H1.1: Organismen.

Start H1 Planten en dieren
  • Basisstof 1 Organismen
    - Basisstof doorlezen
    - Begrippen van de begrippenlijst uitwerken in het                      
        aantekeningenschrift.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Start H1 Planten en dieren
  • Basisstof 1 Organismen
    - Basisstof doorlezen
    - Begrippen van de begrippenlijst uitwerken in het                      
        aantekeningenschrift.

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 1. Organismen.
Begrippen                                                                           
- Organisme                               - Groeien
- Levenskenmerken                - Uitscheiden
- Waarnemen                             - Ademhalen
- Bewegen                                   - Dood
- Voeden                                       - Levenloos
- Voortplanten

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Basisstof 1. Organismen
  • Je kunt uitleggen wat een organisme is.
  • Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
  • Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is volgens jou een organisme?

Slide 4 - Open vraag

Levende wezens
  • Een organisme is een
    levend wezen.
  • Alle organismen hebben
    levenskenmerken.
  • Door levenskenmerken 
    weet je of iets levend is.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is geen levenskenmerk?
A
Groeien
B
Voortplanten
C
Bewustzijn
D
Bewegen

Slide 6 - Quizvraag

Stoffen opnemen en afgeven
Inademen
Voeden (eten en drinken)


Uitademen
Uitscheiden (poepen en plassen)

Slide 7 - Tekstslide

Reageren op de omgeving
Waarnemen (zien, horen, ruiken, etc.)
Bewegen

Slide 8 - Tekstslide

Voortbestaan
Voortplanten (nakomelingen krijgen)
Groeien

Slide 9 - Tekstslide

Wat zie je hier?
A
Stoffen opnemen en afgeven.
B
Reageren op de omgeving.
C
Voortbestaan.

Slide 10 - Quizvraag

Levend, dood en levenloos
Als een organisme geen levenskenmerken meer vertoond, is het dood.
Dingen die nooit hebben geleefd en nooit levenskenmerken hebben gehad zijn levenloos.

Slide 11 - Tekstslide

Levend, dood of levenloos?
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.
Dood
Dood
Dood
Levend
Levend
Levend
Levend
Levenloos
Levenloos
Levenloos

Slide 12 - Sleepvraag

Huiswerk
H1.1 Leren + maken opdrachten 1 t/m 5 en 7.

Slide 13 - Tekstslide

Organismen
  • Je kunt uitleggen wat een organisme is.
  • Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
  • Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

Slide 14 - Tekstslide