Informatiemodellering: DataFlow Diagram

Informatiemodellering
Antje Roestenburg
a.roestenburg@minkema.nl
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Informatiemodellering
Antje Roestenburg
a.roestenburg@minkema.nl

Slide 1 - Tekstslide

Dataflow Diagram (DFD)
Informatiemodellering

Slide 2 - Tekstslide

Koppel het juiste symbool aan de juiste naam:
process
data store
external entity
data flow

Slide 3 - Sleepvraag

Welk symbool hoort bij een external entity?
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

Welke namen zijn geschikt voor een external entity?
A
Piloot
B
iPhone van Miguel
C
Verkeerstoren
D
Temperatuursensor

Slide 5 - Quizvraag

Dataflow Diagram (DFD)
De naam van een external entity geeft aan welke rol die in het systeem heeft. Hierdoor is ‘iPhone van Miguel’ niet geschikt. 
Een algemenere omschrijving, zoals ‘smartphone’ was wel goed geweest. Het maakt immers niet uit welk type apparaat het is en van wie het is.

Slide 6 - Tekstslide

Welk symbool hoort bij een process?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Welke namen zijn geschikt voor een process?
A
Print vluchtgegevens
B
Gedownloade vluchtgegevens
C
Toon klantgegevens
D
Wijzigen klantgegevens

Slide 8 - Quizvraag

Dataflow Diagram (DFD)
De regel voor de naamgeving van een process is: 

Een werkwoord in de gebiedende wijs enkelvoud, gevolgd door een zelfstandig naamwoord

Hierdoor vallen de woorden ‘gedownloade’ (geen gebiedende wijs) en ‘wijzigen’ (infinitief van een werkwoord) af.

Slide 9 - Tekstslide

Welk symbool hoort bij een data flow?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Welke namen zijn geschikt voor een data flow?
A
Vertrektijd
B
Bagageband
C
Tax-free shoppen
D
Afgedrukt vliegticket

Slide 11 - Quizvraag

Dataflow Diagram (DFD)
De regel voor de naamgeving van een data flow is: 

Een zelfstandig naamwoord enkelvoud óf een samenstelling van twee zelfstandige naamwoorden enkelvoud óf een voltooid deelwoord plus een zelfstandig naamwoord enkelvoud.

Hierdoor is ‘Tax-free shoppen’ niet toegestaan.

Slide 12 - Tekstslide

Welk symbool hoort bij een data store?
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Welke namen zijn geschikt voor een data store?
A
Ticket
B
Piloten
C
Vluchtschema's
D
Updates

Slide 14 - Quizvraag

Dataflow Diagram (DFD)
De regel voor de naamgeving van een data store is eenvoudig:

Een zelfstandig naamwoord meervoud

Hierdoor is ‘Ticket’ niet toegestaan.

Slide 15 - Tekstslide






Welke onderdelen van dit contextdiagram zijn external entities?
A
Gebruiker
B
Vluchtnummer
C
Vluchtleiding
D
Vluchtvolgsysteem

Slide 16 - Quizvraag

Dataflow Diagram (DFD)

Een external entity herken je aan het 
vierkante of rechthoekige symbool.

Slide 17 - Tekstslide