In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Hoe kwamen de Romeinen in aanraking met joden?
A
De joden verhuisden naar het Romeinse Rijk
B
De Romeinen veroverden het land van de joden
C
De joden kwamen als predikers het Rijk binnen
D
Predikers stelden de Romeinen voor aan de joden
Slide 1 - Quizvraag
Wat was het verschil tussen Romeinen en joden
A
Joden geloven in meerdere goden
B
Romeinen geloven in meerdere goden
C
Joden geloven in meerdere goden, Romeinen ook
Slide 2 - Quizvraag
Wat moesten joden doen in het Romeinse rijk?
A
niks bijzonders
B
belasting betalen
C
arbeid verrichten
D
bedienen
Slide 3 - Quizvraag
Wat waren de oorzaken en gevolgen van de Joodse opstanden tegen de Romeinen?
1 Joden weigerden om de Romeinse goden te vereren 2 Joden moesten meer belasting betalen als ze hun eigen god als enige wilden vereren 3 De Romeinen verwoestten de Joodse tempel 4 Joden verspreiden zich over de hele wereld, de diaspora
A
1=oorzaak
2=gevolg
3=oorzaak
4=oorzaak
B
1=gevolg
2=oorzaak
3=oorzaak
4=gevolg
C
1=oorzaak
2=oorzaak
3=gevolg
4=oorzaak
D
1=oorzaak
2=oorzaak
3=gevolg
4=gevolg
Slide 4 - Quizvraag
1
2
3
4
5
6
De Romeinen onderwierpen Judea.
Joden bouwden synagogen in het hele rijk.
Joden kwamen in opstand tegen de Romeinen
Joden kwamen in het hele rijk terecht.
Joden moesten hoge belastingen betalen.
Joden werden door Romeinen verjaagd en als slaaf
afgevoerd.
Slide 5 - Sleepvraag
Wat betekende de Joodse diaspora?
A
Het belang van de heilige stad Jeruzalem.
B
Het proberen om volkeren tot het Jodendom te bekeren.
C
Het vereren van goden in de Joodse tempel.
D
Het verlaten van Israël en naar andere landen in de wereld gaan.
Slide 6 - Quizvraag
Wat is antisemitisme
A
jodenvervolging
B
jodenhaat
C
dat een land bestuurd wordt door 1 persoon
D
mensen ongelijk behandelen vanwege hun uiterlijk
Slide 7 - Quizvraag
Wat is niet een voorbeeld van antisemitisme?
A
Joden waren niet welkom binnen een gilde
B
Joden kregen de schuld van onverklaarbare rampen
C
Joden hielden hun eigen cultuur vast
D
Joden mochten geen land bezitten
Slide 8 - Quizvraag
Nationalisme is:
A
Samenwerking tussen verschillende landen
B
Trots zijn op het leger van je eigen land
C
Een grote liefde voor je eigen volk en land
D
Hetzelfde als racisme
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de betekenis van Zionisme?
A
Het streven naar een joodse staat
B
Het streven naar een eigen staat
C
Mensen die tegen nationalisme zijn
D
Geen van de antwoorden
Slide 10 - Quizvraag
Welk persoon wordt hier bedoeld?
Een van de grondleggers van het zionisme, waarover hij in zijn boek Der Judenstaat schreef.
A
Theodor Herzl
B
David Ben-Goerion
C
Yitzhak Rabin
D
Menachim Begin
Slide 11 - Quizvraag
Welk woord weg? drie woorden hebben met elkaar te maken....
A
zionisme
B
nationalisme
C
antisemitisme
D
diaspora
Slide 12 - Quizvraag
Wat beschrijft het Ottomaanse Rijk begin 20e eeuw het best?
A
een groeiend rijk
B
een stabiel rijk
C
een verzwakt rijk
D
een koloniaal rijk
Slide 13 - Quizvraag
Het Suez-kanaal
A
uit 1859, voorkwam dat je om Amerika heen moest
B
uit 1859, voorkwam dat je om Afrika heen moest
C
uit 1869, voorkwam dat je om Azië heen moest
D
uit 1869, voorkwam dat je om Afrika heen moest
Slide 14 - Quizvraag
Koppel de juiste begrippen aan de juiste betekenis
Britten beloven, als ze helpen te Turken te verslaan, onafhankelijk voor de Arabieren
Frankrijk en Groot-Brittannië maken geheime afspraken om het gebied onderling te verdelen.
Britten beloven de Joden, een Joods nationaal tehuis, in ruil voor steun aan de Britten
Slide 17 - Sleepvraag
Wie krijgt op dit plaatje de schuld van de problemen?
A
Groot-Brittannië
B
Frankrijk
C
De Joden
D
De Palestijnen
Slide 18 - Quizvraag
In 1918, werden de door de Fransen en Britten veroverde gebieden opgeknipt in....
A
provincies
B
mandaatgebieden
Slide 19 - Quizvraag
Arabisch-Palestijnse opstand
Joodse immigranten kopen grond van grootgrondbezitters
Britten komen met het Witboek
De Hagana verdedigt de Joden
Groot-Brittannië krijgt het mandaat over Palestina
De Holocaust vindt plaats
Onrust onder Palestijnse Arabieren
Door wetten Hitler verdubbelt Joodse immigratie
Palestijnse boeren raken hun land kwijt
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Slide 20 - Sleepvraag
Juist
Onjuist
De Joodse journalist Theodor Herzl roept het Joodse volk op tot een emigreren naar een nieuw beloofd land op Madagaskar.
De Engelsen waren wilden hulp van de Joden en probeerden daarom het nationalisme van de Joden aan te wakkeren
Het Osmaanse Rijk werd na het Verdrag van Sèvres stukken kleiner
De Duitsers helpen de Turken tijdens WOI
Na de WOI hielden de Engelsen zich wel aan de afspraak met de Arabieren en maar niet aan de afspraak met de Joden
Motieven voor Engeland om het mandaatgebied over het Midden-Oosten te willen waren de rijke voorraden en toegang tot hun kolonie in India
Slide 21 - Sleepvraag
Op welke kaart staat het Verdelingsplan afgebeeld?
A
Kaart 1
B
Kaart 2
C
Kaart 3
D
Kaart 4
Slide 22 - Quizvraag
Theodor Herzl
Zionisme
Holocaust
Palestina
Israël
David Ben Goerion
Stichter van het Zionisme
Joodse nationalisme
Riep de staat Israël uit
Moord op joden tijdens WOII
Staat gesticht door en voor Joden
Bestaat uit twee gebieden, de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever, en Oost-Jeruzalem als hoofdstad.
Slide 23 - Sleepvraag
Lees de tekst. ‘Ik zal nu het document van de oprichting van de Joodse staat voorlezen. Laten we de oprichting ondersteunen door te gaan staan.’
Bij welke persoon hoort deze uitspraak?
A
Ben-Goerion
B
Herzl
C
Balfour
D
Sykes
Slide 24 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Je ziet hier David Ben Goerion, de eerste premier van Israël, die de proclamatie voorleest waarmee de staat Israël wordt uitgeroepen. Boven zijn hoofd hangt het portret van Theodor Herzl. Dat is bewust gedaan, omdat….
A
Herzl de schoonvader is van David Ben Goerion.
B
Herzl eigenlijk de eerste premier had moeten worden, maar overleden is voordat het zover was.
C
Herzl de drijvende kracht achter het zionisme was en dus de grondlegger van een Joodse staat.
D
Herzl de Balfour declaratie heeft ondertekend, waardoor een Joods thuisland mogelijk werd.