Vuurwerk in het bos (groep 4)

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 4

Vuurwerk in het bos (groep 4)

Welke zin is waar?

1. De dieren vinden het vuurwerk niet mooi.
2. De dieren zitten om het vuur heen.
3. De dieren kijken samen naar het vuurwerk.
4. De dieren maken samen vuurwerk.

Om wat voor soort tekst zal het gaan?

1. Een informatieve tekst
2. Een fantasieverhaal
3. een doe-tekst
4. Een waargebeurd verhaal

We lezen met elkaar de tekst

Lees de eerste alinea nog eens

Wie maken oliebollen?

onderstreep het antwoord

 

Wie maken oliebollen?

1. Vos en Hert
2. Vos en Eekhoorn
3. Egel en Mol
4. Hert en Konijn

Lees de eerste alinea nog eens

Wie warmen de melk op?

onderstreep het antwoord

 

Wie warmen de melk op?

1. Vos en Hert
2. Mol en Eekhoorn
3. Egel en Mol
4. Hert en Konijn

zoek in de tekst 

waar

niet waar

Egel ziet dat Konijn sip is.

Konijn ziet dat Egel sip is.

Egel wil niet dat het donker wordt.

Konijn vindt het geknal van vuurwerk niet leuk.

Lees de tweede alinea nog eens

In deze alinea zie je staan:

 Hij ziet dat Konijn sip is.

Wie is hij?

Wie is hij?

1. Vos
2. Hert
3. Beer
4. Konijn

Lees de tweede alinea nog eens

In deze alinea zie je staan:

 'Ik vind vuurwerk eng, want het knalt zo hard.'

Wie is ik?

Wie is ik?

1. Vos
2. Hert
3. Beer
4. Konijn

Lees de tweede alinea nog eens

In deze alinea zie je staan:

Kom straks maar gewoon kijken!’ zegt Beer.

Waar moet Konijn naar kijken van Beer?

Waar moet Konijn naar kijken van Beer?

1. Naar het vuurwerk, wat het is zo mooi
2. Naar de lucht, want het wordt donker
3. Naar de lucht, want het is mooi
4. Naar het vuurwerk, want het is eng

Lees de tweede alinea nog eens

In deze alinea zie je staan:

Konijn schudt zijn hoofd:

Waarom doet Konijn dat?

Waarom schudt Konijn zijn hoofd?

1. Hij wil niet naar het vuurwerk kijken want hij vindt het saai.
2. Hij wil niet naar het vuurwerk kijken want hij vindt het eng.
3. Hij houdt niet van vuurwerk want hij vindt het niet mooi
4. Hij is heel erg moe en wil graag naar bed.

Lees de tweede alinea nog eens

In deze alinea zie je staan:

 Konijn schudt zijn hoofd: ‘Nee, het doet pijn aan mijn oren!’

Wat wordt hier bedoeld met het?

Konijn schudt zijn hoofd: ‘Nee, het doet pijn aan mijn oren!’

Wat wordt hier bedoeld met het?

1. Het gezeur van beer.
2. Het licht van vuurwerk
3. De kleuren van vuurwerk
4. Het geknal van vuurwerk

Lees de tweede alinea nog eens

In deze alinea zie je staan:

Dan pakt ze heel veel mos.

Wie wordt er bedoeld met ze?

Wie wordt er bedoeld met ze?

1. Vos
2. Egel
3. Beer
4. Konijn

Lees de derde alinea nog eens

In de derde alinea staat: 

Beer, Egel en Konijn kiezen een mooi plekje uit.

Waarom doen zij dat??

Beer, Egel en Konijn kiezen een mooi plekje uit.

Waarom doen zij dat??

1. Zodat ze het vuurwerk goed kunnen zien.
2. Zodat ze veel melk kunnen drinken.
3. Zodat ze lekker kunnen slapen.
4. Zodat ze het vuurwerk goed kunnen horen.

Lees de derde alinea nog eens

Hoe voelt Konijn zich als hij naar het vuurwerk kijkt?

Hoe voelt Konijn zich als hij naar het vuurwerk kijkt?

1. verdrietig
2. boos
3. bang
4. fijn

1

2

3

4

5

Beer, Egel en Konijn zoeken een mooi plekje.

Konijn vindt het vuurwerk er heel mooi uitzien.

Egel vraagt wat er aan de hand is.

Konijn verteld dat hij vuurwerk eng vindt.

Beer wil dat Konijn ook naar het vuurwerk gaat kijken.