Meten H10
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waarmee kun je lengte en hoogte meten?
A
Meetlint
B
Thermometer
C
Weegschaal
D
Meetlat
Slide 2 - Quizvraag
Hoe meet je de lengte van een object?
A
Liniaal
B
Rolmaat
C
Stopwatch
D
Klok
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de afkorting van meter?
A
mm
B
km
C
m
D
cm
Slide 4 - Quizvraag
Een nagel van onze duim is ongeveer hetzelfde als...
A
een milimeter (mm)
B
een centimeter
C
een meter
D
een kilometer
Slide 5 - Quizvraag
Als ik van centimeter (cm) naar milimeter (mm) ga, dan...
A
Doe ik de cm's x 10 en zet ik er een 0 achter of de komma gaat 1 plek naar rechts.
B
Doe ik de cm's :10 en haal ik er een 0 af of de komma gaat 1 plek naar links.
C
Doe ik de cm's x 100 en zet ik er een 00 achter of de komma gaat 2 plekken naar rechts.
D
Doe ik de cm's : 100 en haal ik 00 er vanaf of de komma gaat 2 plekken naar links.
Slide 6 - Quizvraag
Hoe kan je een centimeter in millimeters omrekenen?
A
Delen door 5
B
Maal 15
C
Maal 10
D
Delen door 20
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel centimeter is gelijk aan 1 meter?
A
50 cm
B
150 cm
C
100 cm
D
200 cm
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel millimeter zitten er in een centimeter?
A
15 millimeter
B
10 millimeter
C
5 millimeter
D
20 millimeter
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel meter is gelijk aan 500 centimeter?
A
0.05 m
B
50 m
C
5 m
D
0.5 m
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel millimeter is gelijk aan 5 cm?
A
500 mm
B
15 mm
C
5 mm
D
50 mm
Slide 11 - Quizvraag
Als ik van 12 cm naar millimeter ga, dan wordt het...
A
120 mm
B
100 mm
C
12 mm
D
24 mm
