Les 5

Les 5
MFA/EHBO
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 5
MFA/EHBO

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Verslikking/verstikking
Ernstige bloedingen


Vandaag:
Reanimatie baby/kind/volwassene/drenkeling.
Minitoets.

Slide 2 - Tekstslide

Reanimatie baby/kind
5:15:2, waarom verschilt dit met volwassenen?
1/3 v/h lichaam borstcompressie, waarom geen 5-6cm?



100-120bpm.
Twee vingers of twee duimen (baby), 1 hand (kind).
Bij een drenkeling is 5:15:2 ook de verhouding. Hoezo?


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Doen!
Maak een tweetal:
Reanimatie baby
Reanimatie kind
Reanimatie volwassene

Download de app QCPR, connect met de pop. Wissel om en om af, herhaal deze cyclus 4x (dus iedereen 2x reanimeren + beademen).
Geen pop? Lees de bladzijdes alvast door: blz. 28 t/m 33. Daarna wissel met tweetal met pop.

Slide 6 - Tekstslide

Minitoets
You know the drill!



Pak je telefoon erbij en inloggen maarrr.

Succes!

Slide 7 - Tekstslide

Letten op gevaar houdt in:
A
De professionele hulpverleners opvangen.
B
Kijkers op afstand houden.
C
Zorgen voor veiligheid van jezelf, omstanders en van het slachtoffer.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe lang mag het kijken, luisteren en voelen van de ademhaling van een slachtoffer duren?
A
5 seconde.
B
10 seconde.
C
15 seconde.
D
20 seconde.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de goede verhouding tussen het aantal borstcompressies en beademingen bij een volwassene?
A
5:15:2
B
15:2
C
30:2
D
5:30:2

Slide 10 - Quizvraag

Hoe diep moet het borstbeen ingedrukt worden tijdens de borstcompressies bij een volwassene?
A
5-6cm
B
10cm
C
16cm
D
Het indrukken doe je op gevoel.

Slide 11 - Quizvraag

Wat moet je doen als blijkt dat de eerste beademing bij een volwassene geen effect heeft?
A
Je gaat verder met het geven van borstcompressies.
B
Verder gaan met het beademen.
C
Controleer of je de hoofdkantel-kinliftmethode goed uitvoert.

Slide 12 - Quizvraag

Een volwassene verslikt zich in een stukje eten, hij kan niet hoesten maar is bij bewustzijn. Er is een omstander die kan helpen. Wat doe je?
A
Je belt 112 en start met het geven van borstcompressies.
B
Je laat 112 bellen en geeft 5 slagen tussen de schouderbladen eventueel gevolgd door 5 buikstoten.
C
Je kijkt of je het eten uit de keel kan halen.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste stand van het hoofd bij het vrijmaken van de luchtweg bij een kind jonger dan 1 jaar?
A
Goed naar achteren gekanteld.
B
Licht achterover gekanteld.
C
Recht naar boven gelegd.

Slide 14 - Quizvraag

Wat moet je doen als blijkt dat de eerste beademing bij een kind geen effect heeft?
A
Direct verder gaan met het geven van borstcompressies.
B
Verdergaan met het beademen.
C
Kijk of de mond leeg is en een eventueel obstakel verwijderen.
D
Niets.

Slide 15 - Quizvraag

Hoe diep moet het borstbeen ingedrukt worden tijdens de borstcompressies bij een kind ouder dan 1 jaar?
A
Ongeveer 3-4cm
B
Ongeveer 1/3 van de diameter van de borstkas
C
Ongeveer 10cm
D
Het indrukken doe je op gevoel

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de goede verhouding tussen het aantal borstcompressies en beademingen bij een kind ouder dan 1 jaar?
A
5:15:2
B
20:5
C
5:30:2
D
15:2

Slide 17 - Quizvraag

Een kind ouder dan 1 jaar dat zich verslikt heeft begint te hoesten. Wat doe je als eerste?
A
Je moedigt hem aan door te gaan met hoesten.
B
Je geeft het kind buikstoten.
C
Je geeft het kind 5 slagen tussen de schouderbladen.
D
Je wacht tot het kind het zelf oplost.

Slide 18 - Quizvraag

Een kind jonger dan 1 jaar heeft zich verslikt, hoest niet effectief en is bij bewustzijn. 112 is gebeld. Wat doe je als eerste?
A
Je legt het op de rug en geeft 5 borststoten.
B
Je legt het kind op de rug en geeft 5 borstcompressies.
C
Je legt het kind op zijn buik op je onderarm, met zijn hoofd omlaag en geeft 5 rugslagen.
D
Je doet niets en wacht tot het kind het zelf oplost.

Slide 19 - Quizvraag

Tijd over?
Maak met een tweetal 4 casussen waarbij je een baby/kind/drenkeling/volwassene moet reanimeren.

Wat moet erin?:
1. Wat is er gebeurd?
2. Om hoeveel slachtoffers gaat het?
3. Wat moet je doen als hulpverlener?
4. Wanneer ben je als hulpverlener klaar?

Slide 20 - Tekstslide

Geen tijd over?
Klaar met de les. 

Volgende keer:
- Levensbedreigende stoornissen


Dag hoor, daag.

Slide 21 - Tekstslide