H5 - T6: BS2-tweede linie: aspecifieke afweer


BS2-a: Aspecifieke afweer
H5
Thema 6
Afweer
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


BS2-a: Aspecifieke afweer
H5
Thema 6
Afweer

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  1. Je kunt beschrijven dat de afweer uit drie verdedigingslinies bestaat.
  2. Je begrijpt dat het afweersysteem te verdelen is in aangeboren en verworven afweer.

  3. Je kunt beschrijven hoe de tweede verdedigingslinie (interne aangeboren afweer) in staat is om ziekteverwekkers aan te vallen.
  4. Je kunt beschrijven hoe koorts ontstaat.

Slide 2 - Tekstslide

FORT HET LICHAAM

Ziekteverwekkers vallen continu het lichaam aan.

Ons afweersysteem verdedigt ons tegen hen door middel van 3 defensielinies
Linie 1: barrières

Doel: ziekteverwekkers buiten houden

vergelijkbaar met slotgrachten, muren, anti-tank barrières, etc.

Slide 3 - Tekstslide

De barrières houden meer dan 99,99% van de ziekteverwekkers buiten.

Soms is dat niet genoeg!

Er is zijn meer defensielinies nodig
Linie 2: a-specifieke aangeboren afweer

Doel: lichaamsvreemde stoffen in intern milieu aselectief aanvallen en opruimen

vergelijkbaar met afweergeschut, bunkers, infanteristen, mijnenvelden

Slide 4 - Tekstslide

De barrières houden meer dan 99,99% van de ziekteverwekkers buiten.

De tweede linie kan snel 
ziekteverwekkers aanpakken. Toch er ontsnappen er pathogenen.

Er is nog een defensielinie nodig.
Linie 3: specifieke verworven afweer (deze bouw je tijdens je leven op)

Doel: lichaamsvreemde stoffen in intern milieu selectief aanvallen en opruimen

vergelijkbaar met snipers

Slide 5 - Tekstslide

Vragen?
Wat is lymfe?
Waar dienen lymfeknopen ook alweer voor?
Wat heeft dit met afweer te maken?

Slide 6 - Tekstslide

Onderdelen van het lymfesysteem (3)
Die lymfeknopen zitten op meerdere plaatsen in je lichaam, zoals je in je boek en op een eerdere slide kan zien. 

Lymfeknopen bevatten lymfocyten (een type witte bloedcellen) die de lymfe zuivert van ziekteverwekkers.

(Afferent is aanvoerend, efferent afvoerend in de afbeelding -->)

Slide 7 - Tekstslide

Aanmaak van witte bloedcellen
  • Witte bloedcellen worden gemaakt in het rode beenmerg
  • Sommige witte bloedcellen ontwikkelen  in de thymus.
  • Sommig witte bloedcellen worden opgeslagen in de milt en lymfeknopen.

Slide 8 - Tekstslide

Functies? (84I)
Wat gebeurt er in de thymus?
Wat gebeurt er in het beenmerg?
Wat gebeurt er in de milt?
Wat gebeurt er in de lymfeknopen?

Slide 9 - Tekstslide

Is een besmetting hetzelfde als een infectie? Waarom wel/niet?

Slide 10 - Tekstslide

HELP, een infectie!

Infectie = besmetting met een ziekteverwekker die zich vervolgens gaat vermenigvuldigen.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe wordt het proces genoemd waarbij granulocyten en macrofagen ziekteverwekkers in het weefsel naar binnen halen?

Slide 12 - Tekstslide

Is een infectie hetzelfde als een ontsteking? Waarom wel/niet?

Slide 13 - Tekstslide

Door vrijkomende signaalstoffen (cytokinen) verwijden de bloedvaten in het weefsel
Door vrijkomende signaalstoffen (cytokinen) stroomt er meer bloed naar de plaast van infectie
Door de toegenomen bloedstroom, stroomt er meer weefselvloeistof tussen de cellen
Door de toenemende druk van het weefselvloeistof worden zenuweinden gestimuleerd

Slide 14 - Tekstslide

ASPECIFIEKE Afweer
De tweede linie bestaat uit fagocyten: granulocyten en macrofagen. Je beschikt vanaf functionele fagocyten vanaf (voor) je geboorte. Daarom wordt de tweede linie ook wel de AANGEBOREN afweer genoemd. 
Een andere naam die aan deze linie wordt gegeven is de ASPECIFIEKE afweer. 
Welke eigenschap van fagocyten maakt ze ASPECIFIEK?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Fagocyten 
  • meestal macrofagen ('grote eter')
  • wordt snel geactiveerd
  • reactie op elke ziekteverwekker altijd hetzelfde: lichaamsvreemde stof fagocyteren (= insluiten en verteren van ziekteverwekkers)

Slide 17 - Tekstslide

Fagocytose

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

waarom krijg je koorts?

Slide 20 - Tekstslide

Koorts
  • = temperatuur hoger dan 38 °C
  • macrofagen maken stofjes aan die de normwaarde van lichaamstemperatuur verhogen
  • een hogere lichaamstemperatuur stimuleert eigen afweersysteem

je lichaam gaat opwarmen (je hebt het dan koud in eerste instantie). Daarna de normwaarde weer normaal, je moet weer afkoelen (hier zweet je zoveel)


Slide 21 - Tekstslide

Tekst
Specifieke afweer werkt met Antigeen = eiwitten op het celmembraan, die specifiek zijn voor organismen/ soorten cellen. Aspecifieke afweer niet!

Slide 22 - Tekstslide

Activatie 3e verdedigingslinie:  specifieke afweer 
Waar in BINAS??? 
1. macrofagen fagocyteren ziekteverwekker
2. macrofaag presenteert antigenen van ziekteverwekker aan de buitenkant van zijn celmembraan, het is dan een antigeen presenterende cel (APC)


3. APC gaat naar de lymfeklieren toe, hier zitten de lymfocyten 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt beschrijven dat de afweer uit drie verdedigingslinies bestaat.
- Je begrijpt dat het afweersysteem te verdelen is in aangeboren en verworven afweer.
- Je kunt beschrijven hoe de tweede verdedigingslinie (interne aangeboren afweer) in staat is om ziekteverwekkers aan te vallen.
- Je kunt beschrijven hoe koorts ontstaat.

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lezen paragraaf 6.2 ‘het afweersysteem’, ‘aangeboren afweer’ en ‘activatie van lymfocyten’
  • Bekijk BiNaS 84I
  • Paragraaf 6.2: opdracht 5  6 en 7

Slide 30 - Tekstslide