide 15 - Open vraag

Lisa et Luuc, vous.......(rentrer) tard?

êtes rentré

avez rentrés

sommes rentrées

êtes rentrés

Slide 16 - Quizvraag

devoirs pour vendredi 21 janvier

apprendre: bloc I

apprendre/répéter: voc H

faire:

faire ex. 30 B, C, D

Slide 17 - Tekstslide

AU REVOIR!!

Slide 18 - Tekstslide

Zet in de P.C Il.....(aller=gaan)

Slide 19 - Open vraag

Zet in de P.C Tu .....(attendre= wachten)

Slide 20 - Open vraag

Zet in de P.C Nous .....(avoir= hebben)

Slide 21 - Open vraag