Nederlands theorie presentatie

Welkom
join even SNEL deze les.
We gaan het hebben over schrijft doelen & hoofdzaken, bijzaken.

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
join even SNEL deze les.
We gaan het hebben over schrijft doelen & hoofdzaken, bijzaken.

Slide 1 - Tekstslide

Schrijfdoelen & tekstsoorten
Paar voorbeelden
informeren doe je met een nieuwsbrief of verslag
instructie geven die je met een recept
beschouwen doe je met een tijdschrift of weblog
overtuigen doe je met een recensie 
activeren doe je met een klachten brief of flyer

Slide 2 - Tekstslide

even een paar vragen.

Slide 3 - Tekstslide

Schrijfdoelen & tekstsoorten
Schrijfdoelen is een doel om een tekst over te brengen.
Er zijn 5 schrijfdoelen:
informeren, instructie geven, beschouwen, overtuigen en activeren.
Het woord zegt eigenlijk al wat het doet.

Slide 4 - Tekstslide

Wat voor soort tekst is een "routebeschrijving"?
A
informerende tekst
B
overtuigende tekst
C
instructie geven
D
activerende tekst

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor soort tekst in een "weblog"?
( Er zijn 2 antwoorden mogelijk)
A
Instructie gevende tekst
B
Beschouwende tekst
C
Informerende tekst
D
overtuigende tekst

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor soort tekst is een "folder"?
A
instructie gevende tekst
B
overtuigende tekst
C
beschouwden tekst
D
activerende tekst

Slide 7 - Quizvraag

Hoofdzaken & bijzaken
Het belangrijkste zaken in een tekst noem je hoofdzaken.
Minder belangrijke zaken zoals uitleg, toelichting en voorbeelden noem je bijzaken.
Even een paar vragen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de bijzaak in deze zin:
"Er valt een oranje glas op de grond in Rosanne haar huis."
A
Dat het glas groen
B
Dat het glas in huis valt
C
Dat het op d grond valt
D
in Rosanne haar huis

Slide 9 - Quizvraag

Wat is in deze zin de hoofdzaak?
" De gele auto zag een rode auto aangereden werden door een een paarse vrachtwagen"
A
Dat er allemaal leuke kleurtjes auto's zijn
B
Wat de gele auto zag.
C
Wat de paarse vrachtwagen deed
D
Dat het verleden tijd is

Slide 10 - Quizvraag

Dit was het. Wat vond je?
(wel een beetje aardig doen)

Slide 11 - Open vraag

doei!

Slide 12 - Tekstslide