Quiz Koude oorlog


Wanneer begint
"de tijd van televisie en computer"?

A
1940
B
1945
C
1950
D
1955
1 / 40
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les


Wanneer begint
"de tijd van televisie en computer"?

A
1940
B
1945
C
1950
D
1955

Slide 1 - Quizvraag

Wat waren de V.S. en de Sovjet Unie tijdens WOII?
A
vijanden
B
bondgenoten

Slide 2 - Quizvraag

Wat waren de V.S. en de Sovjet Unie na WOII?
A
vijanden
B
bondgenoten

Slide 3 - Quizvraag


De Koude Oorlog begint:
A
na de nederlaag van WO1 door Duitsland
B
door de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan
D
na WOII in 1945

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent 'Koude Oorlog'?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt
D
Een oorlog in de winter.

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar?:
De Koude Oorlog is een strijd tussen twee "blokken" het kapitalistische blok en het communistische blok.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag


In november 1945 werd in Rotterdam een lichtreclame onthuld met de tekst: ‘Aan de slag, Rotterdammers weten van aanpakken’
Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Wederopbouw
B
Marshallplan
C
Koude Oorlog
D
Verzorgingsstaat

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent wederopbouw?
A
Herstellen van de oorlogsschade.
B
Lage lonen
C
Ziekenhuis- hulp voor gewonde militairen
D
Financiële hulp voor de SU na WOII

Slide 8 - Quizvraag

Wat is waar over wederopbouw in Nederland?
A
- Hoge lonen voor de arbeiders is goed voor de export, zo kon de Nederlandse economie weer groeien.
B
- Lage lonen voor de arbeiders is goed voor de export, zo kon de Nederlandse economie weer groeien.

Slide 9 - Quizvraag

Wat houdt het Marshallplan in?
A
Financiële hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Financiële hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Financiële hulp voor militairen
D
Financiële hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.

Slide 10 - Quizvraag

Welk antwoord heeft met het Oostblok te maken?
A
Bondsrepubliek Duitsland, DDR, Warschaupact, Navo
B
DDR, Warschaupact, Communisme
C
Communisme, Warschaupact, Navo
D
Bondsrepubliek Duitsland, Communisme, Navo

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer is Duitsland in tweeën gedeeld?

Slide 12 - Open vraag


Waar staat DDR voor?

Slide 13 - Open vraag


Waar staat BRD voor?

Slide 14 - Open vraag


Waar hoort BRD bij?
Westblok of Oostblok?

Slide 15 - Open vraag


Wanneer werd de Berlijnse muur gebouwd?

Slide 16 - Open vraag

Hoe heet de grens die door heel Europa werd getrokken tijdens de Koude Oorlog
A
Berlijnse Muur
B
Zilveren Gordijn
C
IJzeren Gordijn
D
DDR

Slide 17 - Quizvraag

Welke zin is juist? Sleep die in het groene vak
De Nederlandse economie kon na WO-II groeien omdat de lonen omhoog ging
De hulp die de VS bood noemen we het Warschaupact
Tijdens de Koude Oorlog gooide de VS de eerste atoombom op de SU
Het West-blok in Europa stond onder invloed van de VS

Slide 18 - Sleepvraag

Koude oorlog jaartallen?
A
1945 -1991
B
1950-nu
C
1950-1989
D
1945-nu

Slide 19 - Quizvraag

De DDR hoorde bij het........
A
Westblok
B
Oostblok
C
NAVO
D
West Duitsland

Slide 20 - Quizvraag

Welk nieuw wapen zorgde voor het begin van de Koude Oorlog?
A
Gifgas
B
Waterstofbom
C
Atoombom
D
Onbemande drones

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord hoort er NIET bij?
A
Warschaupact
B
Navo
C
Nederland
D
VS

Slide 22 - Quizvraag

Welk woord hoort niet bij het Westblok
A
Democratie
B
Kapitalisme
C
NAVO
D
Communisme

Slide 23 - Quizvraag

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Oprichting Warschaupact
Duitsland wordt in 2 delen gesplitst
De NAVO wordt opgericht
Er ontstaat ruzie tussen VS en SU, begin van de Koude Oorlog

Slide 24 - Sleepvraag

Waar waren veel mensen bang voor tijdens de Koude Oorlog?
A
Een atoomoorlog
B
De Sovjet-Unie
C
DeBerlijnse muur
D
Noord-Korea

Slide 25 - Quizvraag



Stalin


Reagan



Gorbatsjov
Kennedy
President VS tijdens Cubacrisis
Sovjettiran
Zorgde voor openheid en hervorming
President VS einde koude oorlog

Slide 26 - Sleepvraag

Wat betekent NAVO?
A
Niet Aanvallen Voor Overleg
B
Noord-Atlantische Verdragsoverheid
C
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer is de NAVO opgericht??
A
1949
B
1950
C
1951
D
1952

Slide 28 - Quizvraag


Wat beloofde de NAVO-landen elkaar?
A
Elkaar te hulp te komen als een van de landen zou worden aangevallen.
B
Elkaar te hulp komen als een van de landen het economisch slecht heeft.

Slide 29 - Quizvraag


Wanneer sloot Nederland zich aan bij de NAVO?
A
1947
B
1948
C
1949
D
1950

Slide 30 - Quizvraag

Wat was de reactie van de S.U. op de NAVO?
A
Oprichting van het Watzoupakt
B
Oprichting van het Warschaupact
C
Oprichting van het Perestrojkapact
D
Oprichting van het Moskoupact

Slide 31 - Quizvraag


Hoeveel officiële doden zijn er gevallen in de Koude Oorlog?
A
Rond de 100.000
B
Ongeveer 20 miljoen
C
0
D
Ongeveer 30.000

Slide 32 - Quizvraag

In de Koude Oorlog gebeurde er veel. Wat is géén gebeurtenis in de Koude oorlog?
A
De Cubacrisis
B
De wapenwedloop
C
Hitler valt Polen aan
D
De bouw van de Berlijnse muur

Slide 33 - Quizvraag

Welke drie kenmerken horen bij de Verenigde Staten? 
Sleep ze naar de afbeelding.

Dictatuur
Democratie
vrije markteconomie
Warschaupact
NAVO

Slide 34 - Sleepvraag


Een spotprent over de Koude Oorlog.

Welk antwoord past het beste bij de bron?
A
Wapenwedloop
B
Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten
D
Berlijn

Slide 35 - Quizvraag

Verenigde Staten
Sovjet-Unie
Kapitalisme
Democratie
Vrijheid
NAVO
Communisme
Gelijkheid
Dictatuur
Warschaupact

Slide 36 - Sleepvraag


Wanneer valt de Berlijnse muur?
A
1988
B
1990
C
1989
D
1991

Slide 37 - Quizvraag

Deze opdracht gaat over het einde van de Koude Oorlog.

Welke zin is juist?
A
Gesprekken tussen de leiders van de VS en de Sovjet-Unie leidde tot afspraken over wapenbeperking.
B
In 1991 kwam er in veel landen een eind aan het communisme, maar niet in de Sovjet-Unie en de DDR.
C
In de jaren 1980 ging het beter met de economie in de Sovjet-Unie en brak een periode van rust aan in de communistische landen.
D
Geen van de genoemde zinnen is juist

Slide 38 - Quizvraag

Welke gebeurtenis wordt gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
B
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)

Slide 39 - Quizvraag

Na de Koude Oorlog was voor de Verenigde Staten het communisme niet meer de grootste vijand.

Wat was volgens de Verenigde Staten de 'nieuwe vijand'?
A
Het kapitalisme
B
Het liberalisme
C
Het socialisme
D
Het terrorisme

Slide 40 - Quizvraag