1. Ik kan de theorie uit het boek toepassen op een onbekende tekst.
Slide 6 - Tekstslide
Het onderwerp
Lees de tekst oriënterend:
- Titel
- Plaatjes
- Tussenkopjes
- Veel gebruikte of andere gedrukte woorden
- De 1e alinea lezen
Slide 7 - Tekstslide
De tekst klassikaal lezen
Slide 8 - Tekstslide
Woordraadstrategieën
1. Een synoniem zoeken.
2. Een omschrijving zoeken.
3. Een voorbeeld zoeken.
Slide 9 - Tekstslide
Synoniem
(Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis)
Hoe? Kijk in dezelfde zin of de zin ervoor of erna.
Voorbeeld: Jantje was op vakantie heel erg blij. Hij was zo vrolijk omdat hij naar Frankrijk ging.
Slide 10 - Tekstslide
Omschrijving
(Een omschrijving is een verdere uitleg van wat erin de tekst wordt bedoeld)
Hoe? Omschrijvingen kun je vaak vinden tussen haakjes of tussen komma's.
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeld
Hoe? Er komt vaak een voorbeeld na de woorden: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van. Of voorbeelden staan na een dubbele punt, tussen haakjes of tussen komma's.
Voorbeeld: Tegenwoordig maakt iedereen gebruik van apps, zoals Snapchat en Instagram.