NK, Kapitel 5, les 6, week 20

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1,2

Willkommen, heute ist Donnerstag

der 16. Mai 2024

Lernziel(e)

1.  Je kent de regels voor de uitgangen van ein- en kein-.

2. Je kunt de regels van de bezittelijke voornaamwoorden toepassen.

Programma:

Deel 1:

* Huiswerk nakijken

* herhaling grammatica

* zelfstandig aan het werk

Deel 2:

* Spreken

* zelfstandig werken

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

1e nv/ ow	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
persoonlijk vnw	er	sie	es	sie
bep.lidwoord	der Mann	d ie Frau	das Kind	d ie Leute
onbep.lidwoord	ein Mann	ein e Frau	ein Kind	kein e Leute

Grammatica Kapitel 5 B

Instructiefilmpje

Het bezittelijk voornaamwoord

Schrijf in je schrift!

HUISWERK nakijken

1. Maak in je boek van Kapitel 5, E Grammatik

    Aufg. 22, 23, 24, 25, 28
 

E Grammatik, Aufg. 22

1 jouw

2 ons

3 haar

4 jullie

5 uw

6 hun

E Grammatik, Aufg. 23

1 Euer Freund ist schon im Restaurant.

2 Ihre Eltern heißen Hans-Joachim und Sandra.

3 Mein Bruder und ich gehen gerne zusammen essen.

4 Ihre Speisekarte bietet eine große Auswahl (veel keuze).

5 Wo haben Sie Ihr Glas hingestellt (neergezet), Frau Meyer?

6 Unsere Taschen wurden gestohlen! Jetzt ist unser Geld weg!

E Grammatik, Aufg. 24

1 Meine

2 Ihre

3 Sein

4 eure

5 unser

6 Ihr

E Grammatik, Aufg. 25

Unser Restaurant wird diesen Samstag 10 Jahre alt und das wollen wir mit euch feiern!

An diesem Tag ist Fleischig nicht nur unser, sondern auch euer Restaurant. Unser Koch wird nicht nur seine Spezialitäten zubereiten, sondern auch euer Lieblingsessen. Wie soll der Koch zum Beispiel dein Schnitzel oder deine Suppe zubereiten? Schreib also dein Lieblingsgericht in die Kommentare hier unten. Es darf auch ein Nachtisch sein. Wer das beste Gericht vorschlägt, kann seine oder ihre Rechnung zurückgewinnen!

E Grammatik, Aufg. 28

1 Ich esse ein Eis.

2 Du bestellst das Schnitzel.

3 Sie kaufen kein Gemüse.

4 Er kocht keine Kartoffeln.

5 Wir machen zwei Suppen.

6 Du trinkst das Wasser.

7 Ihr nehmt drei Schnitzel.

8 Sie kocht kein Gemüse.

9 Wer kauft die Suppen?

10 Sie kochen das Wasser.

Luisteren naar Sprachmittel

1. We delen de klas op in 3.

• we maken groepjes van 2 personen
• groep 1 blijft 15 minuten in de klas en oefent met opdracht    35 en 37
• Na 10 minuten wisselt groep 1 voor 2 enz. 
• Achteraf komt elk groepje iets voorspreken bij mij :)
• Dus wees serieus met de spreekopdracht bezig!

 

Nu gaan we zelfstandig werken!

Hulpmiddel 

1. Je kunt bepaalde standaardzinnen voor jezelf opschrijven, maar ben er niet teveel tijd mee kwijt. Het gaat hier om het spreken en niet om het schrijven. 

2. Je oefent hier het naar een restaurant gaan en eten en drinken kunnen bestellen, ga hier serieus mee om! Zoek je dus ook een serieuze partner!

Zelfstandig 

Ben je niet met de spreekopdracht bezig?

Maken van Kapitel 5. G Schreiben

Aufgabe 40, 41, 42 en 43.

Let op: Aufgabe 43, maak deze in Word, deze moet je bij mij op papier inleveren!

Deel 2

Eigen opdracht

1. Maak in je boek van Kapitel 5, E Grammatik

    Aufg. 22, 23, 24, 25, 28

2. Leer de grammatica van hoofdstuk 5 via slim stampen.

 

Nu gaan we zelfstandig werken!

Hausaufgaben

1. Maken van Kapitel 5. G Schreiben, Aufgabe 40, 41, 42 en 43.

   Let op: Aufgabe 43, maak deze in Word, deze moet je bij mij op     papier inleveren!

2. Leer de grammatica van hoofdstuk 5 via slim stampen.

Kijk nu terug naar de lesdoelen:

1. Je kent de regels voor de uitgangen van ein- en kein-.

2. Je kunt de regels van de bezittelijke voornaamwoorden toepassen.

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3

1.  Leren: werkwoorden haben / sein

                    zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

                    leren Wörterliste A, S. 41

2. Maken van Kap. 3:  

     3.3 t/m 3.6, 4.3,  5.2, 6.4, 8.2 , 19.4