Wat is juist voor lens 1 (boven) en lens 2 (onder)?
A
lens 1 is boller dan lens 2
B
lens 2 is sterker dan lens 1
C
lens 1 heeft een kortere hoofdsas dan lens 2
D
geen van bovenstaande uitspraken is juist
Slide 20 - Quizvraag
Wat is waar voor een positieve lens?
A
deze is hol
B
deze convergeert lichtstralen
C
deze is aan de randen breder dan in het midden
D
deze maakt altijd een reeel beeld
Slide 21 - Quizvraag
Een camera heeft onderdelen die ongeveer dezelfde functie vervullen als onderdelen in het oog.
Welk onderdeel van het oog fungeert net als het diafragma van een camera?
A
ooglid
B
lens
C
pupil
D
geen van deze antwoorden is juist
Slide 22 - Quizvraag
Wanneer je het gaatje van een camera obscura kleiner maakt, dan .... (meerdere antwoorden mogelijk)
A
wordt het beeld scherper
B
wordt het beeld donkerder
C
wordt het beeld kleiner
D
weet ik niet ;)
Slide 23 - Quizvraag
a. Heb je alles van deze les begrepen? b. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt? c. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?