Modern theater

Aan het eind van deze les...
  • Weet je aan de hand van welke begrippen je theater kan beschrijven;
  • Ken je een aantal moderne theatermakers;
  • Kan je kenmerken noemen van moderne theater;
  • Kan je uitleggen wat ‘bio-mechanica’, ‘episch theater’ en ‘vaudeville’ is.

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Aan het eind van deze les...
  • Weet je aan de hand van welke begrippen je theater kan beschrijven;
  • Ken je een aantal moderne theatermakers;
  • Kan je kenmerken noemen van moderne theater;
  • Kan je uitleggen wat ‘bio-mechanica’, ‘episch theater’ en ‘vaudeville’ is.

Slide 1 - Tekstslide

Met welke begrippen kan je de vormgeving
van theater beschrijven?

Slide 2 - Woordweb

Vormgeving theater
Spel:
Lichaam
Stem
Speelstijl
Mise-en-scène

Theatervormgeving:
Locatie
Decor
Kostuum
Grime en hairstyling
Rekwisieten
Attributen
Belichting
Muziek
Geluid en geluidseffecten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet jij over het episch theater
van Bertolt Brecht?

Slide 9 - Woordweb

Wat weet je over de voorstelling
PARADE?

Slide 10 - Woordweb

Luister het hoorspel over PARADE
Maak aantekeningen.
  1. Wat was er zo vernieuwend aan de muziek van Erik Satie?
  2. Beschrijf waarom het decor van Parade bij het kubisme hoort.
Hoorspel Parade

Slide 11 - Tekstslide

Ontwerp zelf een kostuum voor de mechanische directeurs, op de in het hoorspel omschreven manier. Geef argumenten waarom jouw ontwerp voldoet aan de kenmerken van het kubisme.
Bekijk een stukje video van PARADE
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Check...
  • Weet je aan de hand van welke begrippen je theater kan beschrijven;
  • Ken je een aantal moderne theatermakers;
  • Kan je kenmerken noemen van moderne theater;
  • Kan je uitleggen wat ‘bio-mechanica’, ‘episch theater’ en ‘vaudeville’ is.

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je deze les
geleerd?

Slide 14 - Woordweb