In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoe ging de toets?
😒🙁😐🙂😃
Slide 1 - Poll
Schrijfvaardigheid
Taalgebruik
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- Bespreken huiswerk
- Ophalen voorkennis; wat weet je al?
- Uitleg en samen oefenen
- Aan de slag
- Evaluatie en vragen
- Huiswerk
Slide 3 - Tekstslide
Aan het eind van de les
Weet je welke onderdelen van leesvaardigheid jij moet beheersen voor de toets
Weet je welke onderdelen jij nog extra gaat oefenen/ leren
Kun je gerichte acties benoemen om deze doelen alsnog te behalen: extra uitleg vragen, extra oefenen, herhalen van de leerstof, goed leren, enz.
Heb je tijdens de les goede inzet, concentratie en motivatie getoond om de lesstof te beheersen
Slide 4 - Tekstslide
Doel van deze les
Je kunt een informele e-mail herschrijven zodat het een formele, zakelijke e-mail wordt.
Je weet welk taalgebruik past bij een zakelijke e-mail.
Slide 5 - Tekstslide
Terugblik
Huiswerk bespreken
timer
3:00
Schrijf de antwoorden in jouw schrift:
1. Een persoonsvorm is een ....
2. Noem 3 manieren om persoonsvorm te vinden
3. Hoe verdeel je een zin in zinsdelen?
Slide 6 - Tekstslide
zakelijke e-mail?
Slide 7 - Woordweb
Formeel taalgebruik
Net taalgebruik --> Algemeen Nederlands
Zoals het hoort, netjes
Zakelijke e-mail
Slide 8 - Tekstslide
Informeel taalgebruik
Informeel taalgebruik is wat 'losser'
Zoals je tegen je ouders of vrienden praat
Persoonlijke e-mail
Slide 9 - Tekstslide
Formeel
U
Geachte heer/mevrouw,
Hoogachtend,
Met vriendelijke groet,
meedelen
wellicht
verzoeken
tot onze spijt/helaas
Informeel
jij, je, jou
Hoi Els,
Mazzel!
Groetjes,
vertellen
misschien
vragen
sorry/jammer
Slide 10 - Tekstslide
Formeel of informeel? Een klasgenoot van de basisschool
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei
Slide 11 - Quizvraag
Onthoud jouw score
0 t/m 2 fout = extra uitdaging
3 t/m 6 fout = extra oefening
Slide 12 - Tekstslide
Formeel of informeel? Een arts in het ziekenhuis
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei
Slide 13 - Quizvraag
Formeel of informeel? De vader van klasgenoot
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei
Slide 14 - Quizvraag
Formeel of informeel? Een docent
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei
Slide 15 - Quizvraag
Formeel of informeel? Jouw opa of oma
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei
Slide 16 - Quizvraag
Formeel of informeel? Een bedrijf
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei
Slide 17 - Quizvraag
Extra uitdaging/ extra oefening
0 t/m 2 fout = extra uitdaging: maak de slides met een paarse stip
3 t/m 6 fout = extra oefening: maak de slides met een oranje stip
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht
Jooo meneer De Vries,
Alles ok met je? Ik moet je iets vragen. Wil jij me helpen bij het leren voor de wiskundetoets volgende week? Ik vind wiskunde zo moeilijk! En stuur me dan ook even jouw aantekeningen, oké?
Hoor van je.
Groetjes, Jayson
Slide 19 - Tekstslide
"Jooo meneer De Vries," wordt...
Slide 20 - Open vraag
"Wil jij me helpen bij het leren voor de wiskundetoets volgende week?" wordt ...
Slide 21 - Open vraag
"En stuur me dan ook even jouw aantekeningen, oké?" wordt...
Slide 22 - Open vraag
"Hoor van je." wordt...
Slide 23 - Open vraag
"Groetjes, Jayson" wordt...
Slide 24 - Open vraag
Opdracht
Haaaaaaaaai meneer de directeur,
ik vind het niet chill dat we tijdens de pauze niet van het plein af mogen. hoe ga je dat oplossen?
Groetjes Olaf
Slide 25 - Tekstslide
Van informeel naar formeel: Hallo Dylan Wiggers,
Slide 26 - Open vraag
Van informeel naar formeel: Groetjes Marte Mons
Slide 27 - Open vraag
Aan de slag!
Slide 28 - Tekstslide
Ik kan formeel taalgebruik toepassen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 29 - Poll
Welke gerichte acties ga jij doen om deze doelen alsnog te behalen?
extra uitleg
extra oefenen
herhalen van de leerstof
goed leren
geen, want ik beheers de doelen al
Slide 30 - Poll
Exitticket
Graag je feedback op de les.
Slide 31 - Tekstslide
Evaluatie
Verstuur een Twitter-bericht:
Schrijf bij @ jouw naam.
Bedenk wat je hebt geleerd over formeel en informeel taalbegruik. Wat ging goed en wat vond je lastig?