biotische en abiotische factoren kunnen herkennen en benoemen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
leerdoelen
niveau's van biologie (ecologie) kennen
biotische en abiotische factoren kunnen herkennen en benoemen
Slide 1 - Tekstslide
structuur in de natuur (ecologie)
biotische factoren
abiotische factoren
populatie
ecosysteem
individu
levensgemeenschap
ecoloog
Slide 2 - Tekstslide
wat is ecologie?
organismen (alles dat leeft) hebben invloed op het milieu, maar het milieu heeft ook invloed op organismen.
Die relatie noemen we ecologie, dus:
de invloed die organismen en milieu op elkaar hebben
Slide 3 - Tekstslide
(a)biotische factoren
bij ecologie spreken we van factoren. hiermee wordt het volgende bedoeld:
iets dat invloed heeft op de omgeving.
je hebt twee soorten factoren:
-biotisch (biologisch)
-abiotisch (niet biologisch)
Slide 4 - Tekstslide
biologiepagina.nl
Slide 5 - Link
biotische factoren
zijn invloed: eet andere dieren
Slide 6 - Tekstslide
biotische factoren
maakt voedsel.
geeft plekken voor nestjes
zorgt voor schaduw
Slide 7 - Tekstslide
biotische factoren
voedsel voor grotere dieren
ruimen dode resten op
eten planten
Slide 8 - Tekstslide
biotische factoren
biotische factoren zijn dus invloeden van organismen. iets dat leeft.
dit kan alles zijn. plant, mens, dier, insect, ziekteverwekkers.
Slide 9 - Tekstslide
Abiotische factoren
de zon:
zorgt voor licht
zorgt voor warmte
Slide 10 - Tekstslide
Abiotische factoren
water:
enorm belangrijk voor elk organisme.
geen water = woestijn.
veranderd een landschap.
drinken!!!
Slide 11 - Tekstslide
Abiotische factoren
de wind:
beinvloedt hoe regen valt
beinvloedt waar insecten heen vliegen
beinvloedt waar zaden heen vallen
Slide 12 - Tekstslide
Welke factoren (levende en niet levende zaken om jou heen) hebben invloed op jou?
Slide 13 - Woordweb
Welke factoren (levende en niet levende zaken om jou heen) hebben invloed op jou?
Een goed antwoord zou de volgende niet levende zaken kunnen bevatten: huis, telefoon, temperatuur, regen, voedsel, etc.
Een goed antwoord zou de volgende levende zaken kunnen bevatten:familie, vrienden, bomen, huisdieren, insecten, etc.
Slide 14 - Tekstslide
opdracht
Maak opdracht 1
Maak opdracht 2
Slide 15 - Tekstslide
biologiepagina.nl
Slide 16 - Link
niveau's bij ecologie
we gaan van klein naar groot.
Slide 17 - Tekstslide
individu
1 beestje/mens/plantje/insectje (organisme)
Slide 18 - Tekstslide
populatie
een groep individuen van DEZELFDE soort.
Slide 19 - Tekstslide
populatie
Dit is dus GEEN populatie, want het is niet dezelfde soort
Slide 20 - Tekstslide
leefgemeenschap
alle populaties in een gebied die invloed hebben op elkaar
Slide 21 - Tekstslide
ecosysteem
ecosysteem is groot gebied waarin dezelfde abiotische en biotische factoren zijn. denk aan bossen, duinen woestijnen, de noordpool.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Niveaus van de ecologie
Individu
Populatie
Leefgemeenschap
Ecosysteem
+ Biotoop
Slide 24 - Tekstslide
Milieu
Alles dat invloed heeft op een organisme behoort tot zijn/haar milieu. Het milieu kan ook worden beinvloed door het organisme.
Ecologie
Ecologie is de wetenschap die zich bezich houdt met de relaties tussen organismen onderling alsook tussen organismen en hun milieu.
Biotisch
Met het begrip biotisch wordt alles bedoeld dat leeft of afkomstig is van de levende natuur. In de afbeelding zijn de ree, vis en struiken daar voorbeelden van.
Abiotisch
Alles dat niet leeft wordt abiotisch genoemd. Voorbeelden zijn o.a. water, temperatuur, temperatuur en grond.
Relaties
Oragnismen hebben invloed op elkaar, bijvoorbeeld de zon die de dieren verwarmt. Dit noemen we relaties.
Slide 25 - Tekstslide
Milieu
Biotisch
Ecologie
Relaties
Abiotisch
Dit heeft invloed op organismen en wordt beïnvloed door organismen.