Les 2 Industriele samenleving

les 2 industriele samenleving
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

les 2 industriele samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Organisatie tijd
Katern op tafel
Pen
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Lees/ Verwerkingstijd
Lees blz. 9-10
Klaar met lezen?  
Ga verder met de vragen in je 
werkboekje
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lestijd 10 min
plus 5 minuten filmpjes

Slide 4 - Tekstslide

Landbouwrevolutie
Oorzaken
Er komen verbeterde landbouwmethodes.
- gebruik van machines (mechanisatie)
- schaalvergroting
- uitvinding kunstmest
- ...

Slide 5 - Tekstslide

Voor die tijd......
Hoe zag het leven voor de industrialisatie er uit?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Verbetering van machines
1750: Één spinner maakte 1 klos garen per uur op een spinnewiel
1760: Één spinner maakte 8 klossen garen per uur op een spinning Jenny
1770: Één spinner maakte 200 klossen garen per uur op een Waterframe

Slide 8 - Tekstslide

Te groot
Het Waterframe werkte via waterkracht, met een groot waterrad, deze kon dus niet thuis staan en dus kwamen er...



Slide 9 - Tekstslide

Fabrieken
fabrieken: Speciale plekken waar spullen werden gemaakt. Hier staan tientallen machines die allemaal hetzelfde maken

Slide 10 - Tekstslide

Welk effect heeft een stijgende productie in de landbouw op de bevolkingsgroei?
A
Bevolkingsgroei neemt af.
B
Bevolkingsgroei blijft hetzelfde.
C
Bevolkingsgroei neemt toe.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een logisch gevolg van de bevolkingsgroei?
A
De vraag naar kleding daalt.
B
De vraag naar kleding blijft hetzelfde.
C
De vraag naar kleding stijgt.

Slide 12 - Quizvraag

Oorzaken van de Industriële  Revolutie
Engeland

Bevolkingsgroei
Agrarische  revolutie
Technische Kennis -Uitvindingen
Kapitaal
Grondstoffen: Steenkool en ijzererts
Het bezit van Koloniën


Slide 13 - Tekstslide

Van spierkracht ........
- in de huisnijverheid:
-schietspoel -John Kay

-Spinning Jenny -James Hargreaves



Slide 14 - Tekstslide


Spinning Jenny
1764



  • Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
  • Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen




Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video


Cotton Gin
1793



  • Omdat het spinnen en weven veel sneller ging was er ook meer katoen nodig.
  • Om de zaden sneller uit katoenpluizen te halen vond de Amerikaan Eli Whitney de Cotton Gin uit ("Katoen motor"). 
  • Slavernij neemt toe: er zijn veel meer slaven nodig om de katoen te plukken...




Slide 17 - Tekstslide

Van spierkracht naar waterkracht en uiteindelijk stoomkracht.
  • 1769

  • Richard Arkwright: een spinmachine die met een waterrad werd aangedreven=> waterframe.  Zo kon er nog sneller, meer draad gesponnen worden. Enige nadeel is dat je wel voldoende water voor het waterwiel moet hebben. 

  • De machine was groot en duur =>  einde aan de thuisnijverheid.

  • De eerste fabriek ontstond nu, waar veel mensen aan het werk waren aan machines.

Slide 18 - Tekstslide


Stoommachine
rond 1764 




  • De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
  • Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 19 - Tekstslide


Veranderingen door 
de stoommachine 




  • Leegpompen van mijnen, waardoor je dieper de grond in kunt (grondstoffen)
  • Oude energiebronnen (wind-, spier- en waterkracht) worden langzaam vervangen
  • Stoommachine is overal te plaatsen, niet alleen aan het water







Doordat de vraag naar delfstoffen (ijzer en steenkool voor de machines) sterk toenam, moest er steeds dieper worden gegraven. Met stoommachines werd het grondwater weggepompt.

Slide 20 - Tekstslide

Welk effect heeft de mechanisatie van de landbouw op de vraag naar landarbeiders?
A
De vraag naar landarbeiders daalt.
B
De vraag naar landarbeiders blijft hetzelfde.
C
De vraag naar landarbeiders stijgt.

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Industriële Revolutie
Oorzaken

De vraag naar textiel stijgt.

De bodem is rijk aan steenkool en ijzererts.

Slide 23 - Tekstslide

Industriële Revolutie
Oorzaken
De vraag naar textiel stijgt.

De bodem is rijk aan steenkool en ijzererts.

Moderne transportmiddelen voor vervoer grondstoffen:
- Kanalen worden gegraven.

Slide 24 - Tekstslide

Industriële Revolutie
Oorzaken
De vraag naar textiel stijgt.

De bodem is rijk aan steenkool en ijzererts.

Moderne transportmiddelen voor vervoer grondstoffen:
- Kanalen worden gegraven.
- Spoorwegen worden aangelegd.

Slide 25 - Tekstslide

Industriële Revolutie
Oorzaken
De vraag naar textiel stijgt.

De bodem is rijk aan steenkool en ijzererts.

Moderne transportmiddelen voor vervoer grondstoffen:
- Kanalen worden gegraven.
- Spoorwegen worden aangelegd.

Door nieuwe uitvindingen werd de productie verbeterd. 

Slide 26 - Tekstslide

Industriële Revolutie
Oorzaken
De vraag naar textiel stijgt.

De bodem is rijk aan steenkool en ijzererts.

Moderne transportmiddelen voor vervoer grondstoffen:
- Kanalen worden gegraven.
- Spoorwegen worden aangelegd.

Door nieuwe uitvindingen werd de productie verbeterd. 

Slide 27 - Tekstslide

Pauzemomentje
timer
4:00

Slide 28 - Tekstslide

Werktijd max. 20 min.
  1. Maak de opdrachten bij les 1 in het werkboek af en ga verder met de vragen bij les 2.
  2. Stel vragen als je er niet uitkomt
  3. Klaar? Kijk wat je alvast voor de volgende les kunt doen. 
timer
20:00
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Afsluiting
Schrijf 3 woorden op die je deze les hebt geleerd en licht deze toe
timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide