Dementie leerjaar 1 periode 3 les 1

Lesdoelen week 1
 De student heeft kennis van:

  • De belangrijkste indelingen en verklaringen van gedrag bij dementerende zorgvragers.
  • Verschillende manieren om naar een zorgvrager met een dementieel beeld te kijken.
  • (basiskennis) mensen met een vorm van dementie.
  • Begrippen die met Dementie te maken hebben.
  • De benaderingswijzen bij dementie 




1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen week 1
 De student heeft kennis van:

  • De belangrijkste indelingen en verklaringen van gedrag bij dementerende zorgvragers.
  • Verschillende manieren om naar een zorgvrager met een dementieel beeld te kijken.
  • (basiskennis) mensen met een vorm van dementie.
  • Begrippen die met Dementie te maken hebben.
  • De benaderingswijzen bij dementie 




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij het woord dementie?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van dementie
  • Alzheimer
  • Vasculaire dementie 
  • Frontaalkwab dementie
  • Korzakov
  • Lewy-Body



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de meest voorkomende vorm van dementie?
A
Fronto-temporaal
B
Lewy-Body
C
Alzheimer
D
Vasculair

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Signalen van dementie in het filmpje

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ziekteverloop en symptomen
1. Bedreigde ik -beginnende dementie
Beginnend- vergeetachtig voor omgeving nog niet altijd zichtbaar 
2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
Matig- meer complexere taken, overzicht houden bijv financiën, 'verdwaaldgevoel' 
3. De verborgen ik - ernstige dementie
Ernstig- orientatieproblemen, herkent
bijv mensen niet meer, tijdsbesef 
4. De verzonken ik - ernstige dementie
Taalproblemen en volledige afhankelijkheid 
Tekst

Slide 8 - Tekstslide

 Bedreigde ik = beginnende dementie
Verdwaalde ik = matig ernstige dementie
Verborgen ik = ernstige dementie (volledig afhankelijk)
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)

Zie thema 4.13 PBSD

stadium 1 
stadium 2
stadium 3
stadium 4
Beginnende dementie

bedreigde ik
Matig ernstige dementie

verdwaalde ik
Ernstige dementie: deels afhankelijk

verborgen ik
Ernstige dementie: helemaal afhankelijk

verzonken ik

Slide 9 - Sleepvraag

Bespreek:
- Per stadium wat de zorgvrager nog wel kan en wat niet.
- Welke begeleiding heeft de zorgvrager per stadium nodig?
DEMENTIE

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verloop van dementie
Dementie is een combinatie van symptomen
Hersencellen krimpen of verbindingen raken beschadigd.
Snelheid is afhankelijk van soort hersenziekte (er zijn meer dan 50 soorten)

Stadia:
1. Beginnende dementie
2. Matig ernstige dementie
3. Ernstige dementie, persoon is volledig afhankelijk
4. Ernstige dementie, persoon kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks en ligt in foetushouding.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat was jouw leukste ervaring met een cliënt tijdens je stage tot nu toe?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

wat was je minst leuke ervaring met een cliënt tijdens je stage tot nu toe?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Heb je in je stage te maken met cliënten met dementie?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dementie?
  • Verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. 
  • Verwerking van informatie in de hersenen raakt verstoord. 
  • Beschadigingen in de hersenen verergeren waardoor steeds verdere achteruitgang in het functioneren. 

De bekendste is de ziekte van Alzheimer. 




Slide 15 - Tekstslide

Dementie is een verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken.
De verwerking van informatie in de hersenen raakt verstoord.
Beschadigingen in de hersenen verergeren waardoor iemand met dementie steeds verder achteruitgaat in functioneren.
De bekendste is de ziekte van Alzheimer. 

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat trof je in deze korte film?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk beeld komt bij jou tevoorschijn als je denkt aan dementie?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cijfers dementie (Nederland)
  • >270.000 mensen met dementie. Ongeveer 12.000 mensen jonger <65 jaar. 
  • Ieder uur krijgen vijf mensen dementie.
  •  Toename door vergrijzing. Geschat wordt half miljoen in 2040.
  • 65 procent krijgt de diagnose: ziekte van Alzheimer. 
  • Treft ruim 8 procent van de mensen > 65 jaar.
  • Treft ruim 25 procent van de mensen >80 jaar.
  • Treft ruim 40 procent van de mensen >90 jaar.
  • De kans is 1 op de 5 dat iemand dementie krijgt. 
  • Voor vrouwen is dat 1 op 3, voor mannen 1 op 7. 




Slide 19 - Tekstslide

In Nederland hebben ruim 270.000 mensen dementie. Hiervan zijn ongeveer 12.000 mensen jonger zijn dan 65 jaar. Ieder uur krijgen vijf mensen in Nederland dementie.
 Het aantal mensen met dementie zal door vergrijzing in de toekomst explosief stijgen naar meer dan een half miljoen in 2040.
Van de mensen met de diagnose dementie heeft ongeveer 65 procent de ziekte van Alzheimer.
Ruim 8 procent van de mensen boven de 65 jaar heeft dementie.
Ruim 25 procent van de mensen boven de 80 jaar heeft dementie.
Ruim 40 procent van de mensen boven de 90 jaar heeft dementie.
De kans is 1 op de 5 dat iemand dementie krijgt.
Voor vrouwen is dat 1 op 3, voor mannen 1 op 7. 
Symptomen dementie?
Mensen met dementie hebben een combinatie van symptomen

Geheugenstoornissen 

Met één of meer cognitieve stoornissen:
  • Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
  • Apraxie: verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
  • Agnosie: onvermogen om objecten te herkennen
  • Stoornissen in uitvoerende functies : zoals rekenen, logisch nadenken, plannen

Gedragsproblemen




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Dementie is er niet van de ene op de andere dag. De schade in de hersenen ontstaat vaak geleidelijk. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de oorzaken van dementie, maar de oorzaak van dementie is nog niet duidelijk. Wetenschappers denken dat veranderingen in de hersenen met de ziekte te maken hebben.

0

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen
  1. Vergeetachtigheid
  2. Problemen dagelijkse handelingen
  3. Vergissingen tijd & plaats
  4. Taalproblemen
  5. Kwijtraken van spullen
  6. Slecht beoordelingsvermogen
  7. Terugtrekken uit sociale contacten
  8. Veranderingen in gedrag en karakter
  9. Onrust
  10. Problemen met zien

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn vier fasen van dementie
welke zijn dat?
welke kenmerken horen hierbij?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekteverloop 4 fases
1. Bedreigde ik - beginnende dementie
2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
3. De verborgen ik - ernstige dementie
4. De verzonken ik - ernstige dementie

Slide 25 - Tekstslide

1. Bedreigde ik - beginnende dementie
vergeetachtig voor omgeving nog niet altijd zichtbaar moeite met meer complexere taken, overzicht houden bijv financien, 

2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
Steeds meer geheugenproblemen, leeft meer in het verleden, 'verdwaaldgevoel', verminderde belangstelling, motoriek gaat achteruit 

3. De verborgen ik - ernstige dementie
leeft in een innerlijke belevingswereld, neemt zelf geen initiatief meer tot contact. Er is nog wel contact mogelijk, herkent mensen niet meer, tijdsbesef is weg . Volledig afhankelijk.

4. De verzonken ik - ernstige dementie
Volledige afhankelijkheid, brabbelwoorden en klanken. Emoties zijn moeilijk waarneembaar.  
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)



Specifieke gedragen 
van cliënten met dementie

  • Perseveren
  • Confabuleren
  • Verzamelzucht
  • Achterdocht
  • Decorumverlies
herhalen van vragen, operkingen, verhalen
het opvullen van gaten in het geheugen met (verzonnen) verhalen om de tekorten in het geheugen te verbloemen
verlies van uiterlijke waardigheid zoals waarden en normen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alzheimer
Vasculaire dementie
Lewy Body
Frontotemporale dementie
komt op jongere leeftijd voor. is erfelijk
trillen, gebogen houding, stijve spieren
Langzaam denken, spreken en handelen
De meest voorkomende vorm van dementie. 

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verloop van dementie is progressief. Wat betekend dit?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke mengvorm van dementie komt heel veel voor?
A
Vasculaire dementie en Lewy Body dementie
B
Lewy Body dementie en Frontotemporale dementie
C
Alzheimer en Vasculaire dementie
D
Alzheimer en Lewy Body dementie

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke hersenfunctie gaat bij dementie als eerst achteruit?
A
Het korte termijngeheugen
B
Het lange termijn geheugen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verloop dementie
  • Leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte. 
  • Diagnose wordt gemiddeld na 14 maanden gesteld. Bij jonge mensen duurt dit > vier jaar. 
  • Aantal klachten en de ernst ervan neemt toe. 
  • Progressieve ziekte.


Slide 31 - Tekstslide

Mensen met dementie leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte.
De diagnose wordt gemiddeld na 14 maanden gesteld. Bij jonge mensen is dit meer dan vier jaar.
Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst ervan toe.
Progressieve ziekte: Er is geen genezing mogelijk voor dementie. Uiteindelijk overlijdt een patiënt aan de gevolgen van dementie.  
Vraag 1: Hoelang kunnen mensen met de ziekte, alzheimer, leven?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2: wat is een voorbeeld van apraxie?

A
Niet meer weten hoe je moet lopen
B
Verlies van zindelijkheid
C
Vergeten hoe de koffie gezet moet worden
D
Het constante gebruik van scheldwoorden tijdens het communiceren

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3: wat is een voorbeeld een afasie?
A
Hakkelen tijdens het vertellen van een verhaal
B
Agressief taalgebruik tijdens het communiceren
C
Termen uit andere, vroeger geleerde talen door de zinnen verwerken

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 4: Wat is een voorbeeld van agnosie?
A
Het niet meer herkennen van eigen kinderen
B
Niet meer goed kunnen lopen
C
Het proces van de ogen, waardoor je langzaam blind wordt

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies