1.3 elektriciteit in huis deel 1

1.3 elektriciteit in huis deel 1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.3 elektriciteit in huis deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Bespreken werkblad opgave 3 en 4
  • Leerdoelen 1.3
  • Uitleg en aantekeningen
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Opgave 3
1,2 kWh per dag. 
1 maand zitten 30 dagen 

  • 1,2 x 30 = 36 kWh per maand
  • 36 kWh x 0,25 euro = 9,00 euro

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 4
P = 1500 W 
t = 3 min -> 180 s
E = P x t

  • E (in Joule) = 1500 x 180 = 270 000 J
  • E (in kwh) = 1,5 x (0,05) = 0,075 kWh 
  • Kosten = 0,075 x 0,22 = 0,0165 euro

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 1.3
1.3.1 Je kunt de totale stroomsterkte in een groep berekenen.
1.3.2 Je kunt het totale vermogen berekenen dat op een groep is aangesloten.
1.3.3 Je kunt berekenen of in een groep overbelasting optreedt.
1.3.4 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met overbelasting en kortsluiting.
1.3.5 Je kunt de functie benoemen van de verschillende kleuren elektriciteitsdraden.

Slide 5 - Tekstslide

Huisinstallatie
Netwerk van elektriciteitsdraden, lichtpunten, stopcontacten en een groepenkast in een huis


Slide 6 - Tekstslide

Groepen
Een aantal stopcontacten en lichtpunten zitten samen op één groep. Dit zijn allemaal parallel geschakelde vertakkingen. 

Vanuit de meterkast loopt er een aparte leiding voor elke groep.

Slide 7 - Tekstslide

De spanning
De spanning van de groepen zijn overal gelijk, 
namelijk het lichtnet (230V)

U1 = U2 = U3 etc

Slide 8 - Tekstslide

De stroomsterkte
Een groep kun je uitschakelen met een groepsschakelaar. 

Alle apparaten die verbonden zijn in 1 groep verbruiken stroom.
De totale stroomsterkte van die groep kun je bij elkaar optellen: 

Itot = I1 + I2 + I3

Slide 9 - Tekstslide

Het vermogen
Het vermogen van de groep kun je op twee manieren berekenen


Je kan alle vermogens bij elkaar optellen of het totale vermogen berekenen met de spanning en de stroom 

Slide 10 - Tekstslide

Vermogen optellen


Ptot = P1 + P2 + P3 etc
Vermogen berekenen


Ptot = U x Itot

Slide 11 - Tekstslide

Jan pieter is aan het kijken naar groep 1 in zijn huis. Dit is aangesloten op zijn keuken. De volgende apparaten zijn daarop aangesloten.

Koelkast -> 8A
Koffiezetapparaat -> 3A
1 lamp -> 0,5A

  • Bereken de totale stroom en het totale vermogen van
  • groep 1. 

Slide 12 - Tekstslide

Jan pieter is aan het kijken naar groep 1 in zijn huis. Dit is aangesloten op zijn keuken. De volgende apparaten zijn daarop aangesloten.

Koelkast -> 8A
Koffiezetapparaat -> 3A
1 lamp -> 0,5A

  • De totale stroom:
  • Itot = I1 + I2 + I3
  • Itot = 8 + 3 + 0,5 = 11,5 A

  • De spanning is 230 V de totale stroomsterkte is 11,5 dus
  • Ptot = U x Itot
  • Ptot = 230 x 11,5 = 2645 W

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Lees zelf 1.3 door. 
Schrijf in je schrift in eigen woorden wat overbelasting en kortsluiting is. 
Maak daarna opgave: 3, 6 en 7 

Daarnaast maak opgave 5 en 6 af van het werkblad

Slide 14 - Tekstslide