7.10. Sophie 9, Ein-Gruppe, Lesen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programm, Dienstag 8.10. 
Sophie 9
Ein - Gruppe
Lesen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handelingsdeel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proefwerk do 17-10
Grammatik:   ontleden, der/eingroep, 
                            persoonlijke voornaamwoorden
                            Seite 363 -385      (mit Spickzettel) 
                            
Lesen               mit eigenem! Wörterbuch 

15% 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Maak aantekeningen!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontleden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
1. Voorzetsel?
2. Ontleden -> Welk zinsdeel is het? Vragen!
3. Geslacht van het zelfstandig naamwoord of persoonlijk
     voornaamwoord? Meervoud?
4. Der- of ein-groep?
5. Correcte vorm kiezen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan ontleden
1. Het gezegde
2. Onderwerp
3. Lijdend voorwerp
4. Meewerkend voorwerp

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontleed de volgende zinnen.
gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
Das Kind
bestellt
einen Hamburger.
Geld.
Die Mutter
gibt 
dem Kind
Die Mutter
bezahlt
den Hamburger.
dem Kind
Wer
isst
den Hamburger?
Den Hamburger
isst
das Kind.

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Der Gruppe

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden horen bij de der-groep?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wörter der Der - Gruppe

dies-
jed-
manch-
solch-
welch-

alle
der, die, das

deze, dit
elke, iedere
sommige
zulke, zo'n
welke 

alle

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

männlich
weiblich
sächlich
Mehrzahl
1.
dieser Mann
jene Frau
manches Kind
alle Kinder
3.
diesem Mann
jener Frau
manchem Kind
allen Kindern
4.
diesen Mann
jene Frau
manches Kind
alle Kinder
Formen der Der-Gruppe

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ein-Gruppe

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden horen bij de ein-groep?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ein - Gruppe
ein
kein
bezittelijke voornaamwoorden
-> Woorden worden gelijk vervoegd!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezittelijke voornaamwoorden
mein, meine                       unser, unsere
dein, deine                          euer, eu(e)re
sein, seine                           ihr, ihre
ihr, ihre                                  Ihr, Ihre

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Die Ein-
Gruppe
ein
kein
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr
Ihr
geen
ons
haar
uw
zijn
hun
jullie
een
mijn
jouw

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
Meervoud
der Man
die Frau
das Kind
die Kinder
ein
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder
mein
mein Mann
meine Frau
mein Kind
meine Kinder
sein
sein Mann
seine Frau
sein Kind
seine Kinder
ihr
ihr Mann
ihre Frau
ihr Kind
ihre Kinder
unser
unser Mann
unsereFrau
unser Kind
unsere Kinder
euer
euer Mann
eure Frau
euer Kind
eure Kinder
ihr
ihr Mann
ihre Frau
ihr Kind
ihre Kinder
Formen der Ein-Gruppe

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

männlich
weiblich
sächlich
Mehrzahl
1.
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder
2.
eines Mannes
einer Frau
eines Kindes
keiner Kinder
3.
einem Mann
einer Frau
einem Kind
keinen Kindern
4.
einen Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder
Formen der Ein-Gruppe
Ein-Gruppe: ein-, kein-, bezittelijke vnw

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1de nv
3de nv
4de nv
solcher Mann
ihrem Mann
jeden Mann
manches Kind
welche Frau
diese Frau
deiner Frau
unserem Kind
mein Kind
eure Kinder
ihre Kinder
allen Kindern

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Das ist ______ Mutter.
A
mein
B
meine
C
sein
D
seine

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gibst du mir ______ Buch (o)?
A
dein
B
deine
C
euer
D
euere

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Habt ihr _______ besseren Plan (m)?
A
eine
B
einer
C
einen
D
einem

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Üben Der-Gruppe

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Üben Der-Gruppe

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesen
Buch Seite 235
2 +4+5

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgabe für Mittwoch 9.10.

Lernen:   Wörterliste Seite 408

Nächste Stunde: Buch 

Slide 28 - Tekstslide

EHBL Karten austeilen
Übersetzt:
1. der Abiturient
2. jemandem Bescheid       sagen
3. die Stelle
4. zunächst

5.  nodig hebben
6.  succesvol
7.   moeilijk
8.  van plan zijn

Slide 29 - Tekstslide

1. de examenleerling
2. iemand informeren
3. de plaats, plek, baan
4. allereerst
'
5. brauchen
6. erfolgreich
7. schwierig, schwer
8. vorhaben, beabsichtigen