Je begrijpt de samenhang tussen de mondiale luchtcirculatie en de oceanische circulatie enerzijds en het voorkomen van klimaatgebieden en landschapszones anderzijds.
Je begrijpt dat de overgangen tussen landschapszones geleidelijk zijn.
Je kunt een relatie leggen tussen het klimaat van een gebied en het er voorkomende landschap.
Je kunt met behulp van bronnen en de atlas een vraagstuk op het gebied van klimaat en landschap oplossen.