4.2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom! 

Welkom

Lesplanning

Bespreken paragraaf 4.1	10 min
Samen lezen 4.2 Het water op aarde	10 min
Maken 4.2 opdracht 1 t/m 5	10 min
Samen lezen 4.2 De waterkringloop en zout in de zee	10 min
Afmaken opdrachten paragraaf 4.2	20 min
Lesafsluiting met LessonUp	15 min

Vraag 3. Uit welke plek halen Nederlandse drinkwaterbedrijven geen water?

1. Duinen
2. Grond
3. Rivieren
4. Zee

Vraag 5. Op warme zomerdagen vullen steeds meer Nederlanders een zwembad. In een opblaaszwembad gaat soms wel een paar duizend liter water. Wat vind jij ervan dat er zoveel drinkwater wordt gebruikt voor het vullen van een zwembad?

Vraag 7. De landen waar veel mensen geen toegang hebben tot schoon water liggen vooral in...

1. het centrum
2. de periferie
3. de semiperiferie

Vraag 9. Hoe hoger het deel mensen met toegang tot schoon water, hoe .................. de levensverwachting in een land.

1. hoger
2. lager

Zet de onderdelen van de reis van het afvalwater in de goede volgorde

1

2

3

4

5

6

7

waterleiding

vaatwasser

rooster om groot vuil te verwijderen

rioolpomp

oppervlaktewater

betonnen rioolbuis 

kunststof  rioolbuis 

4.2 De waterkringloop 

Leerdoelen:

Aan het eind van de les kun je:

• beschrijven hoe het water op aarde is verdeeld over zout water en zoet water.
• de korte en de lange waterkringloop beschrijven.
• uitleggen waarom zeewater zout is.

Soorten water

 Oppervlaktewater:

📌 zichtbaar

📌 sloten, kanalen, rivieren, meren, zeeën

Soorten water

Grondwater: 

📌 onzichtbaar

📌 zit in openingen van zand- en kleideeltjes

Aan de slag

• Wat? Maak 4.2 opdracht 1 t/m 5
  
• Hoe? Zelfstandig, zachtjes overleggen mag
• Tijd? 10 minuten

• Klaar? Lees de rest van 4.2 en maak 4.2 verder af

Waterkringloop

Aan de slag

• Wat? Maak 4.2 helemaal af
  
• Hoe? Zelfstandig, zachtjes overleggen mag
• Tijd? 20 minuten

• Klaar? Maak ook paragraaf 4.1 af
• Ook daarmee klaar? Werk aan je PO of aan NUMO

Zoet water 

Zout water 

gletsjers 

rivieren 

97%

zeeën

3%

meren 

rivieren

in de bodem

ijs 

waterdamp 

oceanen 

ijskappen en gletsjers 

grondwater 

oppervlakte

water

overig 

22%

0,9%

77%

78%

1

2

3

4

5

6

7

De zon verwarmt de oceaan

Er ontstaan wolken

Er ontstaat neerslag 

Oceaanwater verdampt 

Water valt terug in de oceaan

Waterdamp koelt af

Waterdamp stijgt op

Welke letter hoort bij welk soort water?

1. A = zout B = zout C = zoet
2. A = zoet B = zout C = zoet
3. A = zoet B = zoet C = zout
4. A = zout B = zoet C = zout

Grondwater hoort bij...

1. Lange kringloop
2. Korte kringloop
3. Beide kringlopen
4. Hoort niet bij de kringloop