5.4. Nieuwe planten en Plantenleven

Welkom vandaag
Planning
  • Lezen
  • Toelichting theorie
  • Vragen stellen
Neem plaats (volgens de plattegrond)
Tas op de grond
PC heb je nodig voor het inloggen bij ItsLearning.


Praktijktoets Microscoop:
H/A: 24 mei en 
TL: 25 mei oefenen

Proefwerk H5:
Donderdag 2 juni
Verslag 
Begin met
Lezen 5.4 TL: blz. 121 t/m 123
Lezen 5.4 H/A: blz. 138 + 139
timer
3:00
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom vandaag
Planning
  • Lezen
  • Toelichting theorie
  • Vragen stellen
Neem plaats (volgens de plattegrond)
Tas op de grond
PC heb je nodig voor het inloggen bij ItsLearning.


Praktijktoets Microscoop:
H/A: 24 mei en 
TL: 25 mei oefenen

Proefwerk H5:
Donderdag 2 juni
Verslag 
Begin met
Lezen 5.4 TL: blz. 121 t/m 123
Lezen 5.4 H/A: blz. 138 + 139
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al of nog?
Inloggen met je eigen naam en 
maximaal 2 icoontjes (plaatjes)
timer
1:00
Let op de timer!

Slide 2 - Tekstslide

Welke 2 vaten zitten
in een stengel?
timer
1:00

Slide 3 - Open vraag

H5.4 Nieuwe planten

Slide 4 - Tekstslide

leerdoelen
Ik kan uitleggen dat een plant geen bloem is, maar (een) bloem(en) heeft

Ik ken de functie van de bloem.
Ik weet hoe een bloem is opgebouwd.
Ik weet wat bestuiving is en ken twee typen.
Ik kan uitleggen wat de invloed is van het stuifmeel/zaad op de type bestuiving of zaadverspreiding.

Slide 5 - Tekstslide

Uit welke delen
bestaat een bloem?
timer
2:00

Slide 6 - Open vraag

De bloem

Slide 7 - Tekstslide

De bloem
Voortplantingsorganen:
Meeldraden (M)
Stamper (V)

Voortplantingscellen:
Stuifmeelkorrels (M)
Eicellen (V)
Volgende dia: bouw stamper en meeldraad

Slide 8 - Tekstslide

Stuifmeelkorrels worden in de helmknop gemaakt
Eicellen zitten in het vruchtbeginsel

Bestuiving: Stuifmeelkorrels komen op de stempel terecht
Stuifmeelkorrels + eicellen= Zaden

Slide 9 - Tekstslide

Bestuiving
Planten met gekleurde/ geurende kroonbladeren zijn vaak insectenbloemen

Insecten eten/gebruiken nectar, geproduceerd door nectarkliertjes

Slide 10 - Tekstslide

Windbloemen
Minder opvallend
Bloemen: klein, groen
en geuren niet

Slide 11 - Tekstslide



1
2
3
A
1=kroonblad 2=meeldraad 3=stamper
B
1=stamper 2=meeldraad 3=stamper
C
1=kroonblad 2=stamper 3=meeldraad
D
1=meeldraad 2=stamper 3=kroonblad

Slide 12 - Quizvraag

In welke fase van de levenscyclus zit de
plant van deze vrucht?
A
kieming
B
kiemplant
C
volwassen plant

Slide 13 - Quizvraag

Windbloem
Insectenbloem
Windbloem
Insectenbloem

Slide 14 - Sleepvraag

Ontwikkeling van vruchten en zaden

Slide 15 - Tekstslide

Bevruchting: Het samensmelten van twee celkernen
uit stuifmeelkorrel groeit buisje door de stijl naar het vruchtbeginsel. Daarin zitten zaadbeginsels. In elke zaadbeginsel zit een eicel.
Celkern van de stuifmeelkorrel zakt door het buisje in de eicel.

Bevruchting

Slide 16 - Tekstslide

Na de bevruchting
Kroonbladeren en kelkbladeren verschrompelen.
Het vruchtbeginsel gaat groeien en wordt een vrucht. 
Tegelijkertijd groeien de zaadbeginsels tot zaden.

Slide 17 - Tekstslide

Noem minstens één gevolg van de bevruchting

Slide 18 - Open vraag

In welke volgorde gaat de stuifmeelbuis door de bloemdelen heen?
A
Stijl, stempel, zaadbeginsel, eicel
B
Eicel, zaadbeginsel, stijl, stempel
C
Stijl, zaadbeginsel, stempel, eicel
D
Stempel, stijl, zaadbeginsel, eicel

Slide 19 - Quizvraag

Wat wordt het zaadbeginsel?
A
vrucht
B
zaad

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heten de vrouwelijke voortplantingsorganen?
A
zaadbeginsel
B
stampers
C
vruchtbegingsels
D
eicel

Slide 21 - Quizvraag

Welke stap komt er na het zaadje in de levenscyclus van een plant?
A
De bloem
B
Het kiemplantje
C
De vrucht
D
Een volwassen plant

Slide 22 - Quizvraag

De stuifmeelbuis (pollenbuis)
groeit van ..... naar
(juiste volgorde)
A
stempel, stijl, zaadbeginsel
B
stijl, stempel, zaadbeginsel
C
vruchtbeginsel, stempel, stijl
D
zaadbeginsel, stempel, stijl

Slide 23 - Quizvraag

Hoe worden zaden verspreid?
Zaadverspreiding:
verspreiden van zaden in de vrucht (voorkomt dat ze allemaal vlakbij moederplant terecht komen)
D r i e   m a n i e r e n 
1. De wind (lichte vrucht)
2. Door dieren (stekelige vrucht ivm kleven in vacht, of vrucht gegeten)
3. Door plant zelf (vrucht knapt open)

Slide 24 - Tekstslide

Vraag: De bestuiving van deze planten wordt gedaan door?
Hand omhoog: door de wind

Slide 25 - Tekstslide

Kruisbestuiving
Stuifmeel gaat naar andere bloem van dezelfde soort
Zelfbestuiving
Stuifmeel komt op bloem van dezelfde plant

Slide 26 - Tekstslide

Zaadverspreiding: door dieren
(2+3)
door wind (1) en door plant zelf(4)
licht
parachute
vorm
Lekker! zaad onverteerbaar
uitgepoept
vrucht stekelig
blijft hangen
valt er weer af
wel 4 meter weg!

Slide 27 - Tekstslide

Welk deel is mannelijk?
A
Meeldraad
B
Stamper
C
Kelkblad
D
Kroonblad

Slide 28 - Quizvraag

Welke onderdeel is vrouwelijk?
A
Meeldraad
B
Stamper
C
Kroonblad
D
Vruchtbeginsel

Slide 29 - Quizvraag


Hoe heet nummer 6
6
A
Kroonblad
B
Knopblad
C
Kelkblad
D
Kruinblad

Slide 30 - Quizvraag

leerdoelen
Ik weet wat fotosynthese  is.  
Ik kan de fotosynthese met verbranding vergelijken  
Ik weet welke stoffen een plant nodig heeft.  
Ik weet welke stoffen een plant produceert.
Ik weet waar een plant reservevoedsel kan opslaan

Slide 31 - Tekstslide

Plantenleven

Slide 32 - Tekstslide

Wat gebeurt er in een plantenleven?
Levenscyclus= kring van gebeurtenissen in vaste volgorde van organisme

  1. Ontkiemen zaad
  2. Jong plantje groeit uit tot volwassen plant met bloemen.
  3. Uit bloemen ontstaan vruchten en zaden
  4. Zaden worden verspreid
  5. Plant gaat in de winter dood
Eenjarig
Twee jarig

Slide 33 - Tekstslide

1-2-meer-jarige planten en houtachtig
Eenjarige planten
ontkiemen in voorjaar, bloeit in zomer, vormt zaden in herfst, sterft in winter
Bonen
Tweejarige plant
ontkiemt + groeit in 1e jaar, bloeit + zaadvorming in 2e jaar, sterft daarna. 
Wortels
Meerjarige plant 
Ontkiemen in voorjaar, bloeit in zomer, zaadvorming in herfst. Winter: sterft bovengrondse. Loopt elk voorjaar uit/kunnen heel oud worden. 
Aardbeien
Houtachtige planten
Ontkiemen in voorjaar uit zaad,
groeit eerste jaren tot struik of boom
Jaarlijks bloeien en zaad maken. Herfst laten loofbomen en veel struiken bladeren vallen.
Voorjaar, komen er weer bladeren en groeien ze door 
Loofbomen en struiken
Havo/VWO

Slide 34 - Tekstslide

Wat bedoelen we met de levenscyclus van de plant?
A
Het plantje dat boven de grond groeit.
B
De levenscyclus is de ontkieming van de plant
C
Alle fasen die een plant doorloopt in zijn leven
D
Als de plant doodgaat.

Slide 35 - Quizvraag

leerdoelen
Ik kan uitleggen dat een plant geen bloem is, maar (een) bloem(en) heeft

Ik ken de functie van de bloem.
Ik weet hoe een bloem is opgebouwd.
Ik weet wat bestuiving is en ken twee typen.
Ik kan uitleggen wat de invloed is van het stuifmeel/zaad op de type bestuiving of zaadverspreiding.

Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk Havo/VWO

Doorlezen  5.4 en 5.5
Maken 5.4 Opgave 1 t/ m 7
en door met 8 t/m 18

Huiswerk TL

Doorlezen  5.4 en 5.5
Maken 5.4 Opgave 1 t/m 7
en door met 8 t/m 14

Klaar?
Antwoorden nakijken en eventueel verbeteren.

Filmpjes bekijken zie ItsLearning 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Hoe ontstaan zaden?

Slide 39 - Tekstslide

En wat ná de bevruchting?
1. Kroon- en kelkbladeren verschrompelen. 
2. Vruchtbeginsel groeit en wordt vrucht (zie afb.) 
3. Zaadbeginsels groeien tegelijkertijd uit tot zaden. -> zo ontstaan zaden in een vrucht, zoals  zaadjes in tomaat of pitjes in  appel.

Slide 40 - Tekstslide

Tomaten
Bananen

Slide 41 - Tekstslide

En nu?
Maken: H5.4: 2 t/m 23
Zelfstudie: blz. 141 !!


Klaar?
Nakijken + verbeteren

Slide 42 - Tekstslide

Heb je nog vragen?
schrijf ze op en stel ze aan je docent.

Slide 43 - Woordweb