Der/Ein: mannelijke woorden (zoals der Mann, der Freund, der Stier, der Baum)
Die/Eine: vrouwelijke woorden (Die Frau, die Freundin, die Kuh, Die Blume --> veel woorden die op -e eindigen zijn vrouwelijk)
Das/Ein: onzijdige woorden (das Haus, das Lied.... --> veel woorden die in het Nederlands het lidwoord ''het'' hebben/vaak verkleinwoorden (eindigt op -chen/-lein)
Die(/Keine): meervoud (die Häuser, die Kinder, die Frauen)
Slide 5 - Tekstslide
Der/die/das/die
Als de stam van een werkwoord als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt is het vaak mannelijk: springen --> der Sprung/laufen --> der Lauf
Vrouwelijk: als een woord een van de volgende uitgangen heeft is het vaak vrouwelijk: