thema 3 de bloedvaten

Bloedvaten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bloedvaten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je
  • uitleggen welke bloedvaten je in je lichaam hebt
  • uitleggen waar deze bloedvaten voor zijn
  • uitleggen waarom er kleppen in je aders zitten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Soorten aders
Slagaders
  • Zuurstofrijk bloed
  • wanden dik, stevig, elastisch
  • bv polsslagaders

Aders
  • Zuurstofarm bloed
  • bloed stroomt weg van de organen> terug naar het hart
  • wanden dunner, minder elastisch
  • blauwe strepen

Haarvaten
  • Kleine bloedvaten
  • 1 cellaag dik
  • voedingsstoffen en afvalstoffen
  • zuurstof, witte bloedcellen

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf de drie type bloedvaten op:

Slide 5 - Open vraag

Aderklep
  • Veel aders hebben kleppen, deze laten bloed in één richting door
  • Waarom bij aders?

Slide 6 - Tekstslide

Kleppen in het hart
  • tussen boezem en kamer = hartkleppen
  • tussen kamers en longslagader en aorta = halvemaansvormige kleppen

Slide 7 - Tekstslide

halvemaansvormige kleppen
halvemaansvormige kleppen
longslagader
1
aorta
2

Slide 8 - Tekstslide

bloeddruk
  • Het hart pompt het bloed met kracht de slagaders in. Daardoor ontstaat een druk op de bloedvaten. Dit noem je de bloeddruk
  • De bloeddruk bestaat uit 2 waarden:                                                     de bovendruk en de onderdruk.

Slide 9 - Tekstslide

Boven- en onderdruk bloed
  • Bovendruk=als je hart samentrekt. De druk op de vaatwand is op dat moment hoog, omdat het hart dan met veel kracht bloed in de slagaders pompt. 
  • onderdruk =Nadat het bloed is weggepompt naar het lichaam volgt een rustfase. Het hart ontspant zich en de druk op de vaatwand neemt af. De druk op dat moment.

Slide 10 - Tekstslide

Wat bedoelen we met de bloeddruk?

Slide 11 - Open vraag

Hoge bloeddruk
Het is niet goed als de druk voortdurend te hoog is. Een hoge bloeddruk is namelijk een risicofactor voor hart- en vaatziekten.

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Welke voedingsstof eet je minder als je een hoge bloeddruk hebt?
A
Peper
B
Suiker
C
Vet
D
Zout

Slide 14 - Quizvraag

Een gevolg van lage bloeddruk kan zijn dat je bij het opstaan even een beetje duizelig bent.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Uit welke twee onderdelen bestaat de bloeddruk?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Bloeddruk meten

Slide 18 - Tekstslide

Bloeddrukwaarden

Slide 19 - Tekstslide