Meander oefentoets hoofdstuk 2 landbouw

Landbouw
Oefentoets 
Meander 
Groep 5
Thema 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Landbouw
Oefentoets 
Meander 
Groep 5
Thema 2

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord moet in de zin:
In de akkerbouw verbouwen boeren gewassen vaak .....
A
.. op grote velden.
B
.. in kassen.

Slide 2 - Quizvraag

Boeren in de veeteelt zorgen voor ...

Slide 3 - Open vraag

Fruit komt meestal uit de ....

Slide 4 - Open vraag

Veel boeren werken ...
A
... met grote machines.
B
... in fabrieken.

Slide 5 - Quizvraag

Akkerbouw
Tuinbouw
Veeteelt

Slide 6 - Sleepvraag

Voedsel van de tuinbouw is vaak duurder dan voedsel van de akkerbouw. Hoe komt dat?
Waar
De oogst in de tuinbouw is kleiner.
De planten in de tuinbouw zijn kleiner.
De planten in de tuinbouw hebben
 veel zorg nodig.
In de tuinbouw mislukt de oogst vaak.

Slide 7 - Sleepvraag

... dan de helft van Nederland wordt voor landbouw gebruikt.
A
Meer ..
B
Minder ...

Slide 8 - Quizvraag

Boeren doen meestal aan één soort landbouw. Waarom? Kies er 2
A
De machines waar de boeren mee werken zijn erg duur en voor elk soort landbouw heb je andere machines nodig.
B
Elke boer mag maar één soort landbouw doen.

Slide 9 - Quizvraag

Boeren doen meestal aan één soort landbouw. Waarom? Kies er 2
A
Voor elk soort landbouw heb je andere kennis nodig.
B
Voor elke soort landbouw heb je veel ruimte nodig en er is niet genoeg ruimte.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe noem je het als een boer maar aan één soort landbouw doet?

Slide 11 - Open vraag

Noord
Zuid
West
Oost

Slide 12 - Sleepvraag

Het is half bewolk in het ..
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 13 - Quizvraag

Het regent in het ...
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 14 - Quizvraag

Het bliksemt in het ...
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 15 - Quizvraag

De zon schijnt in het ...
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 16 - Quizvraag

De spoorlijn loopt over de snelweg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

De spoorlijn loopt door het bos.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

De spoorlijn loopt door de stad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

De spoorlijn loopt over de rivier.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

De spoorlijn loopt door het landbouwgebied.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Klaar!
Hoe ging het?
Het ging super. Ik ben klaar voor de toets.
Het ging goed.
Het gaat wel oke. Ik moet nog wel even leren.
Het ging heel slecht.Ik moet echt nog heel goed gaan leren.

Slide 22 - Poll