diversiteit les 6

Inchecken; hoe is het met je?
A
B
C
D
1 / 29
volgende
Slide 1: Quizvraag
sociaal werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Inchecken; hoe is het met je?
A
B
C
D

Slide 1 - Quizvraag

Wil je de smiley toelichten?

Slide 2 - Open vraag

Diversiteit

Slide 3 - Tekstslide

Programma
Opstarten (5 min.)

Terugblik vorige week (10 min.)
F- en G-Cultuur 
Dimensies Hofstede (10 min.)
Etnocentrisme (15 min.)
Afsluiting / evaluatie (5 min.)
Bespreken toets stof





Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les heb je gewerkt met de vijf dimensies van Hofstede

Aan het einde van deze les weet je wat het begrip “etnocentrisme” inhoudt

Slide 5 - Tekstslide

terugblik vorige week

Slide 6 - Tekstslide

G- Cultuur

= Grofmazige cultuur

Kent algemene regels en veel individuele vrijheid om deze nader in te vullen 
F- Cultuur

= Fijnmazige cultuur

Kent gedetailleerde gedragsregel, waaraan iedereen zich te houden heeft 

Slide 7 - Tekstslide

Vijf dimensies van Hofstede
Doel van het model is cultuurverschillen in kaart te brengen om ze beter te kunnen overbruggen.

Slide 8 - Tekstslide

Vijf dimensies van Hofstede
Dimensie 1: Machtsafstand

Dimensie 2: Individueel (ik) of groepsgericht (wij)
Dimensie 3: Masculien of feminien
Dimensie 4: Omgaan met onzekerheid
Dimensie 5: Kortetermijndenken of langetermijndenken




Slide 9 - Tekstslide

Dimensie 1: Machtsafstand
Nederland heeft gemiddeld een kleine machtsafstand, docenten worden vaak met “jij” aangesproken. Je mening geven aan mensen die boven je staan wordt gewaardeerd.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld

Spreek jij je ouders met u aan?
A
Ja
B
soms
C
nee

Slide 11 - Quizvraag


Spreek jij je ouders wel eens tegen?
A
Ja
B
nee
C
soms

Slide 12 - Quizvraag

Dimensie 2: Individueel (ik) of groepsgericht (wij)
Nederland is overwegend individualistisch.      
                        
Kinderen zijn hier gewend te zeggen wat ze denken, worden opgevoed om voor hun eigen mening uit te komen. In een groepsgerichte cultuur is harmonie en bescheidenheid belangrijker.

Slide 13 - Tekstslide



Individueel (ik) of groepsgericht (wij)
Wat past het beste bij jou opvoeding?

A
individueel
B
groepsgericht

Slide 14 - Quizvraag

Dimensie 3: Masculien of feminien

In masculiene culturen zijn competitie, inkomen, erkenning en promotie maken belangrijk. Conflicten worden uitgevochten, compromissen vindt men niets. 
In feminiene culturen hecht men meer waarde aan een goede relatie met mensen en een prettige woonomgeving. Er is meer ruimte voor overleg en compromis.


Slide 15 - Tekstslide

Wat past beter bij jou als persoon Masculien of feminien ?
A
Masculien
B
feminien

Slide 16 - Quizvraag

verschil tussen Nederland en Frankrijk

Machtafstand is in Nederland laag. In het bedrijfsleven, is de hierarchië klein. Nederlanders worden in het algemeen ontevreden als er veel ongelijkheid in de maatschappij
In Frankrijk is de machtafstand juist groot. Hierarchië is belangrijk in het bedrijfsleven. Inkomsensongelijkheid is groter in Frankrijk dan in Nederland. De meeste werknemers verwachten dat een baas beslissingen neemt.


Slide 17 - Tekstslide

Dimensie 4: Omgaan met onzekerheid
Onzekerheidsvermijding is de mate waarin mensen in een samenleving zich bedreigd voelen door onzekere of onbekende situaties en deze situaties proberen te vermijden.

Slide 18 - Tekstslide

Kun jij goed met onzekerheden omgaan? Bijvoorbeeld heb ik straks wel een huis om in te wonen? Hoe gaat het straks in onze samenleving met de vluchtelingen die komen?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Dimensie 5: 
Kortetermijndenken of langetermijndenken
Hofstede definieert kortetermijngerichtheid als het nastreven van deugden gericht op het verleden en op het heden, respect voor traditie, het voorkomen gezichtsverlies en het voldoen aan sociale verplichtingen. Langetermijngerichtheid staat volgens Hofstede voor het streven naar beloning in de toekomst (‘delay of gratification’), vooral via vasthoudendheid en spaarzaamheid.

Slide 20 - Tekstslide

Welk land is gericht op lange termijn?
Nederland is een land dat meer naar de lange termijn oriëntatie kijkt en dat is bijvoorbeeld af te leiden uit bijvoorbeeld duurzaamheid. Aziatische landen daarentegen zijn meer korte-termijn gericht.

Slide 21 - Tekstslide

Etnocentrisme
Etnocentrisme is het beoordelen van andere culturen op basis van de maatstaven van je eigen cultuur. Zodra je in contact komt met andere culturen, neem je automatisch je eigen cultuur als uitgangspunt. Het kan daarom zijn dat je daarom aspecten van andere culturen afkeurt, omdat je dit in je eigen cultuur anders doet. Het etnocentrisme staat voor een superioriteitsgevoel van de eigen cultuur. ​

Cultuurrelativisme is het tegenovergestelde van etnocentrisme. Hierin wordt iedere cultuur als gelijk ervaren. ​

Slide 22 - Tekstslide

Welke voorbeelden van "Etnocentrisme" kun jij bedenken?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Onbevooroordeeld
Als je met iemand communiceert, maak je altijd gebruik van je eigen culturele denkpatroon. Je hebt een gekleurde bril. Als sociaal werker is het belangrijk bewust te zijn van je eigen gekleurde bril en deze af te zetten om zonder oordeel naar de problemen en wensen van je cliënt te luisteren. Verdiep je in de normen en waarden van een cultuur en oordeel niet op basis van je eigen normen en waarden. ​

Slide 25 - Tekstslide

jouw kijk op de wereld
deze verandert voortdurend door wat je meemaakt, ziet in de media, mensen die je ontmoet, artikelen die je leest, films of documentaires die je ziet en lessen die je leert.

Slide 26 - Tekstslide

Belangrijke taak van de sociaal werker: Inlevingsvermogen
Inlevingsvermogen: je kunnen verplaatsen in de ander en de gevoelens en gedachten van de ander begrijpen. Als je belangstelling toont in wat de ander belangrijk vindt door de goede vragen te stellen en te luisteren, kun je je inlevingsvermogen vergroten. 

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting / evaluatie
Aan het einde van deze les heb je gewerkt met de vijf dimensies van Hofstede
 

Aan het einde van deze les weet je wat het begrip “etnocentrisme” inhoudt

Slide 28 - Tekstslide

Toetsstof
Etnocentrisme
Rechten van multicultureel burgerschap
Plichten van multicultureel burgerschap
Oorzaken van negatieve beeldvorming
Gender(discriminatie)
Stereotypen en vooroordelen
F- en G-cultuur
5 dimensies van Hofstede
Opvoedingsstijlen

Slide 29 - Tekstslide