In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
1C Nederlands vrijdag
WELKOM! NODIG: leesboek + H5 lezen
Slide 1 - Tekstslide
Planning
10 minuten lezen
Uitleg H5 lezen
Zelfstandig werken Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
Je kan uitleggen met welk doel een schrijver een tekst kan schrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wat is het doel van het filmpje?
A
informeren
B
iets leren
C
vermaken
D
overtuigen
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
Wat is het doel van het filmpje?
A
overtuigen
B
overhalen
C
vermaken
D
informeren
Slide 7 - Quizvraag
Verschil overtuigen en overhalen
Overtuigen = Schrijver wil dat je zijn/haar mening overneemt. Overhalen = Schrijver wil je overhalen om iets wel/niet te doen.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het doel van deze tekst?
A
overtuigen
B
overhalen
C
iets leren
D
informeren
Slide 10 - Quizvraag
De schrijver van een tekst (over de maker van een film) wil bij de lezer iets bereiken. Hij wil bijvoorbeeld iets aan de lezer uitleggen of hij wil dat de lezer iets doet. De tekst die hij schrijft, heeft dus een doel.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Lees de tekst. Wat is het doel?
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
instrueren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
instrueren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 16 - Quizvraag
Lees de tekst. Wat is het tekstdoel?
Blinden in het verkeer
Ik rijd al tien jaar op de fiets, maar wist niet dat een blinde die wil oversteken, altijd voorrang heeft als hij zijn stok uitsteekt. Ik vind daarom dat hier in verkeerslessen extra aandacht aan besteed moet worden. Slechtzienden of blinden kunnen als voetganger gemakkelijk aangereden worden, als mensen deze regel niet kennen. Of je nu op een fiets rijdt of in een auto, je moet weten hoe je moet handelen als iemand met een blindenstok op de stoep staat te wachten.
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
instrueren
C
activeren
D
overtuigen
Slide 18 - Quizvraag
Aan de slag!
WAT: H5 lezen opdracht 2
HOE: Klassikaal of zelfstandig --> in stilte aan het werk
Je maakt H5 lezen in je schrift. Geen schrift = blaadje en overschrijven in je schrift.
Slide 19 - Tekstslide
Afsluiting
Lesdoel behaald?
Slide 20 - Tekstslide
H5 lezen - opdracht bespreken
WAT: Pak opdracht 2 erbij. In je boek is dit bladzijde 118.
Slide 21 - Tekstslide
Instructie opdracht 4
Hoe bepaal je ook alweer het onderwerp van een tekst?
Hoe weet je wat het doel is van de schrijver?
Na de instructie: Opdracht 4 maken --> In je schrift!! HULP: Pak de theorie erbij, klasgenoot of stel een vraag. EERDER KLAAR: Maak de steropdracht (opdracht 5*)