T6 B3 1HV
1 / 15
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Een stamper bestaat uit verschillende onderdelen, welke van de onderstaande is geen deel van een stamper?
A
Vruchtbeginsel
B
Steel
C
Stijl
D
Stempel
Slide 3 - Quizvraag
De plant in de afbeelding is waarschijnlijk een:
A
Windbloem
B
Vogelbloem
C
Insectenbloem
D
Mensenbloem
Slide 4 - Quizvraag
Op de foto zie je een tulpenboom (magnolia). Hoe heet het als een bloem op plek A een bloem op plek B bestuift.
A
Kruisbestuiving
B
Windbestuiving
C
Zelfbestuiving
D
Insectbestuiving
Slide 5 - Quizvraag
In welk(e) gevallen is er sprake van kruisbestuiving?
A
Alleen bij 1
B
1, 2, 3, 4
C
1, 4, 7
D
1 en 4
Slide 6 - Quizvraag
In welk(e) gevallen is er sprake van zelfbestuiving?
A
2, 5, 6
B
2, 3, 8
C
2, 5, 8
D
1, 3, 6
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Link
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde?
A
maken stuifmeel > bestuiving > bevruchting > maken zaad
B
maken stuifmeel > bevruchting > bestuiving > maken zaad
C
maken zaad > bestuiving > bevruchting > maken stuifmeel
D
bestuiving > maken stuifmeel > maken zaad > bevruchting
Slide 10 - Quizvraag
Op de stempel van een boterbloem landen meerdere stuifmeelkorrels: 2 van een zonnebloem, 5 van een boterbloem en 4 van een paardenbloem.
In het vruchtbeginsel van de boterbloem zijn 2 zaadbeginsels aanwezig.
Hoeveel bevruchtingen kunnen er maximaal voorkomen in deze bloem? (getal)
In het vruchtbeginsel van de boterbloem zijn 2 zaadbeginsels aanwezig.
Hoeveel bevruchtingen kunnen er maximaal voorkomen in deze bloem? (getal)
