Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nederland 1848-1914; 1.1 Een nieuwe grondwet
Leren voor het tentamen
Hoofdstuk 1: Nederland van 1848 - 1914
Hoofdstuk 2: De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Personendossier 1 t/m 10
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Leren voor het tentamen
Hoofdstuk 1: Nederland van 1848 - 1914
Hoofdstuk 2: De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)
Personendossier 1 t/m 10
Slide 1 - Tekstslide
Nederland van 1848 tot 1914
1.1 Een nieuwe grondwet
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog van Nederland tijdens de Industriële Revolutie?
Slide 3 - Woordweb
1.1 Een nieuwe grondwet
Revolutiejaar 1848
Nederland is vanaf 1815 een monarchie. Willem I komt naar NL.
In 1848 breken overal in Europa revoluties uit:
Revolutiejaar
. Mensen willen geen koningen (
monarchie
), maar een gekozen president (
republiek
).
De
liberalen
in NL gaan met koning Willem II praten
Slide 4 - Tekstslide
Bekendste liberaal:
Johan Thorbecke
. Hij wil een grondswetswijziging.
Willem II
wil dit uiteindelijk ook (bang om afgezet te worden). In 1848 wordt deze grondwet getekend.
Slide 5 - Tekstslide
Grondwetswijziging
Wetten worden gemaakt door ministers (niet de koning)
Volk stemt op Provinciale Staten en die kiezen de Eerste Kamer (niet de koning)
Het volk stemt direct op de Tweede Kamer (en niet de vrienden van de koning
Slide 6 - Tekstslide
(4) Er komen
grondrechten
.
(5) Er is
Ministeriële verantwoordelijkheid
, de ministers zijn verantwoordelijk voor beleid en koning.
(6) Koning is
onschendbaar
. Hij kan niet worden aageklaagd.
Nederland is een
constitutionele monarchie
(koninkrijk met grondwet)
Slide 7 - Tekstslide
Luxemburgse Kwestie 1867
Willem III
was ook nog groothertog van Luxemburg. Luxemburg was onderdeel van de Duitse Bond (en dus niet van NL!!)
Frankrijk wilde Luxemburg kopen, zodat de Duitse Bond minder sterk zou zijn. Duitsland hoort dit en wil oorlog.
Conclusie
: Luxemburg onafhankelijk.
Slide 8 - Tekstslide
Koning en ministers hebben parlement niet verteld van plannen. Parlement boos en eist aftreden van de ministers.
Ministers doen dit niet. Krijgen geen toestemming om geld uit te geven en stappen uiteindelijk toch op.
Slide 9 - Tekstslide
In 1848 zijn dit de belangrijkste namen:
A
Willem I - Thorbecke
B
Willem II - Willem I
C
Willem II - Thorbecke
D
Willem III - Thorbecke
Slide 10 - Quizvraag
1848 wordt ook wel het ...jaar genoemd.
Slide 11 - Open vraag
Wie mogen er in 1848 stemmen?
A
Mannen
B
Rijke mannen en vrouwen
C
Mannen die voldoende belasting betalen
D
Niemand
Slide 12 - Quizvraag
Ministeriële verantwoordelijkheid betekent:
A
Ministers kunnen niet vervolgd worden
B
Ministers zijn verantwoordelijk voor goed bestuur
C
Ministers hebben geen invloed
D
Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning
Slide 13 - Quizvraag
Koninkrijk met een grondwet is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie
Slide 14 - Quizvraag
Welk land wilde Luxemburg kopen in 1867?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Nederland
Slide 15 - Quizvraag
Wie was er vorst ten tijde van de Luxemburgse Kwestie?
A
Willem I
B
Willem II
C
Willem III
D
Wilhelmina
Slide 16 - Quizvraag
Welk gevolg had de Luxemburgse Kwestie?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Verdeelde macht
Stemrecht is er voor mannen die een grote hoeveelheid belasting betalen (=
censuskiesrecht
).
Nederland was een
parlementaire democratie
(volk heeft de macht via stemmen).
Macht van NL is opgedeeld in drie stukken:
Wetgevende macht (1e + 2e kamer)
Uitvoerende macht (Regering)
Rechterlijke macht (rechters)
Niemand heeft meer dan 1 macht tegelijk.
Slide 21 - Tekstslide
Klassieke grondrechten
Om het volk tegen de overheid te beschermen zijn er
klassieke
grondrechten
bedacht:
Vrijheid van Godsdienst
Vrijheid van meningsuiting
Vrijheid van drukpers (mogen schrijven wat je wil)
Thorbecke voegde 1848 er een aantal aan toe:
Vrijheid van vereniging & vergadering
vrijheid van onderwijs
Slide 22 - Tekstslide
Taken van het Parlement
Rechten van 1e en 2e kamer:
Recht van budget
: controleren & goedkeuren van uitgaven van ministers
Recht van interpellatie
: informatie vragen aan minister.
Recht van enquête
: onderzoek doen naar minister.
Rechten die alleen 2e kamer heeft:
Recht van amendement
: wetsvoorstel wijzigen.
Recht van initiatief
: wetsvoorstel indienen
Slide 23 - Tekstslide
Extra begrippen
Regering
: ministers en staatssecretarissen.
Parlement
: Eerste en Tweede Kamer samen.
Coalitie
: partijen die samen de regering vormen.
Oppositie
: andere politieke partijen.
Slide 24 - Tekstslide
Wat betekent censuskiesrecht in 1848?
A
Mannen mogen stemmen
B
Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
C
Als een man genoeg belasting betaald mag hij stemmen
D
Niemand mag stemmen
Slide 25 - Quizvraag
Wie heeft de uitvoerende macht?
A
Parlement
B
Regering
C
Rechters
Slide 26 - Quizvraag
Wie heeft de wetgevende macht?
A
Parlement
B
Regering
C
Rechters
Slide 27 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van een klassiek grondrecht
Slide 28 - Open vraag
Recht van interpellatie heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers
Slide 29 - Quizvraag
Recht van initiatief heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers
Slide 30 - Quizvraag
Recht van amendement heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers
Slide 31 - Quizvraag
De regering zijn:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Ministers en Staatssecretarissen
Slide 32 - Quizvraag
Het parlement is:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Ministers en staatssecretarissen
Slide 33 - Quizvraag
Na deze paragraaf ken je/kun je
Deelvraag: Welke gevolgen had de grondwet van 1848 voor het bestuur van Nederland?
Begrippen: (constitutionele) monarchie, republiek, liberalen, parlementaire democratie, censuskiesrecht, klassieke grondrechten.
Belangrijkste veranderingen die in grondwet 1848 staan.
Gevolgen Luxemburgse kwestie
Verschillende klassieke grondrechten kunnen benoemen.
Verdeling der machten + taken Eerste en Tweede Kamer
Personen: Willem II, Thorbecke, Willem III
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Memo H4.4 Nederland in 1848
Februari 2023
- Les met
11 slides
Geschiedenis
Secondary Education
Nederland 1848-1914; 1.1 Een nieuwe grondwet
September 2024
- Les met
23 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
1.1 De Nederlandse staatsinrichting nu
Maart 2019
- Les met
35 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 4
Nederland 1848-1914; 1.1 Een nieuwe grondwet
Oktober 2024
- Les met
29 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
1. 1 Een nieuwe grondwet T4 2022
Oktober 2022
- Les met
25 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
6.2 Het ontstaan van de democratie in Nederland
September 2022
- Les met
37 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Paragraaf 1.2: De grondwet van 1848.
September 2021
- Les met
49 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Paragraaf 1.1: Een nieuwe grondwet DEEL 1
Augustus 2024
- Les met
19 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4