Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Spelling kerstquiz
Kerstspellingquiz
1 / 54
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
MBO
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
In deze les zitten
54 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
4 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Kerstspellingquiz
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de juiste spelling?
A
Kerst verassingsbox
B
Kerstverassingsbox
C
Kerstverrassingbox
D
Kerst verrassingsbox
Slide 3 - Quizvraag
8
Slide 4 - Video
Hierna volgen tien zinnen uit een kerstdictee. In elke zin staat een woord dat fout gespeld is.
Noteer de juiste spelling.
Slide 5 - Tekstslide
Een van de belangrijkste christelijke feestdagen, Kerstmis, komt dichterbij, al wordt de feestdag overschaduwt door slecht weer.
Slide 6 - Open vraag
Een van de belangrijkste ingrediënten tijdens het kerstdiner is de anannas.
Slide 7 - Open vraag
De muzikalitijd van mijn ouders wordt ieder jaar weer op de proef gesteld, tijdens het stemmen op de top 2000.
Slide 8 - Open vraag
De zilvere kerstpiek staat dit jaar te pronken op de top van onze kerstboom.
Slide 9 - Open vraag
Onderweg naar het kerstdiner bij familie, crashde de auto in de berm.
Slide 10 - Open vraag
'S morgens rennen we naar beneden om te kijken naar de cadeaus onder de kerstboom.
Slide 11 - Open vraag
Het grote kerstfeest vieren wij dit jaar bij mijn neef en nicht op de parrallelweg.
Slide 12 - Open vraag
Pap is in de keuken aan de slag gegaan met het bereiden van het kerstdiner, dat vind ik altijd heel interresant om te zien.
Slide 13 - Open vraag
Je broer word altijd heel onrustig van de feestdagen.
Slide 14 - Open vraag
De papagaai is ieder jaar weer bang te eindigen op het kerstdiner.
Slide 15 - Open vraag
00:04
Opwarmertje
Wat is de juiste spelling van dit lied?
A
Kerstvakantie
B
kerstvakantie
C
kerstvacantie
D
Kerstvacantie
Slide 16 - Quizvraag
00:49
Wie belt hij op?
A
Zijn moppie
B
Zijn moppy
C
Zijn mopy
D
Zijn mopie
Slide 17 - Quizvraag
01:08
Met hoeveel gaan ze dollen in de sneeuw?
A
tweeen
B
tweën
C
tweëen
D
tweeën
Slide 18 - Quizvraag
01:27
'Ik leg de hoorn op de haak'
Wat?
A
Geen idee! Wat ouderwets!
B
Pfff, wie belt er nu nog tegenwoordig?
C
Waarom heeft die haak een hoorn?
D
Belachelijk!
Slide 19 - Quizvraag
02:00
'Jij en ik in een kleine houten hut'
Wat is de juiste spelling?
A
sjaletje
B
chaletje
C
challetje
D
chalettje
Slide 20 - Quizvraag
02:41
Wat was ze van hem?
A
mijn Konining
B
mijn Koningin
C
mijn konining
D
mijn koningin
Slide 21 - Quizvraag
03:05
Hoe schrijf je het werkwoord van slee?
A
sleeen
B
sleën
C
sleeën
D
sleëen
Slide 22 - Quizvraag
03:42
Wat is officieel de juiste spelling?
(op je kerstkaartje mag je doen wat je wil!)
A
Gelukkig nieuw jaar!
B
Gelukkig Nieuwjaar!
C
Gelukkig Nieuw jaar!
D
Gelukkig nieuwjaar!
Slide 23 - Quizvraag
4
Slide 24 - Video
00:30
Uitstapje. Wat herken je in de zin 'Beuk de ballen uit de boom!'
A
Uitroep
B
Samengestelde zin
C
Gebiedende wijs
D
Een vraagzin
Slide 25 - Quizvraag
00:55
Hoe schrijf je het verkleinwoord van saté?
A
sateetje
B
saté'tje
C
sate'tje
D
satétje
Slide 26 - Quizvraag
01:40
Wat bedoelen ze met 'een dooie mus'
A
Veel cadeaus krijgen en hier ook blij mee zijn.
B
Lage verwachtingen hebben die onverwachts overtroffen worden.
C
Hoge verwachtingen die niet waar blijken ze te zijn.
D
nerveus zijn.
Slide 27 - Quizvraag
01:50
Al die zooi gaat weer op Marktplaats
Welke zooi?
A
cadeau's
B
kado's
C
kadoos
D
cadeaus
Slide 28 - Quizvraag
Ik kan foutloos werkwoorden vervoegen
0
100
Slide 29 - Poll
De automobilist werd ..... (bekeuren), omdat hij niet handsfree ...... (bellen) had.
Slide 30 - Open vraag
De elfjes hadden de hele middag ..... (skateboarden), waardoor ze geen tijd hadden op cadeaus ...... (inpakken).
Slide 31 - Open vraag
Als je vaak pijn ..... (lijden), ....(zijn) een bezoekje aan de huisarts misschien wel slim.
Slide 32 - Open vraag
Tijdens de kerstperiode ...... (versieren) we het huis met kleurrijke lichtjes.
Verleden tijd
Slide 33 - Open vraag
Terwijl het sneeuwde, ..... (wandelen) we door het besneeuwde landschap op zoek naar een perfecte kerstboom.
Verleden tijd
Slide 34 - Open vraag
Slide 35 - Tekstslide
Wat staat hier?
Slide 36 - Open vraag
4
Slide 37 - Video
00:40
'Het was dubbel want jij was niet daar'
Typ de zin over en plaats de komma op de juiste plek!
Slide 38 - Open vraag
01:19
'Het .... (worden) te laat'
A
word
B
wordt
C
worden
D
wort
Slide 39 - Quizvraag
01:26
'Maar alles ... (veranderen) vannacht.'
A
veranderd
B
veranderen
C
verandert
D
veranderden
Slide 40 - Quizvraag
02:20
Als de wereld wat?
A
doordraaid
B
doordraaien
C
doordraait
D
doorgedraaide
Slide 41 - Quizvraag
Noteer de juiste samenstelling
Slide 42 - Tekstslide
Kerst+avond=
Sneeuw+vlok=
Vrede+soldaat=
Liefde+scene=
Maan+straal=
Slide 43 - Open vraag
Met of zonder -n?
Stap 1: Verwijst het naar een zelfstandig naamwoord? > Ja? GEEN -N!
Stap 2: Verwijst het naar een zelfstandig naamwoord? > Nee? Ga door naar stap 3/4
Stap 3: Verwijst het woord naar meerdere personen? > Ja? WEL -N!
Stap 4: Verwijst het woord naar meerdere personen? > Nee? GEEN -N!
Slide 44 - Tekstslide
Veel vmbo’ers vieren kerst en ...... vieren het niet.
A
sommige
B
sommigen
Slide 45 - Quizvraag
Ik vind het leuk dat .... mensen kerstliedjes zingen.
A
sommige
B
sommigen
Slide 46 - Quizvraag
Onze school heeft tweehonderd leerlingen. .... houden een kerstdiner op school.
A
Enkele
B
Enkelen
Slide 47 - Quizvraag
Nog een liedje om het af te leren? Of toch maar eens 'echt' aan de slag?
Liedje!
Aan de slag!
Slide 48 - Poll
5
Slide 49 - Video
00:05
Wat van de openhaard?
A
ligt
B
licht
Slide 50 - Quizvraag
00:23
Wat heb je voor twee?
A
de tafel gedekt
B
de tafel gedokd
C
de tafel gedekd
D
de tafel gedokt
Slide 51 - Quizvraag
01:46
'Val voor de tv in slaap all you need is love'
Waar moet er een komma?
A
Val, voor de tv in slaap all you need is love.
B
Val voor de tv in slaap all you , need is love
C
Val voor de tv, in slaap all you need is love.
D
Val voor de tv in slaap, all you need is love.
Slide 52 - Quizvraag
02:13
Wat had je me zo?
A
Belooft
B
Beloven
C
Beloofd
D
Beloofdt
Slide 53 - Quizvraag
03:15
Wat heb je hiervan?
A
Gedroomd
B
Gedroomt
C
Gedroomdt
D
Gedromen
Slide 54 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Kerstquiz BK
December 2023
- Les met
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Kerstdictee
November 2023
- Les met
39 slides
NT2
HBO
Studiejaar 1
Woordenschat kerst - alle woorden
December 2022
- Les met
37 slides
Kerst Woordenschat Avontuur
December 2023
- Les met
10 slides
Geschiedenis Kerst
December 2022
- Les met
17 slides
Geschiedenis
Basisschool
Groep 4
Geschiedenis Kerst
December 2022
- Les met
16 slides
Geschiedenis
Basisschool
Groep 4
Hoofdletters
November 2020
- Les met
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
kerstspel
December 2022
- Les met
40 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1