Degrees of comparison/1HV

Comparisons

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Comparisons

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Why do we use comparisons?

You use comparisons to compare people, animals and/or things.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Comparative +

Superlative

Slide 3 - Tekstslide

surpass
Relative pronouns








      - If a word ends with an -e, only a -r  or -st is added: nice - nicer - nicest.
Short words
One or two syllables (lettergrepen)
 

 ...-er 

 ....-est 
 big -bigger

tiny - tiniest

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Comparitive (vergrotende):
+ER

The word is followed by
THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.


Superlative (overtreffende):
+EST

The word  THE  is always placed before.

Rob is the tallest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What do we do with words that end with a consonant + Y?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How many syllables does the word have: 'blue'
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

How many syllables does the word have: 'yellow'
A
1
B
2
C
3

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

How many syllables does the word have: 'intelligent'
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Words that are long (more than 2 syllables)
do net get -er or -est after,
but get MORE or MOST before it!

I am intelligent, but my father is more intelligent than I am.

Jasmin is the most powerful kickboxer in the room.
That race car is the most beautiful car in the world.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relative pronouns
Words that are long (more than 2 syllables)
Comparative 

Superlative
more ... than

the most ....
more beautiful than

the most powerful

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest
D
more bigger

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

This car is ___ than my brother's car.
A
safe
B
safer
C
safest
D
more safe

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Freddie Mercury was the ___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest
D
most great

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular words
good - better - best

bad - worse - worst






Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The English test was _________ than the French test.
A
more easy
B
more easyer
C
easyer
D
easier

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ricardo's big brother is ___ (tall) him.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


That girl is________(smart)  her sister.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


That boy is________(strong) person I know.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I understand the degrees of comparison
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies