Je hebt vaak een trap of ladder nodig om ergens bij te kunnen. Zo werk jij veilig met een ladder:
1. Zet de ladder in de goede hoek.
2. Voorkom dat de ladder wegglijdt of wegzakt.
3. De ladder moet 1 meter boven de dakrand uitsteken.
4. Je moet de ladder goed neerzetten.
5. Je moet de ladder en je schoenen goed schoonhouden.
6. Je staat met je gezicht naar de ladder en je klimt omhoog met je gezicht naar de ladder.
7. Zet je ladder niet voor de deur of een andere ingang.
8. De toegang tot de ladder moet vrij zijn, dus geen obstakels waar je over kunt struikelen.
9. Zorg dat je altijd met 3 punten van je lijf contact hebt met de ladder of trap.
10. Blijf altijd minimaal 2 meter weg bij elektriciteit. Anders kun je een schok krijgen of erger.