Lezen H4

Welkom H2P
dinsdag 19 januari 2021

Zet je camera aan
En je geluid uit

Zorg dat je je mobiel bij de hand hebt


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom H2P
dinsdag 19 januari 2021

Zet je camera aan
En je geluid uit

Zorg dat je je mobiel bij de hand hebt


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
- je frist je kennis op over hoofd- en bijzaken
- je leert tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden
- je leert onderscheid te maken tussen standpunten en argumenten

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
- Welkom en presentie (5 min)
- Terugblik: formatieve toets en Lezen H1 t/m 3 (15 min)
- Uitleg: H4 Lezen: feit, mening en standpunt (10 min)
- Zelfstandig werken / mogelijkheid om vragen te stellen

Slide 3 - Tekstslide

Formatieve toets
Vragen

Thijs en Lina

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling Lezen jaar 1 en H1 t/m 3
Onderwerp: 1 of een paar woorden 
Hoofdgedachte: belangrijkste samengevat in 1 zin
Tekst: inleiding, middenstuk en slot
Tekstdoelen 
Hoofd- en bijzaken, kernzin
Tekstverbanden: opsommend, toelichtend, chronologisch, tegenstellend, concluderend , redengevend (keuze), oorzakelijk (buiten iemands wil), samenvattend, vergelijkend, doel-middelverband

Slide 5 - Tekstslide

Kahoot

Slide 6 - Tekstslide

H4 Lezen: feiten, meningen en argumenten
Feit: waar of niet waar (onwaar feit = ook een feit)

Mening of standpunt: wat iemand vind
Signaalwoorden: ik vind, volgens mij, lijkt mij, mijns inziens, naar mijn mening

Argument: daarmee leg je uit, waarom je een bepaalde mening hebt
Signaalwoorden: want, omdat, namelijk en immers

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een standpunt?
A
Een mening over iets.
B
Een onderbouwing.
C
Een argument.
D
Het ergens niet mee eens zijn.

Slide 8 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quizvraag

Frozen is een kinderachtige film.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 10 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quizvraag

In deze chocoladetaart zit suiker.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 12 - Quizvraag

Het signaalwoord 'want' kondigt een ......... aan
A
argument
B
mening
C
conclusie

Slide 13 - Quizvraag

[Ik ben van mening dat blind eten een sterk concept is], want zo ervaren mensen op een ongewone manier hoe het is om een visueel handicap te hebben.
A
Argument
B
Standpunt

Slide 14 - Quizvraag

9) Wat is het argument bij de mening: 'Daarom vind ik dat ons onderwijs niet goed is ingericht voor de ontwikkeling van ieder talent.' (al. 3)? Alinea 3 volgt hierna.
A
We houden er te weinig rekening mee dat de samenleving ieder talent keihard nodig heeft
B
Bedrijven staan te springen om jonge werknemers die een vak hebben geleerd.
C
In de zorg is er nog steeds een grote vraag naar handen aan het bed, in plaats van naar 'hoofden'.
D
Er wordt geen argument bij dat standpunt gegeven.

Slide 15 - Quizvraag

Huiswerk 
Ga naar Nieuw Nederlands online, Planning: Lezen H4 en maak de opdrachten (1 en 2) die klaarstaan.

Slide 16 - Tekstslide