Feit en mening

Feit en mening
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Feit en mening

Slide 1 - Tekstslide

Theorie
  • Feit: controleerbaar,  je kan er niet over discussiëren. Typische verwoordingen: "Het is bewezen dat...", "Onderzoek wijst uit dat..."
  • Mening: persoonlijk standpunt waarmee je het oneens kunt zijn. Typische verwoordingen: "Ik vind dat...", "Volgens mij..."

Slide 2 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een feit.

Slide 3 - Open vraag

Informatief artikel versus opiniestuk / recensie
Artikel: "Jake Paul wint gevecht tegen Mike Tyson" (= feit)
Recensie: "Schijnvertoning van de eeuw" (= mening)


Slide 4 - Tekstslide

Maar: in de praktijk is het onderscheid niet altijd even eenvoudig

Slide 5 - Tekstslide

"Kevin De Bruyne voetbalt beter dan jullie leerkracht Nederlands."
A
Feit
B
Mening

Slide 6 - Quizvraag

"Kevin De Bruyne voetbalt beter dan Eden Hazard."
A
Feit
B
Mening

Slide 7 - Quizvraag

Belang van duidelijke criteria
Let op met woorden als 'goed' of 'beter': op welk vlak?

Slide 8 - Tekstslide

"Het is goed om biologisch te eten."
A
Feit
B
Mening

Slide 9 - Quizvraag

"Als je gezond wil leven, moet je gevarieerd eten en voldoende bewegen."
A
Feit
B
Mening

Slide 10 - Quizvraag

"In Siberië is het 's winters koud."
A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quizvraag

"In België is het 's winters koud."
A
Feit
B
Mening

Slide 12 - Quizvraag

Belang van referentiekader
  • Waarmee vergelijk je?
  • Vanuit welke achtergrond vel je een oordeel? Woon je in Spitsbergen of in Spanje?

Slide 13 - Tekstslide

"Parijs is de hoofdstad van Frankrijk."
A
Feit
B
Mening

Slide 14 - Quizvraag

"De Krim is deel van Oekraïne."
A
Feit
B
Mening

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

"Taiwan is deel van China."
A
Feit
B
Mening

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Feiten zijn vaak mensenwerk
  • Volgens het internationaal recht is de Krim nog steeds Oekraïens, maar het wordt sinds 2014  bezet door Rusland 
  • Ook over Taiwan is er al lang onenigheid

  • Sommige feiten kunnen veranderen als voldoende mensen akkoord gaan

Slide 19 - Tekstslide

Maar veel feiten zijn tijdloos 
  • Licht beweegt sneller dan geluid
  • 2+2=4
  • De som van de hoeken van een driehoek is 180 graden
  • .....

Slide 20 - Tekstslide

Standpunt en argument
  • Standpunt: mening die onderbouwd is met argumenten en bedoeld is om te overtuigen
  • Bijvoorbeeld: "tabaksreclame zou verboden moeten worden"
  • Argument: onderbouwt een standpunt
  • Bijvoorbeeld "het is wetenschappelijk bewezen dat roken kanker veroorzaakt"

Slide 21 - Tekstslide

Verschillende soorten argumenten
  • feit
  • oorzaak-gevolg
  • voor- of nadeel
  • autoriteit
  • voorbeelden als bewijs
  • vergelijking
  • kenmerk 

Slide 22 - Tekstslide

Feit
"Kennis van het Engels is noodzakelijk, want de taal wordt door 900 miljoen mensen gesproken."

Slide 23 - Tekstslide

Oorzaak-gevolg
"Roken is schadelijk, want het veroorzaakt longkanker."

Slide 24 - Tekstslide

Voor- of nadeel
"Roken is slecht, want het veroorzaakt longkanker (en daar kan je van sterven)."

Slide 25 - Tekstslide

Autoriteit
"Marc Van Ranst zegt dat het nieuwe vaccin betrouwbaar is."

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeelden als bewijs
"België heeft veel mooie steden: denk maar aan Gent, Antwerpen, Brugge..."

Slide 27 - Tekstslide

Vergelijking
"Vincent Kompany was een goede verdediger voor de Duivels, zeker als je hem vergelijkt met Wout Faes."

Slide 28 - Tekstslide

Kenmerken
"Kevin De Bruyne is een goede voetballer, want zijn doorsteekpassen zijn loepzuiver."

Slide 29 - Tekstslide

Opgelet
Het feit dat je een van de bovenstaande argumenten gebruikt, betekent niet per se dat je argument deugdelijk is of dat je standpunt goed onderbouwd is.

Bijvoorbeeld: RFK Jr., de nieuwe minister van Volksgezondheid van de VS (autoriteitsargument), zegt dat vaccins schadelijk zijn, maar heeft daar geen bewijs voor.

Slide 30 - Tekstslide

Oefeningen: boek p. 76-78

Slide 31 - Tekstslide