Lijmwerk maken 2

Lijmwerk maken 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Lijmwerk maken 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het peil van een woning?
A
De hoogte van het grondwater.
B
De hoogte van het maaiveld.
C
De bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer.
D
De bovenkant van de afgewerkte fundering.

Slide 2 - Quizvraag

Loopt een dilatatie door in de kim?
A
Ja, want een dilatatie voorkomt dat de kim over de rand van de ondervloer uitsteekt.
B
Nee, want een dilatatie in de kim laat teveel geluid door.
C
Nee, want door een dilatatie in de kim wordt de muur minder stabiel.
D
Ja, want een dilatatie voorkomt krimpscheuren.

Slide 3 - Quizvraag

Je stelt een profiel voor een wand.
Wat is de juiste volgorde van de onderstaande stappen?
1. Teken de plaats van de wanden op de vloer.
2. Plaats het profiel en stel het te lood.
3. Controleer de maatvoering.
4. Teken het meterpeil af.
A
1 - 4 - 3 - 2.
B
1 - 3 - 2 - 4.
C
2 - 3 - 4 - 1.
D
3 - 4 - 1 - 2.

Slide 4 - Quizvraag

Je stelt een profiel te lood.
Wat is de juiste volgorde van de onderstaande stappen?
1. Bevestig de schoor aan de klamp.
2. Bevestig de schoorlatten aan het profiel.
3. Maak twee klampen aan de vloer vast in de lijn van het profiel.
4. Zet het profiel te lood met een stelwaterpas.
A
2 - 1 - 4 - 3.
B
3 - 2 - 4 - 1.
C
2 - 4 - 1 - 3.
D
1 - 2 - 3 - 4.

Slide 5 - Quizvraag

Waarom zit er wapening in een betonnen latei?
A
Om de oplegging minimaal te houden.
B
Om de trekkrachten op te vangen.
C
Om het gewicht te beperken.
D
Om scheurvorming door vervorming (opwippen) te voorkomen.

Slide 6 - Quizvraag

Welke latei moet na plaatsen tijdelijk onderstempeld worden?
A
Elke latei.
B
Een zware latei.
C
Een zelfdragende latei.
D
Een samenwerkende latei.

Slide 7 - Quizvraag

Waarom leg je een betonnen latei bij de oplegging op folie?
A
Om scheurvorming te voorkomen door werking van de latei.
B
Om de hoogte van de latei gelijk te krijgen met de kalkzandsteenblokken.
C
Om de latei demontabel te houden.
D
Om de hoogte van de latei te stellen.

Slide 8 - Quizvraag

Een veeranker lijm je in de lintvoeg tussen twee wanden.
Waar zit het verende gedeelte van het anker?
A
In de lintvoeg.
B
In de dilatatie tussen de twee wanden.
C
In de spouw.
D
In de stootvoeg.

Slide 9 - Quizvraag

Je lijmt een binnenblad met een gevulde dilatatie.
Hoe breed maak je de dilatatie?
A
10 mm.
B
20 mm.
C
2 mm.
D
1 mm.

Slide 10 - Quizvraag

Waarom bestaan er kimblokken in allerlei verschillende hoogtes?
A
Hoge kimblokken verbeteren de stabiliteit van de wand.
B
Om de hoogte van de wand op een heel blok te laten eindigen.
C
De hoogte van de kimblokken bepaalt de druksterkte van de kimblokken.
D
De kimblokken moeten even hoog zijn als de lijmblokken.

Slide 11 - Quizvraag

Je lijmt een lange scheidingswand in een ruimte en je bent bij de bovenste lagen.
Waarom gebruik je een lange schraagsteiger?
A
Bij een schraagsteiger kun je snel opstappen en afstappen en werk je snel.
B
Op een schraagsteiger kun je ook de lijmkuip en de lijmblokken opstellen.
C
Een schraagsteiger kun je snel in hoogte verstellen.
D
Een schraagsteiger is veilig omdat er een leuning op zit.

Slide 12 - Quizvraag

Je maakt een scheidingswand van kalkzandsteen blokken.

De ondergrond is een gladde afwerkvloer van zandcement.
Hoe plaats je de eerste laag?
A
Je stelt de kalkzandsteen blokken los op de afwerkvloer.
B
Je stelt de kalkzandsteen blokken in de mortel.
C
Je lijmt de kalkzandsteen blokken op folie op de afwerkvloer.
D
Je stelt de kimlaag en daarop de kalkzandsteen blokken.

Slide 13 - Quizvraag

Je maakt lijm aan met een mixer in een speciekuip.
Hoe lang moet je de lijm laten narijpen?
A
Dat is afhankelijk van de lijm en het staat op de verpakking.
B
De lijm moet minimaal drie uur narijpen.
C
Dat is afhankelijk van de hoeveelheid water die je toevoegt.
D
De lijm moet minimaal twee uur narijpen.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de laagste temperatuur waarbij je standaard winterlijm nog mag gebruiken?
A
-3° Celsius.
B
-7° Celsius.
C
0° Celsius.
D
-10° Celsius.

Slide 15 - Quizvraag

Je lijmt kalkzandsteenblokken.
Wanneer verhardt lijmmortel het snelste?
A
Bij lage temperaturen en hele natte blokken.
B
Bij hoge temperaturen en hele natte blokken.
C
Bij hoge temperaturen en hele droge blokken.
D
Bij lage temperaturen en hele droge blokken.

Slide 16 - Quizvraag

Je werkt de aansluiting tussen de gipsblokken en het plafond af met purschuim.
Wat doe je daarvoor eerst?
A
Het betonnen plafond boven de aansluiting voorsmeren met lijm.
B
De gipsblokken en het plafond opruwen voor de hechting van het purschuim.
C
De gipsblokken met ankers vastzetten aan het plafond.
D
De bovenkant van de gipsblokken voorsmeren met een hechtprimer.

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer haal je de lijmbaarden weg van een gelijmde kalkzandsteenmuur?
A
Na ongeveer twee uur als de lijm hard is geworden.
B
Binnen een uur en voordat de lijm hard is geworden.
C
De volgende dag als de lijm helemaal is uitgehard.
D
Direct na elke steen die je gelijmd hebt.

Slide 18 - Quizvraag

Je lijmt een binnenwand met keramische lijmblokken. In de wand zit een hoek.
Hoe lijm je de blokken?
A
In klezoorverband.
B
In staand verband.
C
In een verspringing van de dikte van de wand.
D
In halfsteens verband.

Slide 19 - Quizvraag

Welke lijmblokken gebruik je voor wanden die onafgewerkt zijn maar wel zichtbaar blijven?
A
Vellingblokken.
B
Cellenbetonblokken.
C
Keramische lijmblokken.
D
Gipsblokken.

Slide 20 - Quizvraag

In welke container gooi je overtollige lijm en mortel?
A
De container voor restafval.
B
De container voor chemisch afval.
C
De container voor zand en grond.
D
De container voor puin.

Slide 21 - Quizvraag

Wanneer gebruikt je winterlijm?
A
Van november tot april.
B
Van begin nachtvorst tot einde nachtvorst.
C
Van september tot mei
D
In december en januari.

Slide 22 - Quizvraag

Waarom moet je de kim afdekken bij temperaturen onder 0o C of als het hard regent?
A
Omdat het anders erg moeilijk is om de kimvoeg de juiste dikte te geven.
B
Omdat het anders erg lang duurt voor de kim is uitgehard.
C
Omdat het anders mogelijk is dat de kimspecie uit de stootvoegen loopt.
D
Omdat het anders mogelijk is dat er barsten in de kim komen.

Slide 23 - Quizvraag

Bij niet dragende scheidingswanden komt er ...
A
een dilatatie na 8,5 á 9 meter
B
geen dilatatie
C
een dilatatie tot 8,5 á 9 meter
D
een dilatatie tussen 7 en 8 meter

Slide 24 - Quizvraag

Je lijmt kalkzandsteenblokken.
Waarmee lijm je de kopse kanten?
A
Met een lijmkam.
B
Met een spackmes.
C
Met een lijmschep.
D
Met een lijmbak.

Slide 25 - Quizvraag