A: Introductie woonzorgcentrum en theorie belang van communicatie

Start van de les
Zelfstandig werken 5 minuten
check classroom en magister
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Start van de les
Zelfstandig werken 5 minuten
check classroom en magister

Slide 1 - Tekstslide

Mens en Zorg
Belang van communicatie

Slide 2 - Tekstslide

Alleen voor docent Programma les 4

classroomopdracht:

praktijk:
Assisteren bij het verplaatsen van bed naar stoel

Aan en uitkleden van de zorgvrager

Rolstoel in en uitklappen



Slide 3 - Tekstslide

Woonzorgcentrum
cliënten ondersteunen

Slide 4 - Tekstslide


Filmpje's: 
verplaatsen naar bed

Lessonup's:
woonzorgcentrum

Classroom:
Opdracht medicijngebruik

Praktijk:
Assisteren bij het verplaatsen van bed naar stoel
HH Aan en uitkleden van de zorgvrager





Slide 5 - Tekstslide

Wat leer je?
- De leerling leert de hulpbehoefte van een cliënt achterhalen
- Ondersteunen bij til en verplaatstechnieken 

Slide 6 - Tekstslide

timer
1:00
woonzorgcentrum

Slide 7 - Woordweb

woonzorgcentrum
  • ookwel bejaardentehuis, verzorgingshuis of rustoord genoemd
  • ouderen wonen hier tijdelijk of definitief vanwege de zorg/ verpleging die thuis niet gegeven kan worden
  • verschillende diensten zoals kapper, winkel, restaurant, fysiotherapeut, activiteiten etc.

Slide 8 - Tekstslide

Belang van communicatie
In de omgang met cliënten moet je goed kunnen communiceren. Communicatie is alles waarmee we anderen iets duidelijk proberen te maken. Dit kan op verschillende manieren:


Slide 9 - Tekstslide

Verbale communicatie - Dit is alle communicatie waarbij je woorden gebruikt. Dat kan een praatje zijn, een telefoongesprek, een brief of een radioprogramma.

Non-verbale communicatie - Dit is alle communicatie waarbij je geen woorden gebruikt. Met gebaren, een bepaalde gezichtsuitdrukking of lichaamshouding kun je veel zeggen. Iedereen in Nederland weet wat het betekent als je je wenkbrauwen fronst (je weet het niet en denkt na). Of wanneer je je rug naar iemand toedraait (ik wil nu niets met je te maken hebben). Iedereen weet ook wat het betekent als je je duim opsteekt (het is oké).

Slide 10 - Tekstslide

verplaatsen van bed naar stoel

Slide 11 - Tekstslide

Demonstratie
assisteren bij het verplaatsen van bed naar stoel

Slide 12 - Tekstslide

mixed methode
samen bespreken: 1.1 en 3.1 n.a.v. demonstratie

Slide 13 - Tekstslide

1.1
1.stel je voor dat je ziek bent en je hebt hulp nodig bij het wassen, aankleden en naar de wc gaan. Hoe zou je dat vinden?
2.Hoe zou diegene die jou helpt bij deze handelingen ervoor kunnen zorgen dat jij je zoveel mogelijk op je gemak voelt?
3. Hoe zou jij het vinden als jij iemand moest helpen bij het wassen en aankleden?
4.Denk je dat je als verzorgende eraan went om mensen te helpen bij persoonlijke verzorging?

Slide 14 - Tekstslide

3.1 
Wat kunnen non-verbale signalen zijn die mevrouw Aalberts laat zien?
Noem 2 positieve signalen
Noem twee negatieve signalen
Hoe kom je erachter wat mevrouw Aalberts bedoelt met non-verbale signalen die je bij haar ziet?

Slide 15 - Tekstslide

Praktijk
In groepjes van 2/3 ga je praktijk oefenen. De docent geeft aan wie wat gaat doen:
1.  helpen bij het verplaatsen van bed naar stoel
2. rolstoel in- en uitklappen (bb)






Maken in classroom:
Opdracht medicijngebruik week 5





Slide 16 - Tekstslide

Einde van de les
Wat heb je geleerd vandaag?
Huiswerk?? je hoort het zo!

Slide 17 - Tekstslide