Bewegingen in beelden en grafieken

BEWEGEN
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BEWEGEN

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Bekijk de dia's, beantwoord de vragen als deze gesteld worden en kijk naar het filmpje. Voer de test uit aan het einde. Je hebt 25 minuten voor deze opdracht.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Vastleggen van snelle bewegingen
  1. Fotograferen
  2. Filmen
  3. Stroboscopische foto
  4. Tijdtikker

Slide 5 - Tekstslide

Fotograferen

Slide 6 - Tekstslide

Filmen

Slide 7 - Tekstslide

Stroboscopische foto

Slide 8 - Tekstslide

Stroboscopische foto
  • Verduisterde ruimte
  • Stroboscooplamp
  • Regelmatige tussenpozen een lichtflits
  • Momentopname
  • Alles op 1 foto

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Video / stroboscopische foto
  • Video:
  • 30 beelden/s
  • T = 1 / 30 = 0,033 s

  • Stroboscopische lamp:
  • 50 Hz
  • T = 1/50 = 0,02 s

Slide 11 - Tekstslide

Tabel en diagram maken

Slide 12 - Tekstslide

Afstand tijd tabel

Slide 13 - Tekstslide

Afstand tijd diagram


Slide 14 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Vgem=ts

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Berekeningen
Stap 1: Formule
Stap 2: Berekening
Stap 3: Antwoord met eenheid
maak de volgende berekeningen netjes in je schrift ---->

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 1
Een atlete loopt de 100 meter in 10,8 seconde.
Bereken haar gemiddelde snelheid.

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 1
Denk aan gegevens, formule, berekening en antwoord

Slide 19 - Open vraag

Vraag 2
Johan fietst met een (gemiddelde) snelheid van 5,5 m/s.
Hoeveel km/h is dat?

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 2

Slide 21 - Open vraag

Vraag 3
Tom rijdt een flinke afstand op zijn racefiets. Na drieëenhalf uur fietsen is zijn gemiddelde snelheid 28 km/h is.
Welke afstand heeft Tom in die tijd afgelegd?

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 3

Slide 23 - Open vraag

Versnelde beweging:
afstand tussen de momenten wordt steeds groter.

Slide 24 - Tekstslide

Vertraagde beweging

Slide 25 - Tekstslide

Eenparige beweging:
afstand tussen de momenten is overal gelijk.

Slide 26 - Tekstslide

opdracht
Je krijgt 4 grafieken te zien.
Wat voor soort bewegingen zijn A,B,C,D?
Geef jouw antwoord op de dia daarna.

Slide 27 - Tekstslide

Welke soort beweging en hoe kun je dat aan de grafiek zien? Kies uit versneld, vertraagd, eenparig.

Slide 28 - Tekstslide

diagram A, B, C en D tonen welke bewegingen?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Video

Eenparige: a = 0
Nettokracht = 0N
Bij een constante snelheid werkt er duidelijk een kracht, maar besef dat de nettokracht (voorwaartse kracht - tegenwerkende kracht) gelijk is aan 0 Newton 

Slide 31 - Tekstslide

Versneld: a = positief
Nettokracht > 0N
Bij een versnelling is  de nettokracht groter dan 0 Newton 

Slide 32 - Tekstslide

Vertraagd: a = negatief
Nettokracht < 0N
Bij een versnelling is  de nettokracht kleiner dan 0 Newton. De tegenwerkende kracht is groter dan de voorstuwende kracht.

Slide 33 - Tekstslide