Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2B Leesvaardigheid - les 9
WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
Mevrouw Duinhouwer
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
Mevrouw Duinhouwer
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
LESPROGRAMMA
Tips voor de leestoets
Herhaling Onderwerp en hoofdgedachte
Herhaling Tekstverbanden en signaalwoorden
Opdrachten maken
Slide 3 - Tekstslide
TIPS VOOR DE TOETS
Onderwerp en hoofdgedachte van de tekst bepalen
Tekst kunnen verdelen in deelonderwerpen
Tekstverbanden herkennen. Leer deze goed en oefen ermee!
Standpunten (meningen), argumenten en feiten
Slide 4 - Tekstslide
Onderwerp en hoofdgedachte
-
Hoe herken ik het onderwerp van een tekst?
- Hoe herken ik de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 5 - Tekstslide
Elke tekst bevat een
onderwerp
en hoofdgedachte
.
Onderwerp
- Het onderwerp geeft in één woord of in een aantal woorden aan, waar de tekst over gaat
- Het onderwerp is nooit een hele zin
- Je kunt het onderwerp vaak al uit de titel halen
- Vaak wordt het onderwerp letterlijk herhaald in de tekst
Slide 6 - Tekstslide
Elke tekst bevat een onderwerp en
hoofdgedachte
.
Hoofdgedachte
-
De hoofdgedachte van een tekst geeft in één zin de belangrijkste informatie uit de tekst weer
- Het is dus de kortst mogelijke samenvatting van een tekst
- Je kunt de hoofdgedachte formuleren door antwoord te geven op de vraag : "Wat zegt de schrijver over het onderwerp?"
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld
Slide 8 - Tekstslide
Antwoord voorbeeld
Onderwerp
"Yellow Cabs"
Hoofdgedachte
De circa 13.00 fameuze gele taxi's in de Amerikaanse metropool New York worden vervangen.
Slide 9 - Tekstslide
Signaalwoorden
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s
Slide 11 - Tekstslide
Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.
Slide 12 - Tekstslide
Welk signaalwoord past in de zin:
.... er verkiezingen komen, presenteren de partijen zich aan de kiezers.
A
Nadat
B
Voordat
C
Eerst
D
Want
Slide 13 - Quizvraag
Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens
Slide 14 - Tekstslide
Welk signaalwoord past in de zin: Eerst zijn er verkiezingen en ..... wordt er een nieuw kabinet samengesteld.
A
ook
B
daarom
C
dus
D
vervolgens
Slide 15 - Quizvraag
Tegenstelling
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)
Slide 16 - Tekstslide
Welk signaalwoord past in de zin: De PvdA is .... de SP een linkse partij.
A
in tegenstelling tot
B
ondanks
C
evenals
D
behalve
Slide 17 - Quizvraag
Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan
Slide 18 - Tekstslide
Welk signaalwoord past in de zin:
De PVV heeft hele extreme standpunten, .... veel partijen niet met hen willen samenwerken.
A
omdat
B
dus
C
aangezien
D
waardoor
Slide 19 - Quizvraag
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van
Slide 20 - Tekstslide
Welk signaalwoord past in de zin:
De partijen voeren campagne,..... ze de kiezers proberen over te halen om op hun te stemmen.
A
waarmee
B
doordat
C
tenzij
D
vandaar dat
Slide 21 - Quizvraag
Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals
Slide 22 - Tekstslide
Welk signaalwoord past in de zin:
Iedere partij heeft een eigen standpunt t.o.v. het onderwijs .... de leraren moeten meer salaris krijgen.
A
aangezien
B
omdat
C
want
D
zoals
Slide 23 - Quizvraag
Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,
Slide 24 - Tekstslide
Welk signaalwoord past in de zin: Mensen stemmen alleen in een hokje, ... de privacy.
A
omdat
B
vanwege
C
want
D
immers
Slide 25 - Quizvraag
Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat
Slide 26 - Tekstslide
Welk signaalwoord past in de zin:
... iemand zich niet kan legitimeren, mag hij/zij ook niet gaan stemmen.
A
Als
B
Tenzij
C
Bijvoorbeeld
D
Want
Slide 27 - Quizvraag
Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat
Slide 28 - Tekstslide
Welk signaalwoord past in de zin:
..... hoop ik dat jullie nu begrijpen wat signaalwoorden zijn.
A
Al met al
B
Vandaar dat
C
Aan het eind
D
Tenzij
Slide 29 - Quizvraag
Benoem twee dingen van Leesvaardigheid
die je nog zou willen
leren (herhalen) in de volgende les?
Slide 30 - Woordweb
Aan de slag
OEFENTOETS HOOFDSTUK 1
Maak de oefentoets van Hoofdstuk 1
Neem eerst de theorie door van Hoofdstuk 1
Klaar?
Vraag het antwoordmodel bij mij op om je oefentoets na te kijken.
OF
SAMENVATTING MAKEN VAN HOOFDSTUK 1 t/m 6:
OF
Learnbeat
:
Opdracht maken Leesvaardigheid: onderwerp van een tekst
Slide 31 - Tekstslide
Huiswerk
OEFENTOETS H2 MAKEN Tekstverbanden
Oefentoets H2 Tekstverbanden staat in SOM
Deze toets
moet
je voor woensdag gemaakt hebben.
We kijken de toets woensdag gezamenlijk na.
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2B Leesvaardigheid - les 9
Oktober 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Leesvaardigheid
Oktober 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Voer campagne voor je eigen politieke partij
Maart 2021
- Les met
20 slides
door
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Taal
+2
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Voer campagne voor je eigen politieke partij
Maart 2021
- Les met
20 slides
door
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Taal
+2
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Signaalwoorden
November 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden
September 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden
December 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
4H_Bewijs_II_schrijven
November 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4