Les 5, deel 1/3: Mimicry

Les 5: Mimicry
DEEL 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WoordenschatWereldoriëntatie+1BasisschoolGroep 8

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Les 5: Mimicry
DEEL 1

Slide 1 - Tekstslide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
 
       weet je meer over een bijzondere
       octopus die andere zeedieren nadoet;
   
       heb je kennisgemaakt met tien
       nieuwe woorden.
     Aan het eind van dit deel van de les:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de introductie op de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na-apen
Aap jij wel eens iemand na? Vast wel! Vaak is dat voor de grap. Dieren doen elkaar ook wel eens na, maar dat heeft andere redenen.


In de volgende slide kun je invullen wat je al weet over dieren die elkaar nadoen en waarom ze dat doen.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in waar jij aan denkt bij dit onderwerp.
dieren die elkaar na-apen
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

het introductiefilmpje
Vóórdat je in deel 2 van de les de tekst gaat lezen, ga je dit filmpje bekijken. In het filmpje zie je de Thaumoctopus mimicus. Dat is een octopus die verschillende andere onderzeese dieren kan nadoen!

Klik op de link onder de afbeelding om het filmpje te starten.
Let op: het filmpje is in het Engels. Je kunt de ondertiteling aanzetten (via het tandwieltje), of gewoon goed kijken naar wat de octopus doet!
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen beantwoorden
In deze lessen ga je vaak vragen beantwoorden:
     Van sommige vragen staat het antwoord in de tekst of hoor of zie je het 
     antwoord in het introductiefilmpje. Dit zijn de lees- en kijkvragen.
     Bij andere vragen is dat niet zo. Daarop vind je je antwoord door goed na te
     denken over de informatie uit de tekst of het introductiefilmpje. Die vragen 
     noemen we denkvragen.

de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Bij deze lessen hoort een hand-out met uitleg over hoe je op een goede manier antwoord geeft op de denkvragen. Vraag ernaar bij je leerkracht en maak steeds gebruik van de tips. Die gelden natuurlijk ook voor andere vragen!

Slide 7 - Tekstslide

Print de hand-out 'Denkvragen beantwoorden' voor je leerlingen uit en besteed er deze 1e les van het blok veel aandacht aan.

Het is de bedoeling dat de leerlingen steeds gebruik maken van de tips en handvaten die in de hand-out geboden worden en zich deze manier van antwoord geven eigen gaan maken.

Benoem dit regelmatig bij de open vragen.

Wat doet de inktvis wanneer hij andere zeedieren tegenkomt?
Waarom doet hij dat denk je? 
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 8 - Open vraag

In het filmpje is te zien dat de octopus kan veranderen van vorm, kleur en gedrag. Hij doet dat bijvoorbeeld om zichzelf te beschermen als er gevaar dreigt.
woordenschat
de introductie
terugblikken en vooruitkijken
de woordenschat

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nabootsen
afschrikken
de dupe
behoorlijk
de prooi
In de tekst die je in deel 2 van deze les gaat lezen, leer je tien nieuwe woorden.
Hier zie je alvast de eerste vijf:
Woord: afschrikken
Betekenis: bang maken om iets te doen
Voorbeeldzin: De schapen werden afgeschrikt door het prikkeldraad. Daardoor durfden ze niet meer te ontstappen.
4
Woord: behoorlijk
Betekenis: erg, nogal
Voorbeeldzin: Het is behoorlijk lastig als je fiets kapot is, want dan moet je lopend naar school.
1
Woord: de prooi
Betekenis: het dier dat door een ander dier wordt opgejaagd en opgegeten
Voorbeeldzin: De tijger vrat zijn prooi met huid en haar op. Er was niks meer van over.
2
Woord: de dupe
Betekenis: het slachtoffer
Voorbeeldzin: Mijn kleine zusje is altijd de dupe van mijn flauwe grappen. Ze loopt dan huilend naar mijn moeder.
3
Woord: nabootsen
Betekenis: nadoen
Voorbeeldzin: De zweefvlieg probeert de wesp na te bootsen, zodat je bij hem uit de buurt blijft. Je wilt niet geprikt worden.
5
Klik op het nummer bij het woord om
de betekenis van het woord en een
voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te beluisteren.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 10 - Tekstslide

Kernbegrippen uit de tekst:
  • nabootsen
  • afschrikken
  • verleiden

(zie ook 4.2.1 van de 'Algemene handleiding PO')

vermoedelijk
markant
verleiden
de omstandigheid
    het feest gaat niet door
En hier de tweede helft van de nieuwe woorden:
Woord: het feest gaat niet door
Betekenis: die gebeurtenis gaat niet plaatsvinden
Voorbeeldzin: Toen de bus pech kreeg op weg naar de dierentuin ging het hele feest helaas niet door. We konden helaas geen dieren meer bekijken.
6
Woord: de omstandigheid
Betekenis: de situatie
Voorbeeldzin: In deze omstandigheden kan ik niet werken. Het is echt veel te warm!
7
Woord: verleiden
Betekenis: overhalen om iets te doen
Voorbeeldzin: Bijen worden verleid door de kleur en geur van bloemen om honing uit de bloem te halen.
8
Woord: markant
Betekenis: opvallend door bepaalde kenmerken
Voorbeeldzin: De acteur heeft een markante kop. Hij heeft een grote neus en borstelige wenkbrauwen.
9
Woord: vermoedelijk
Betekenis: waarschijnlijk
Voorbeeldzin: Ik weet het niet zeker, maar vermoedelijk ben ik mijn telefoon verloren op weg naar school.
10
Klik ook hier op het nummer bij het woord om de betekenis van het woord en een voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te horen.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelen met de woorden: domino!
Leg de dominostenen op de juiste plek zodat elk woord naast de juiste betekenis staat. Het eerste steentje ligt er al! 
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze woorden kende je al? Sleep ze naar het juiste vak.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Ja, dit woord ken ik al.
Nee, dit woord ken ik nog niet.
het feest gaat niet door
de omstandigheid
verleiden
vermoedelijk
markant
nabootsen
behoorlijk
de prooi
de dupe
afschrikken

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

terugblikken & vooruitkijken
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd over dit onderwerp?
dieren die elkaar na-apen
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De tekst die je in deel
2 gaat lezen, gaat over
mimicry, na-aperij
om te overleven.
In de volgende slide kun 
je invullen wat je daar al
over weet.
het onderwerp van de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al dit onderwerp?
mimicry
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
jij al

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Je bent nu klaar met deel 1 van deze les.
Veel plezier met deel 2!
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies