Modals should, must & have to

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Goals
At the end of this lesson...

  • You have repeated 'modal verbs' --> must, should and have to

Slide 2 - Tekstslide

Modal verbs: must, should & have to
Leerdoel: 
Je weet al het verschil in gebruik tussen het gebruik van must(n't), should(n't) & have(n't)/has(n't)

Below there are 4 warming-up questions. Grab your phone and answer them.

Slide 3 - Tekstslide


Als je vindt dat iets "zou moeten" gebruik je ...
A
Must + hele werkwoord
B
Should + hele werkwoord
C
Have/Has to + hele werkwoord

Slide 4 - Quizvraag

Als jij zelf sterk van mening bent dat iets moet gebruik je:
A
Must + hele werkwoord
B
Should + hele werkwoord
C
Have/Has to + hele werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Als je wilt zeggen dat iets "van een iemand anders moet" gebruik je ...
A
Must + hele werkwoord
B
Should + hele werkwoord
C
Have/Has to + hele werkwoord

Slide 6 - Quizvraag

Als je wilt zeggen dat iets NIET hoeft gebruik je:
A
Shouldn't
B
Mustn't
C
Don't have to/ Doesn't have to

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

My dad says I ... take my brother to school.
A
must
B
have to
C
has to
D
should

Slide 14 - Quizvraag

You ... smoke. It's bad for you.
A
should not
B
must not
C
don't have to
D
doesn't have to

Slide 15 - Quizvraag

I ... confess, that she was friendlier than I thought.
A
should
B
must
C
have to
D
has to

Slide 16 - Quizvraag

I ... clean out the dishwasher every night. That is my chore.
A
should
B
must
C
have to
D
has to

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Appointment
Stitches
Black eye
Headache
(to) faint
Toothache
(to) improve
Afspraak
Hechtingen
Verbeteren
Blauw oog
Hoofdpijn
Kies-/ Tandpijn
Flauwvallen

Slide 19 - Sleepvraag