Taalverwerving les 3

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1) Indo-europese talen....en dan?
2) Talen veranderen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet je wat de oorsprong is van de Europese moderne vreemde talen en weet je dat talen veranderen

Slide 3 - Tekstslide

De stamboom van de Indo-Europese talen.
De oorsprong van de indo-europese talen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Allebei dezelfde oorsprong

Slide 6 - Tekstslide

De Indo- Europese connectie
.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoeveel mensen spreken een Indo-Europese taal?
A
ong 30%
B
ong 40%
C
ong 45%
D
ong 35%

Slide 9 - Quizvraag

Welke talen stammen af van het Proto-indo-europees?
A
Hindi, Perzisch, Grieks, Spaans
B
Perzisch, Russisch, Spaans, Zweeds
C
Hindi, Iraans, Italiaans, Keltisch, Anatolisch
D
Bengaals, Armeens, Roemeens, Duits

Slide 10 - Quizvraag

Hoe komt het (denken we) dat het Indo-Europees vanuit
de steppen van Oekraïne is verspreid?
A
Door de landbouw verspreidde de taal zich.
B
Doordat de beschaving al ver ontwikkeld was op de steppen.
C
Doordat de nomaden verjaagd werden en overal heen vluchtten
D
Doordat de nomaden al paarden bereden, konden ze verder reizen.

Slide 11 - Quizvraag

Welke andere theorie bestaat er over de verspreiding van de Indo-Europese talen?

Slide 12 - Open vraag

Taal verandert
Taal verandert voortdurend. Er komen woorden bij en er worden woorden niet meer gebruikt. De woorden die erbij komen, komen vaak uit andere talen, de leenwoorden. In de Indo-Europese talen zijn veel leenwoorden uit andere Indo-Europese talen terug te vinden.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Je maakt nu:
Les 2: Opdracht 3a en 3b (p. 9)
Opdracht 4 (p. 10)
Les 3: opdracht 3-8 (p. 13 e.v.)
Let op: de kruiswoordpuzzel op p 13 hoort bij opdracht 5

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb ik geleerd?

Slide 16 - Woordweb