H5.4

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg paragraaf 5.4
  • Aan het werk 
  • Bespreken vraag van de week
  • Keuzewerk 
  • Afsluiting van deze les

Slide 2 - Tekstslide

Wie hoort er bij de beroepsbevolking?
A
Iedereen tussen de 15 jaar en pensioenleeftijd
B
Iedereen die werkt
C
Iedereen tussen de 15 jaar en pensioenleeftijd die werkt of werkloos is
D
Iedereen tussen de 15 jaar en pensioenleeftijd die werkt

Slide 3 - Quizvraag

Beroepsbevolking
Je hoort dus bij de beroepsbevolking als je:
  • Tussen de 15 jaar en pensioenleeftijd bent (beroepsgeschikt)
  • Werkt of werkloos bent (werkloos = werkzoekende)
Niet-actieven
Als je wel beroepsgeschikt bent (tussen de 15 en 66 jaar), maar niet bij de beroepsbevolking hoort. (Niet werkt of werkloos bent)

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer ben je werkloos?
Kies het beste antwoord.
A
Als je geen werk hebt
B
Als je net bent ontslagen
C
Als je niet actief bent
D
Als je geen baan hebt en naar werk zoekt

Slide 5 - Quizvraag

Een politieagent werkt bij de...
A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 6 - Quizvraag

Formeel en informeel 
  • Formele sector: Je werkt voor geld en betaalt belasting en premies. Je bent geregistreerd bij het CBS. (wit werken)
  • Informele sector: Je werkt onbetaald en je bent niet geregistreerd bij het CBS. Denk aan vrijwilligerswerk. (grijs werken)
  • Zwart werken: Je werkt ergens betaald en je bent niet geregistreerd. Je betaalt geen belasting of premies. (strafbaar)

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen van deze les
  • Aan het einde van de les weet je hoe het is om werkloos te zijn.
  • Je weet de oorzaken van werkloosheid. 
  • Je kent de verschillende soorten werkloosheid.

Slide 8 - Tekstslide

Werkloosheidswet (WW)
Voor een WW-uitkering moet je inschreven staan bij het UWV
Het UWV kijkt of je er recht op hebt
Zij helpen je ook bij het vinden van een nieuwe baan


Registreren
- Geregistreerde werklozen: Ingeschreven bij het UWV
- Ongeregistreerde werklozen: Niet ingeschreven bij het UWV

Slide 9 - Tekstslide

Bij wie kan je een ww-uitkering aanvragen?
A
De overheid
B
Je oude werkgever
C
UWV
D
WW

Slide 10 - Quizvraag

Waarom zou je je niet
inschrijven bij het UWV

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Soorten werkloosheid
  1. Conjuncturele werkloosheid
  2. Structurele werkloosheid
  3. Seizoenswerkeloosheid
  4. Regionale werkloosheid
  5. Frictiewerkloosheid

Slide 13 - Tekstslide

Conjuncturele werkloosheid

  • Tijdelijk
  • oorzaak: economische krimp

Slide 14 - Tekstslide

Structurele werkloosheid (1)
  • Blijvend

Slide 15 - Tekstslide

Structurele werkloosheid (2)
  • Marktmechanisme
  • Automatisering
  • Lagelonenlanden
Er is geen vraag meer naar een product. Bijvoorbeeld: cd's.
Veel werk is overgenomen door computergestuurde machines
In sommige landen (Pakistan, China, Koreo en India) werken mensen voor erg lage lonen. Sommige bedrijven vertrekken daarom uit Nederland naar het buitenland om minder loonkosten te hebben

Slide 16 - Tekstslide

Seizoenswerkloosheid
  • Tijdelijk (kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele)
Voorbeelden
IJsverkoper in de winter
Skileraar in de zomer
Strandtent in de winter

Slide 17 - Tekstslide

Regionale werkloosheid
  • Verschil tussen regio's
  • Kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele
regionale werkloosheid 2017
Werkloosheid die in bepaalde gebieden van het land hoger is dan gemiddeld in het land.

Slide 18 - Tekstslide

Frictiewerkloosheid
  • Kortdurend
  • Kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele
  • Studie → baan
  • Baan → andere baan

Slide 19 - Tekstslide

Pieter is ontslagen omdat zijn werkgever failliet is gegaan. Wat voor soort werkloosheid heeft Pieter?
A
Seizoenswerkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Conjuncturele werkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Aan het werk 


De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 
Begin met het maken van vragen 6 en 12,
deze gaan we zo bespreken.
Verplicht maken: 2 t/m 13 (H5.4)
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Keuzewerk


Je kunt aan de slag met de volgende keuzes: 
  • Huiswerk maken: 2 t/m 13 (H5.4)
  • Maken eigen samenvatting 
  • Eigen keuze: in overleg met Tobias 
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Afronding van deze les
  • Aan het einde van de les weet je hoe het is om werkloos te zijn.
  • Je weet de oorzaken van werkloosheid. 
  • Je kent de verschillende soorten werkloosheid.

Slide 26 - Tekstslide

Tot volgende week!

Slide 27 - Tekstslide