Engels proefwerk voorbereiding H4

Hoofdstuk 4
Vocab A t/m I
Stone 9 + 10
Present Perfect
Future
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Vocab A t/m I
Stone 9 + 10
Present Perfect
Future

Slide 1 - Tekstslide

Future: 'To be going to' en 'Will'
Will + hele werkwoord

To be going to + hele werkwoord

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg 
  • Will + hele werkwoord > - iemand een voorspelling doet zonder dat er bewijs is.
                                                       - iemand iets van plan is / een beslissing maakt en dat op dat                                                                       moment aangeeft.
  • to be going to + hele werkwoord > - iemand een voorspelling doet en er bewijs is.

                                                                              - iemand iets van plan is / een beslissing maakt en dat al                                                                                vaststaat / eerder is afgesproken. 

Slide 4 - Tekstslide

That dog is seriously injured and is breathing heavily. It looks like it ..... (to stop) breathing any minute now.

Slide 5 - Open vraag

You know what? I ..... (to send) him a postcard right now!

Slide 6 - Open vraag

Present Perfect

Slide 7 - Tekstslide

Even terugkijken
Wanneer?
 - Voor iets uit het verleden dat nu nog bezig is
- Iets uit het verleden dat nu nog effect heeft

Hoe?
Have/has + voltooid deelwoord

voltooid deelwoord
Is jouw voltooid deelwoord regelmatig ? > +ed
Is jouw voltooid deelwoord onregelmatig? > 3e rijtje
have/ has
Has > alleen bij he/ she / it
Have > bij alle andere personen 
Ontkenning
Wil je een ontkenning maken in de Present Perfect ?

Doe dit dan zo : Have/ has + not

Slide 8 - Tekstslide

I ........ (finish) the call.

Slide 9 - Open vraag

Anita ......... (buy) a present for her friend.

Slide 10 - Open vraag

Justin / never / visit / France

Slide 11 - Open vraag

Onregelmatige werkwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Wat is in het Engels het voltooid deelwoord van 'laten'?

Slide 13 - Open vraag

Wat is in het Engels het voltooid deelwoord van 'kopen'?

Slide 14 - Open vraag

Wat is in het Engels het voltooid deelwoord van 'maken'?

Slide 15 - Open vraag

Wat is in het Engels het voltooid deelwoord van 'rennen'?

Slide 16 - Open vraag

Stone 9 + 10

Slide 17 - Tekstslide

Vertaal de volgende zin :
What are you going to do tonight?

Slide 18 - Open vraag

Ik ga een nieuw paar sneakers kopen.
A
I must buy a new pair of sneakers.
B
I should buy a new pair of sneakers.
C
I will buy a new pair of sneakers.
D
I'm going to buy a new pair of sneakers.

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal de volgende zin:
Waarom heeft Simon de school verlaten?

Slide 20 - Open vraag

Hij heeft niet veel geoefend.
A
He hasn't practis much.
B
He hasn't practised much.
C
He haven't practised much.
D
He haven't praktised much.

Slide 21 - Quizvraag

Present Perfect

Slide 22 - Woordweb

Will en to be going to

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide