H5.2 Europa wordt christelijk + herhaling 5.1 en 5.3 1HV

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 5 - 1hv

De tijd van monniken en ridders

De levenswijze van jager-verzamelaars hoort bij:

1. Jagers en boeren
2. Grieken en Romeinen
3. Monniken en ridders
4. Steden en staten

In de tijd van monniken en ridders was er een...

1. Landbouwsamenleving
2. Landbouwstedelijke samenleving

Leenstelsel

Hofstelsel

Horige

Politiek systeem

Herendiensten

Ridder was in dienst van de heer

Domein

Welke drie sociale groepen ken je?

Standenmaatschappij

3 groepen

In de middeleeuwen had je in de samenleving drie standen:

Geestelijken

Adel

Boeren/horigen

Elke groep heette  een stand. Letterlijk waar jij staat in de maatschappij, wat jouw plek is. 

Boeren

Adel

Geestelijken

Vechten/beschermen

Werken

Bidden

Belasting betalen

Wat hoort niet bij het hofstelsel ?

1. Heer
2. Horige
3. Domein
4. Geestelijke

Hofstelsel

oorzaken

• Tijd van monniken en ridders is onveilig.
• Boeren zoeken bescherming bij heer.

Hofstelsel

Horigen

• Halfvrije boeren horen bij het land van de heer.
• Horigen betalen belasting aan de heer.
• Horigen doen onbetaald werk voor de heer: herendiensten.
• Vraag: Welke onvrijheid hoort bij de horigheid?

Wat hoort niet bij het hofstelsel?

1. De heer geeft bescherming aan de horige
2. Horigen moeten herendiensten verrichten
3. De horige geeft een deel van de opbrengst van het land aan de heer
4. De heer helpt de horige op het land tijdens de oogsttijd

Noem een voordeel van het hofstelsel voor de boeren.

Noem een nadeel van het hofstelsel voor de boeren.

Er waren mensen die het christendom verspreiden aan de hand van een opdracht, hoe noem je dit?

1. Prediker
2. Profeet
3. Missionaris
4. Geestelijken

De Friezen bekeren zich tot het christendom

1. Dit is verandering
2. Dit is continuïteit

Kies het juiste antwoord:
De Germanen hadden een

1. polytheïstische godsdienst
2. monotheïstische godsdienst
3. Geen godsdienst
4. Atheïsme

In de tijd van de missionaris Willibrord hadden veel Germanen een polytheïstische godsdienst.

1. Dit is verandering
2. Dit is continuïteit

Wat is een overeenkomst tussen de Romeinse en Germaanse godsdienst? Meerdere antwoorden zijn goed

1. Ze geloven beide in één god
2. Ze geloven beide in natuurgoden
3. Ze hebben beide een polytheïstische godsdienst
4. Ze geloven beide nergens in

Hoe noem je iemand die (volgens de christenen) niet het goede geloof heeft?

1. Heiden
2. Germanen
3. Pastoor

De verspreiding van het christendom in Europa is een kenmerkend aspect van de

1. tijd van jagers en boeren
2. Grieken en Romeinen
3. Monniken en ridders
4. Steden en staten

De Germanen verzetten zich tegen het christendom omdat..

1. zij het eten van de missionarissen niet lekker vonden
2. zij de missionarissen als indringers zagen
3. ze het leuk vonden om kerken in brand te steken

Wat is een klooster?

Monniken leven in kloosters, wat zijn monniken?

1. Mensen die het geloof verspreiden
2. Mensen die afgescheiden van de samenleving leven
3. Mensen die de opdracht krijgen van de paus om het klooster te promoten

1.

Sleepvraag: Maak de juiste combinaties

Aartsbisschoppen

Paus

Lage geestelijken

Bisschoppen

2.

3.

4.

Huiswerk 5.2

Opdracht 1,3,5 en 7. Dit staat ook in Magister