oefentoets uitscheiding

Uitscheiding
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

De koolstofdioxide in je bloedplasma bevindt zich in het ... milieu
A
Inwendig milieu
B
Uitwendig milieu

Slide 2 - Quizvraag

De lucht in je longen wordt bij het ... milieu gerekend. Wat moet er op de ...?
A
Inwendig milieu
B
Uitwendig milieu

Slide 3 - Quizvraag

De longen houden het inwendig milieu constant door
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 4 - Quizvraag

Welke rol heeft de lever bij het instant houden van een constant inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 5 - Quizvraag

Diabetespatiënten hebben .... aan insuline.
A
teveel
B
tekort

Slide 6 - Quizvraag

De volgende stoffen zijn antagonisten
A
insuline en glucagon
B
adrenaline en insuline
C
insuline en glycogeen
D
oestrogeen en progesteron

Slide 7 - Quizvraag

Welke twee hormonen worden geproduceerd door de alveesklier?
A
Insuline en glycogeen
B
Insuline en glucagon
C
Insuline en adrenaline
D
Insuline en glucose

Slide 8 - Quizvraag

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 9 - Quizvraag


A
Nieren
B
Alvleesklieren
C
Evenwichtsorgaan
D
Longen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
A
nieren - urineblaas - urineleider - urinebuis
B
nieren - urinebuis - urineblaas - urineleider
C
nieren - urineleider - urineblaas - urinebuis

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de "zuiveringsinstallaties" van je lichaam?
A
Lever en maag
B
Lever en nieren
C
Maag en nieren
D
Lever, maag en nieren

Slide 12 - Quizvraag

Kun je leven zonder nieren?
A
nee
B
ja

Slide 13 - Quizvraag

Dit orgaan noemen we.............
A
dikke darm
B
maag
C
nieren
D
lever

Slide 14 - Quizvraag

De nieren horen bij het
A
Verteringstelsel
B
Uitscheidingstelsel

Slide 15 - Quizvraag

Gasten met een slechte doorbloeding hebben:
A
een bleke en grauwe huid
B
een gladde huid
C
een roze huid
D
een vette huid

Slide 16 - Quizvraag

is je huid een orgaan?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Zweetklieren maken zweet. Wat is de functie van zweet?
A
nat houden van de huid
B
soepel houden van de huid
C
afkoeling van de huid
D
zweten

Slide 18 - Quizvraag

De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid

Slide 19 - Quizvraag

De huid is opgebouwd uit 4 lagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Wat ligt er dieper in de huid?
A
Tastzintuigen
B
Drukzintuigen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de functie van talg (vettig stof)?
A
Zorgen voor groei van je haartjes op de huid
B
Zorgen voor het schilferen van je huid
C
Houd je huid soepel en beschermt het
D
Zorgen voor droge huid

Slide 22 - Quizvraag

Afvalstoffen worden uit je lichaam gehaald door middel van uitscheiding. Welke stof(fen) worden door de longen uit je lichaam gebracht?
A
water + zuurstof
B
zuurstof + koolstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
water + koolstofdioxide

Slide 23 - Quizvraag

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4

Slide 24 - Sleepvraag

Afvalstoffen volgen een weg door het lichaam. 
Zet de delen waar deze afvalstoffen langsgaan in de juiste volgorde. 
Zet het deel waar de afvalstoffen als eerste komen bovenaan. 
1
2
3
4
5
6
urine blaas
urine leider
Urine buis
nierslagader
aorta
nier

Slide 25 - Sleepvraag


Wat is een functie van de lever?
A
Hier wordt gal opgeslagen
B
Hier wordt gal gemaakt
C
Produceert leversap
D
Het leverzuur doodt bacteriën

Slide 26 - Quizvraag

Welk afvalstof scheiden de longen uit?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
stikstof
D
lucht

Slide 27 - Quizvraag

Welk orgaan maakt urine?

Slide 28 - Open vraag

Via welk orgaan word de urine afgevoerd naar de blaas?

Slide 29 - Open vraag

Sleep de volgende woorden naar de juiste plaats:

In de                      wordt urine verzameld. 

Via de                     wordt urine afgevoerd naar de urineblaas.
In de                        wordt de urine tijdelijk opgeslagen.
Van tijd tot tijd wordt urine uit de urineblaas afgevoerd via de                         .
Urinebuis
Urineleiders
Blaas
Nierbekkens

Slide 30 - Sleepvraag

Ontlasting is meestal bruin.
Van welk afbraakproduct is deze kleur afkomstig?
A
van oude rode bloedcellen
B
van vezels die niet verteren
C
van bacteriën die meekomen vanuit de dikke darm

Slide 31 - Quizvraag

In welk orgaan wordt gal aangemaakt?
A
Twaalfvingerige darm
B
Nieren
C
Galblaas
D
Lever

Slide 32 - Quizvraag